Het blank heelal(1908)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] XI Zooals een kathedraal rijst: wanden, zuilen, En elke pijler is een woud, en elke Schaft is een boom die uitbot, en een berg Van kunstrijk steen staat hij op aardschen berg, - Zoo is in ons wat gij niet weet: een kunst: Woud, berg en wereld, die in 't aardsch bestaan Hooger dan 't aardsch zijn. Weiland en rivier Vlijen zich onder, stroomen om haar voet. En zooals een die in die Kerk zijn dag Verleeft en weet niet van uw drijven, zóó Is 't ons die daglang stemmen in 't gejuich Van zaalge vlagen stroomende om 't altaar. Vorige Volgende