Memoriaelbouck. Dagboek van gebeurtenissen te Haarlem van 1572-1581
(1973)–Willem Janszoon Verwer– Auteursrechtelijk beschermdDagboek van gebeurtenissen te Haarlem van 1572-1581
[pagina 207]
| |||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Geschiedenisse ende verhael binnen Haerlem 1579. | |||||||||||||||||||||||||
[3 Januari 1579]3en Die staten van Hollant ende Zeelant beghonnen te vertrecken nae Goricom. 3 is Mr. HendrickGa naar voetnoot545 burgemeester van Amsterdam gevangen ende op die koeckenGa naar voetnoot546 gebracht. 27 nae den Hage gebracht, 29 gerelaxeert om zeckere haet ende nijt. Omtrent AgnieteGa naar voetnoot547 hebben die magistraten alle die ghieldebroers binen Haerlem ontboden, om haer goeden te hebben ende an te tasten, alze met die gheestelicke hebben ghedaen. 27 ende 29 hebben beghont te wercken an die Cruijspoort met consent van de overheijt, maer niet volbracht van dit jaer. | |||||||||||||||||||||||||
[2 Februari 1579]Februarius. Omtrent LichmisGa naar voetnoot548 een tonne booters 72 £. cop booter 3½, rogbroot 2 stuvers ½. een paer coijnen 24 stuvers, een vette hene 12 stuvers. een coppone 18, 20 stuvers. | |||||||||||||||||||||||||
[9 Februari 1579]Ga naar margenoot+9 Februari met overstaen van de magistraet hebben vercocht zeckere kercken ende cloosteren, present Claes van der Laen, Pieter Janss. Kies, burgemeesters, Willem Deijman, Cornelis Rijcken, Jan Claes Lottaensz., Tomis Thomiss. goutsmit, secretarius Gherijt Verlaen van DelftGa naar voetnoot549: MinnebroederskerckGa naar voetnoot550 .... 605 coopman Claes van der Laen burgemeester. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 208]
| |||||||||||||||||||||||||
Meest vremdt volck van buijten dese voors. kercken gecocht. | |||||||||||||||||||||||||
[5 Maart 1579]Martius, tonne booter 4½, rogbroot 2½, wittebooter 3½. 5en ghepubliceert, dat alle vremdelingen van alle provincien ende ock mede van dese Nederlanden, die binen Haerlem zijn gecomen achter een jaer harwaerts moeten binen een maent certificaci brenghen van haer leven ende die Nederlanden als die van Amsterdam etc. binen 14 daghen op zeckere boeten. In het beghinsel vant jaer zijnder veel Flaminghen binnen Haerlem gecomen van alle canten ende hebben die stadt vervolt, veel Ministen ende ander secten, meest wevers ende gaerendwijners, scoenmaeckers, blieckersGa naar voetnoot557. Ga naar margenoot+Met solliciteren an de Staten hebben die van Amsterdam consent ghecregen, om binen Haerlem te blijven. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 209]
| |||||||||||||||||||||||||
Groot roumoer onder die burghers, noch daernae heef men die burghers tegenmoet gecomen op die oortgens een penning. | |||||||||||||||||||||||||
[10 Juli 1579]10en Julii zijn die ghoeden ende webben van Herthegenbosse binen ende buijten Haerlem bescreven. Ga naar margenoot+11en Hertengebosche gepubliceert viandt, omdat zij princen volck niet wilden ontfanghen. | |||||||||||||||||||||||||
[12 Juli 1579]12 hebben alle eijgenaers ghedwongen geweest, om te zweren ende te verclaren bij eede, hoe zij haer hueren van de landen verhuert hebben. Hier zijn placcaten af gepubliceert. 15en zijn die soldaten van Duijvenvoerde vertrocken, een halif faendel. 20en omtrent dese tijt heéft Jacop Augustijnsz. van Princen weghen knechten angenomen ende binnen Haerlem gemunstert ende prima Augusti is Jacop voors. met zijn vaendel vertrocken. | |||||||||||||||||||||||||
[6 Augustus 1579]Ga naar margenoot+6en Augusti een man met een vrou in een mandt aen die craen opt water ghehangen. Die man most zijn selven afsnijden met een mes. Die vrou was bevrucht ende die bleef hangen sonder int water te comen ende dit met sentencie van schepenen. | |||||||||||||||||||||||||
[10 September 1579]De Wet van Haerlem september 10:
Ultima Septembris zijn Claes Ruijckhavers soldaten vertrocken nae den Hage ende 21 Octobris wederom gecomen binnen Haerlem. Octobris Lucasmerct die booter 15 gl., die case slaep 13 £ tschipont, ossehuijden goetcoop. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 210]
| |||||||||||||||||||||||||
Dese maent opslach in die rog ende tarwe. 22, 23, 24 coudt, die cleijne wateren met ijs geslooten. Dese tijt hebben die burgemeesteren groote narsticheijt gedaen, om die van St. MichielsGa naar voetnoot559 ende St. Ursula uuijt haer cloosters te stooten. Ende hebben oock niet ongequelt gelaten die ghildebroeders vant Vrouwenghilt, om haer goeden mede te hebben ende zij zijn in proces getreden in den Haghe tegen malcanderenGa naar voetnoot560. | |||||||||||||||||||||||||
[7 November 1579]Ga naar margenoot+November 7 ipso die Willebrordi isser binnen Haerlem affgeleesen, dat zoe wie getrout was seedert den 13 Julij 1573 souden moeten comen binnen 14 daghen ende laeten hem opteijckenen onder het stadthuijs. Ende zoe wie noch in die huewelicke staet soude willen gaen, souden oock moeten comen ende laeten haer opscriven, om metten clocke haer boode te geven, zoewel in die Reformeerde als andere kercke soude trouwen, verbiedende, dat niemant zoude eenighe moghen trouwen, ten waer bij bilegt van secretarizen op pene van thien carolusz ende dat oock gheen secretariz gheen houwelickxze voerwaerden zouden macken of schepenen moeten haer zeegel daeran hanghen op zeckere pene mede. | |||||||||||||||||||||||||
[4 December 1579]4, 5en Decembris, door overstaen ende lasten van burgemeesteren der stadt Haerlem heeft men geseeten in den Gulden Wagen tot Jan Bartelmeeusz. in die Groote Houtstraet, om te vercoopen alle huijsen ende erven van de cloosteren der Augustijnen ende Vrouwerijssen op allzulcke voorwaerden ende besteck, als men daervoor zouden houden eenen ijegelic. | |||||||||||||||||||||||||
[11 December 1579]11en Decembris Brabantze stuvers, die dus lanc op braspenning gegaen hebben, zijn nu gepubliceert op drie groot, die halve stuvers nae advenant. Omtrent JacobiGa naar voetnoot561 is die pater van die Sellebroeders uuijt Haerlem gegaen, alzoe dat wij sonder Sellebroeders geseten hebben 1579, want zij veel anstoten hadden van die overheijt der stadt. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 211]
| |||||||||||||||||||||||||
[30 December 1579]Ga naar margenoot+Den XXX ende XXXI Decembris hebb men ten overstaen van min heeren den burgemeesteren in de herberghe van de vergulden Waghen tot Jan Bartelmeeusz. in de Groote Houtstraet, geseeten om te vercoopen alle die huijsen ende erfven van de convente des Witte HeerenGa naar voetnoot562, de huijsinghe ende camers van tcapelleken an de Langhe brugghe, Ste. Cornelis cappelle bij de Groote Houtpoort, de huijskens van de Camp ende het eerff van St. Anthonis kerck bij de Scalicwijckerpoort. Op alsulcke besteck, condities ende voorwaerden, als men eenen ijgelicken ten daghen dienende zal voorhouden. | |||||||||||||||||||||||||
[27 December 1579]27 Decembris die malcontentenGa naar voetnoot563 openbaer vijanden verclaert ende gepubliceert binen Haerlem. Artois, Henegouwen, Namen, Mechelen, Loven, met haer adherenten. Hier is een placcaet of gepubliceert binen Haerlem. Weijnich soomers ist dit jaer geweest, drie maenten goet hoij weder, maer van St. Jacop tot St. MichielsdachGa naar voetnoot564 toe meest regen ende windt, van omnium sanctorum tot het eijnde een redelicke winter.
Ga naar margenoot+Weesmeesters: Mr. Gherijt van Ravensberge, Mr. Ghijsbert van Ness, Claes Janss. burgemeester, Barthout van de Nieuwenberch. Leeprosmeesters: Pieter Willemsz. Bal, Jan Aelbertsz. brouwer, Jan Olij, Willem Jansz. Verwer. Kerckmeesters: Gherijt Ruijchaver, Hans Colderman, Caesar Boetius, Corn. Vechtersz.Ga naar voetnoot565. Regierders van St. Barber gasthuijs: Lourijs Janss., Clement Cornelisz. Heiligegeestmeesters: Jan Pietersz. Deijman, Tomis Thomisz., Willem Wiggersz., Arent Meijnerts, Baert Jansz. van Assendelft. Taxasatores van de eedtbare spijze: Baert HeijnGa naar voetnoot566, Louris Laceman, IJsbrant Ockersz., Jacob Louffz. Gasthuismeesters: Jacop Jacopsz.Ga naar voetnoot567, Pieter IJsbrantz. Olij, Corn. Thomisz., Jan Marckensz., Huich Jacobs.Ga naar voetnoot568. Brootweghers: Willem Joosten, Dirick Steffensz.Ga naar voetnoot569, Ja- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 212]
| |||||||||||||||||||||||||
cop Heijmansz., Meijnert van HeussenGa naar voetnoot570. Gasthuismoeders: Haes Jans. Verwersdr.Ga naar voetnoot571, Sophia Jansdr. KiesGa naar voetnoot572, Stijtgen Brassemans, Alijt Pietersdr. Steffes DiricxwedueGa naar voetnoot573. Heiligeestmoeders: Maritgen Joosten, Trijntgen van BerckenrodeGa naar voetnoot574, Achte Pietersdr. Willem Aeriansz. weduwe, jonffrou Maertens van Abcoude paep Berckerode zijn huijsvrouGa naar voetnoot575. Leproosmoeders: Machtelt Claes Lottensdr.Ga naar voetnoot576, Lisbet Claes Hals Crabbemors weduweGa naar voetnoot577. Omnium sanctorum ofgelesen in die Groote kerck van die Geusen. 1579. | |||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Memorij voor die homans 1579 den 9en februarii gepubliceert.In den eersten sullen sijluiden twee personen uut elcke ghebuerte van haerluijder homanschapen nemen ende bij gescrifte stellen, die gequalificeert zijn, omme regardt ende opsicht te nemen opten armen ende miserabilen persoonen, elck in huerluijder gebuerte wesende. Sullen oock aenteijckenen ende bij namen in gescrifte stellen allen den persoonen, die in hueren homanscappe van den alemisse leven. Ock hoeveel kinderen, dat zijluijden hebben, insgelijckx hoe oudt van jaeren dezelve kinderen zijn, wat ambocht dat sijluijden doen mitsgaeders hoe lange tijt dat sijluijden in deser stadt gewont hebben ende mede van waer dieselve personen gecomen zijn. Sullen mede bij gescrifte stellen, wat herbergen dat in huerluijder homenscappen zijn ende wat regement in denselven herberghen gehouden woort ende off sij ghene ongelijcke persoonen en setten. Voort wat clachten zij in huerluijder homenschappen ende gebuerte hoo- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 213]
| |||||||||||||||||||||||||
ren ende of daer geen persoonen en sijn, diewelcke ongelijcke persoonen setten ende nochtans geen openbaer herberghe en houden, haelende hemluijden dranck buijtens huijs. Sullen ingelijcx bij gescrifte stellen allen den straten ende steegen, die in haer homenscappen zijn. Een zullen ditzelve doen, soe haest hem dat doendelijck is. Dit hebben die burgemeesteren laeten doen als Februarius voors., als men die kercken ende closteren zouden vercopen, om hiermede die burghers te contenteeren ende haer ooren te stoppen, daer en zijn geen penningen of contributien vor den armen gecomen, maer God weet, wat armen, dat zij menen. Elck raemt hoer blauen sac. Den zeer schoone uuijtganc des jaers sonder groote coudt, gheen snee. Het ijs nieste starrick, naetuerlick weder, tot het jaer 80 toe. |
|