11
Terug in Sarasota spoedde Lilian zich naar haar werk, schuldbewust omdat ze vroeg in de ochtend met een blatante smoes een vervanger had moeten regelen. Voor mij lag bij de receptie een fax. ‘Max onklaar. Bel Tanja of Unipers.’
Bij Unipers was het avond, maar Tanja was thuis.
‘Max is met z'n eigenwijze kop tegen een tram aan gereden en beweert bij hoog en bij laag dat trams geen voorrang hebben. Maar hij moet wel een week in het ziekenhuis met een hersenschudding.’
‘Die had hij volgens mij z'n hele leven al.’
Enige opluchting zat er wel achter mijn reactie, voor hetzelfde geld had hij een hartaanval gehad of een hersenbloeding en daarvoor mocht ik hem toch te graag.
‘Ja leuk, Hans. Maar nu het goede nieuws. Je mag weer terugkomen. Ik kan je namens het directiesecretariaat meedelen dat er een nachtvlucht voor je geboekt is vanuit Orlando. Je moet om twaalf uur inchecken, wacht even.’
Ik hoorde haar rommelen in paperassen.
‘Even zoeken hoor, ik heb hier zoveel afspraken liggen. Donderdag lunch met onleesbaar, vrijdag 9 uur fotosessie Elle, de 17de bespreking hoofdrol Pim de la Parra. Is dat iets voor mij Hans, Pim de la Parra-movies?’
‘Wil je nou even opschieten, stuk verdriet?’
‘Ja, hier heb ik het. Nul twee nul nul vertrek, twee vier nul nul inchecken, klm, en dan kom je hier aan om zeventien nul nul uur. Dat is vanwege het tijdsverschil. Ik haal je van Schiphol op, en dan rij ik je naar het ziekenhuis waar Max ligt. En daar ontvang je dan je briefing. Hé, kan ik hier iets voor declareren? Ik zit nu toch echt secretaressenwerk voor je te doen. En niet slecht ook.’
‘Zoek maar wat lekkers uit de ijskast. Verdomme, verdomme, wat komt dit ongelukkig uit. Kan er niet iemand anders invallen?
‘Dat heb ik ook gevraagd, maar Max wilde alleen het ziekenhuis in als jij teruggeroepen werd. Het spijt me, Hans. Moet je horen, als het heel moeilijk is, dan doe je het toch gewoon niet? Je leeft maar één keer en sommige kansen komen niet terug. Ik kan altijd zeggen dat je zoek bent.’
Ik zat koortsachtig te piekeren maar zag geen uitweg.
‘Heb je je jeugdvriendinnetje gevonden?’
Haar stem klonk wat dunner.
‘Ja, ik heb haar gevonden, en ik zou er heel wat voor over hebben om te blijven.
Jezus wat komt dit slecht uit.’
‘Blijf dan toch, sukkel. Ik leg het wel uit. Hé, zal ik zeggen dat je ziek geworden bent?’
‘Dat kan niet. Ik kan het Max niet aandoen, verdomme. Ik zie je morgen om vijf uur in de aankomsthal. Als ik je mis, in welk ziekenhuis ligt Max?’
‘Andreas.’
‘O.k., dat onthou ik wel.’
‘Hans?’
‘Ja.’
‘Nee laat maar. Tot morgen.’
In het kantoortje van het motel vond ik Lilian in de weer met een echtpaar.
Ik trok wat folders uit het folderrek. Wet 'n Wild, Busch Gardens, Edison Home.