Over verspilling
In de krant staat dat een Nederlandse vuilnisdeskundige gearriveerd is om adviezen te geven. We begrijpen het probleem niet, want vuilnis zien we praktisch niet, ook niet in de voor Nederlandse begrippen toch vrij forse steden als Jakarta, Surabaja, Bandung en Malang.
Het ontbreken van vuilnis heeft een eenvoudige reden: er is altijd wel iemand die het afval kan gebruiken. Wat voor de een een weggeworpen blikje is, is voor de ander een prima beker of een stuk speelgoed of een handig opbergdoosje. Voedsel gaat altijd wel een maag in, kleren vinden altijd wel een nieuwe drager. De kleine restanten worden opgeruimd door de mieren of door een vuurtje in de tuin. Honden zijn er niet, althans niet op straat. Indonesië is een schoon land, dat zijn rommel niet opruimt maar telkens opnieuw gebruikt tot er niets meer over is. Om dezelfde reden zie je nergens autowrakken: elk wrak kan rijden, of het schenkt in onderdelen het leven aan collega's.
De Nederlandse vuilnisdeskundige zal zijn ogen uitgekeken hebben.