Over Engelse les
Een magere gebrilde jongen stopt en stapt van zijn fiets. ‘May I ask you a question?’ zegt hij ernstig. We aarzelen, het zal wel weer iemand zijn die ons naar een batikwinkel wil brengen, maar knikken ten slotte toch beleefd. Hij denkt diep na en stelt dan de vraag: ‘What's your name?’
Enigszins verbaasd geven we hem de verlangde informatie.
‘My name is Herman,’ antwoordt hij. ‘But I am not German,’ voegt hij eraan toe.
Stilte. Het is drukkend weer, het zal zo gaan regenen. We staan op het trottoir van de Malangse Passar Besar en vragen ons af waar hij met ons heen wil.
‘How do you like my country?’
Er gaat ons eindelijk een licht op. Herman is bezig zijn Engelse les te oefenen op een aantal geheide Australiërs.
Engels is hier zeer populair, in alle boekhandels tref je woordenboekjes en cursussen aan, en leesboeken die gebaseerd zijn op een bepaalde woordenschat (negenhonderd woorden bijvoorbeeld, waarbij ik me steeds afvraag of dit niet een onzinnige propositie is: de kans dat iemand nu juist déze negenhonderd woorden kent is natuurlijk niet groot).
Er zijn ook boekjes voorhanden met kant-en-klare conversatie, die niet zelden ook een opvoedende waarde hebben:
a: Why do you look so worried? What's the matter with you?
b: My sister seems to be more interested in her boy-friend than in her study
a: Not only your sister. In our faculty alone there are a lot of