Over het winkelen
Op Java is alles te krijgen waar de Europeaan aangewend is, al zal hij er wel eens naar moeten zoeken en al zijn er enkele uitzonderingen (papieren luiers bijvoorbeeld).
Het winkelsysteem is echter geheel anders.
De dagelijkse voedingsmiddelen (vlees, groente, fruit) zijn alleen te krijgen op de pasars, waarvan de grotere plaatsen er verscheidene hebben en de kleinere plaatsen één. Er is dus géén buurtslager, groenteman, melkboer en dergelijke, de buurtwinkels leggen zich toe op een combinatie van kruidenierswaren, drogisterij artikelen, snoepwaren en dranken.
In het centrum van de steden en plaatsjes vind je dan de specialiteiten, de winkels voor fotoartikelen, gereedschappen, kleding, schoenen en dergelijke.
Op Europeanen maakt het een gekke indruk dat de dagelijkse behoefte aan vlees, vis, groente en fruit alleen op enkele centrale plekken te koop is. Dat is echter een gevolg van het bediendensysteem: zelfs de kleinste kantoorbediende heeft nog wel een kokki die 's ochtends haar belanja-geld (boodschappengeld) krijgt en daarmee naar de pasar gaat om in alle rust te tawarren.