| |
| |
| |
Bibliografie
In boek- of brochurevorm verschenen werk van S.E.W. Roorda van Eysinga
Eenige denkbeelden over goedkope spoorwegen op Java. Soerabaja, 1 nov. 1864. Thieme Kolff & Co. (1864). |
Mijne verbanning; de officieele waarheid. Grevenbicht, 28 mei 1865. Gebr. J. en H. van Langenhuysen (1865). |
De ‘Liberalen’ en mijne verbanning. Delft, 8 augustus 1865. J.C. Schlömann (1865). |
Een mysterie; eerste adres aan de tweede kamer. Delft, 13 oktober 1865. J.C. Schlömann (1865). |
Trekt Nederland batige saldoos ten koste van Java?; tweede adres aan de tweede kamer, een getuigenis à décharge. Delft, 20 november 1865. J.C. Schlömann (1865). |
Eene ontleding van ‘Onze koloniale staatkunde’. Delft, 18 december 1865. J.C. Schlömann (1865). |
Heftigheid en gemoedsbezwaren; derde adres aan de tweede kamer. Grevenbicht, 11 mei 1866. J.C. Schlömann (1866). |
Mijne verbanning en mijn vloekzang; eene andere waarheid dan de officieële. Grevenbicht, 29 mei 1866. J.C. Schlömann (1866). |
Weten en begrijpen. Rolle, 7 juni 1873. P.J. Kraft (1873). |
Thomas Joannes Stieltjes. Badplaats Uriage bij Grenoble, 12 oktober 1878. Overdruk uit ‘Tolk van den Vooruitgang’. |
Nellie's brieven over de Oost. Clarens, 28 augustus 1886. Overdruk uit ‘de Dageraad’. |
Waar zal ik ellende vinden? Clarens, 13 juni 1887. Overdruk uit ‘Recht voor Allen’ van het artikel ‘Een misdadige circulaire’. |
Uit het leven van Koning Gorilla. Clarens, 1887. Deels overgenomen uit een artikel in ‘Recht voor Allen’. Herdrukt in ‘Hop hop hop, hangt de socialisten op’ van L. de Vries (1967). |
Verzamelde Stukken van S.E.W. Roorda van Eysinga. B. Liebers & Co (1889). Artikelen uit ‘Recht voor Allen’, met een biografische schets van F. Domela Nieuwenhuis. |
Briefwisseling tusschen Multatuli en S.E.W. Roorda van Eysinga. W. Versluys (1907). |
| |
Bladen waarin S.E.W. Roorda van Eysinga schreef
Onderstaande lijst is geput uit de briefwisseling Multatuli-Roorda, de diverse brochures die Roorda schreef, en de artikelen die over hem verschenen. Van de meeste bladen konden we achterhalen in welk jaar er in elk geval iets van Roorda in stond, een nauwkeurige afbakening van het begin en eind van zijn medewerking was meestal niet vast te stellen.
| |
| |
Het Bataviaasch Handelsblad (1859 en later). |
Het Deventer Weekblad (tijdstip onbekend, in elk geval één artikel: ‘Was ik zo vaag?’). |
De Dageraad (bijv. in de jaargang 1885-86, drie artikelen onder de titel ‘Beschaving of koffi?’). |
Het Groninger Weekblad (1886-87). |
Het Indisch militair tijdschrift (rond 1872). |
De Indische Opmerker (bijv. 1881, technische artikelen in de serie ‘Strooptochten op nijverheidsgebied’). |
De Java-Bode (o.m. het ‘gewraakte’ artikel van 25 juni 1864). |
De Lantaarn (ca. 1885). |
De Levensbode (ca. 1871). |
De Locomotief (1870-72 en na 1885, broodschrijverij onder de titel ‘Brieven’: wetenswaardigheden uit Europa). |
De Nederlandsche Spectator (bijv. 1883, een serie ‘Uitboezemingen van een excentrieke’, voornamelijk over Zwitserland). |
Het Nieuwe Schoolblad (Versluys) (ca. 1885, artikelen tegen het openbaar onderwijs, pro het recht van ambtenaren om kritiek op de regering te hebben, aansporing aan leraren om de leerlingen afkeer van de koloniale staatkunde in te boezemen). |
Het Noorden (ca. 1870, Roorda was ‘Brussels correspondent’). |
Oost en West (1878 en later. Dit weekblad dreef voor een groot deel op Roorda's produktie. Hij schreef er veel persoonlijke herinneringen op, maar ook uitvoerige betogen, o.m. een lange serie over ‘De zege van het nieuwe stelsel’). |
De Oostpost (1864). |
Het Padangsch Handelsblad (tijdstip onbekend). |
La Philosophie Positive (tijdstip onbekend). |
Recht voor Allen (1886-87. Deze stukken zijn in 1889 gebundeld). |
Le Révolté (tijdstip onbekend). |
Het Schoolblad (Bruinsma) (ca. 1885). |
Het Soerabajaasch Handelsblad (ca. 1864-1870). |
De Sneeker Courant (ca. 1870). |
De Telegraaf (bijv. 1872). |
De Tolk van den Vooruitgang (bijv. 1878). |
De Tijdspiegel (sept. 1865, artikel over het spoorwegnet van Massachusetts). |
Het Vaandel (1866, herinneringen aan zijn kadetten-tijd). |
Het Vaderland (ca. 1872). |
De Vrije Gedachte (bijv. 1873, artikel n.a.v. het overlijden van Otto Carl Matzen). |
|
Mogelijk schreef Roorda ook in De Stoompost, het Tijdschrift voor Nijverheid en Landbouw, het Weekblad voor het Onderwijs, de Militaire Spectator. |
| |
| |
| |
Literatuur
A.M.D.G. Mysteriën. In: De Tijdspiegel, 1865. Deel 2, p. 199. |
|
P. Brooshooft. Middelpunt-vliedende mannen. In: De Beweging, 1908. p. 360. |
|
B. Bymholt. Geschiedenis der Arbeidersbeweging in Nederland. Amsterdam, 1894. (Herdruk Van Gennep, 1976). |
|
A.J.W. van Delden. De Liberia Koffij op Gemampier. In: Tijdschrift voor Nijverheid en Landbouw in Ned. Indië, oktober 1886. |
|
F. Domela Nieuwenhuis. Van Christen tot Anarchist, 1910. |
|
I.H. Enklaar. Joseph Kam, ‘Apostel der Molukken’. Boekencentrum N.V., 's-Gravenhage, 1963. |
|
Henri A. Ett. De vloekzang van Sentot. Een dokumentaire studie. In: De Nieuwe Stem. Jaargang 15, december 1960. p. 760-777. |
|
P.H.C. Jongmans. De exorbitante rechten van den Gouverneur-Generaal in de Praktijk. (Dissertatie) J.H. De Bussy, Amsterdam, 1921. |
|
J.J. Kalma. Dit Wienen ek Friezen. N. Miedema & Co, Ljouwert, 1966. |
|
Van Resteren. Een necrologie van S.E.W. Roorda van Eysinga. In: De Indische Gids, 1888. p. 268. |
|
Multatuli (= Eduard Douwes Dekker). Max Havelaar. Editie van 1875, noot 5. |
|
Multatuli (= Eduard Douwes Dekker). Ideeën. Zie: Idee 227a (noot 1); Idee 535 (noot 2); Idee 655 (noot 3); Idee 1003; Idee 1050. |
Nederlandsche Staats-Courant. Bijblad.
1864-1865 |
p. 174; Deel II: p. 739; Deel II, p. 533 ev.; Deel II, p. 649-664; Bijlage 66, p. 686. |
1865-1866 |
II, p. 424 (verzoekschrift no. 13); II, p. 425 (verzoekschrift no. 27). |
1866-1867 |
II, p. 685. |
1870-1871 |
II, Gedr. St. 44, no. 1, p. 337. |
|
Gedr. St. 44, no. 2, p. 1639; |
|
II, p. 957-959. |
| |
| |
J.A. Nieuwenhuis. Uit den tijd der Voortrekkers. N.V. Ontwikkeling, Amsterdam, 1927. |
|
J.A. Nieuwenhuis. Een halve eeuw onder socialisten. De Torentrans, Zeist, 1933. |
|
R. Nieuwenhuys. Oost-Indische Spiegel. Amsterdam, 1972. Zie pp. 155-162; 172-223. |
|
N.N. (vermoedelijk C.H.F. Riesz). Nieuwe bloemlezing uit Rembangsche Brieven. Overdruk uit het Nieuw Dagblad van 's Gravenhage; H.C. Susan, Ch. Zoon, 's Gravenhage, 1862. |
|
Papageno (= S. Kalff). Een revolutionair in Indië. In: de Javabode, 1 juli, 8 juli en 15 juli 1905. Ook in: de Indische Verlofganger, 31 juli 1925 (verkorte versie). |
|
Julius Pée. Multatuli en de Zijnen. Wereldbibliotheek N.V. Amsterdam; 1937. |
|
Ramaer. Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek. 1924. Deel VI; kolom 1205. |
|
S.A. Reitsma. S.E.W. Roorda van Eysinga. De dichter van Sentot's vloekzang. Haagsch Maandblad. Deel XXXV; no. 3 en 4. Maart-April 1941. |
|
P.P. Roorda van Eysinga. Verschillende Reizen en Lotgevallen van S. Roorda van Eysinga (...) Amsterdam, 1830-1832. |
|
S.E.W. Roorda van Eysinga. Briefwisseling met F. Domela Nieuwenhuis. Bevindt zich op het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis te Amsterdam. |
|
S.E.W. Roorda van Eysinga. Briefwisseling S.E.W. Roorda van Eysinga - E. Douwes Dekker. Bezorgd door mevrouw M. Douwes Dekker. W. Versluys, Amsterdam 1907. |
Briefwisseling met E. Douwes Dekker, ongepubliceerd. Bevindt zich in de U.B. Amsterdam (Multatuli-archief). |
|
Th.J. Stieltjes. De reis met den Gouverneur-Generaal Baron Sloet van de Beele over een gedeelte van Midden-Java in Juni 1862, in verband beschouwd met eenige gebeurtenissen, die hier zijn voorafgegaan of gevolgd. Deel 2 van ‘Gegevens omtrent de zaak der spoorwegen op Java’, 1864. p. 7. |
| |
| |
W.H. Vliegen. De Dageraad der Volksbevrijding. S.L. van Looy, Amsterdam, 1905. |
|
L. de Vries. Hop, hop, hop, hangt de socialisten op! Uitgave: Polak & Van Gennep. Amsterdam; 1967. |
|
W.F. Wertheim. De geest van het Oostindische Gouvernement honderd jaar geleden. Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde. Deel 117. 1961. Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde. p. 436-546. |
Ook opgenomen in: Geschriften van het Multatuli-Genootschap. Deel V. 1962. |
Ook opgenomen in de bundel: Ketters, kwezels, Regenten en rebellen (1968). |
|
W.F. Wertheim. Doopceel van de dichter der Vloekzang. Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde. Deel 116. 1960. Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde. Martinus Nijhoff, 's Gravenhage 1960. |
|
Wim Zaal. Vloekjes bij de thee. Een reportage over de 19de eeuw in Nederland. Amsterdam; 1961. Zie p. 119-120; p. 221; p. 274-275. |
|
|