Vakantievreugde
Aan het eind van de eerste dag was iedereen korzelig. Het was warm geweest, er was te slim gepraat en tenslotte brak de grote verveling door.
Henk vroeg zich af wie met wie zou slapen. Volgens de berichten was niet iedereen in de groep heteroserviel, en inderdaad raakten de uitgestoken voelhorens spoedig onontwarbaar in de knoop.
Er werd dan ook naar uitstel gezocht, men ging aan de alcohol en Henk, die zijn ongeduld nauwelijks aankon trok zich geërgerd terug. Hij koos de lelijkste kamer, ging op bed liggen, en sloeg aan het rekenen: een gezelschap van 6 personen waarvan 3 mannen en 3 vrouwen, een van de mannen is bi-sexueel, een van de vrouwen is lesbisch, een van de mannen is verlegen, de rest reageert normaal. De verlegen man komt alleen in het strafkamertje terecht en vraagt: als het gezelschap slechts 3 kamers ter beschikking heeft en het is onaannemelijk dat 3 personen in één kamer zullen overnachten, zal dan de persoon die de verlegen man gezelschap komt houden een vrouw of een man zijn?
Het werd tenslotte Minerva, zij kwam binnen, deed het licht aan en zag er kwaad uit. ‘Slaap je al?’ vroeg zij. Henk boog zich gelaten over haar magere lichaam. Het einde kwam al bijna vóór het begin.
‘Ik ben een eenvoudige, recht-op-en-nedere minnaar,’ zei hij verontschuldigend. Ze knikte kort en viel in slaap. Hij begon opnieuw te rekenen: een bi-sexueel, een lesbische, een verlegen man, een lelijke vrouw die niet meer met de verlegen man wil, en twee anderen. Wie o wie?