Mijn favoriete banaan heet voortaan anders
Midden in de nacht werd er opgebeld. Hij lag in bed maar sliep nog niet.
‘Met mij,’ zei de stem triomfantelijk in zijn oor. Meisjesachtig, weet je wel.
‘Wel, aan deze kant ben je niet,’ antwoordde hij. Het was Marijke.
‘Ik heb wat mensen hier,’ zei ze, ‘kom je ook?’
‘Moet het werkelijk?’
‘Het hoeft niet. We zouden het fijn vinden.’
‘Wie zijn we?’ vroeg hij geprikkeld.
‘Harry, Henk, Liesbeth, nog een paar anderen en ik. En Kees natuurlijk.’
‘Ik kom,’ zei hij, ‘tot direct.’
Hij legde de hoorn zacht neer en ging naar de spiegel. Dag Karel. Zijn ogen vielen mee, maar de rest was teleurstellend als altijd. Hij kleedde zich aan en liep diep in gedachten de deur uit.
Het was zacht weer, geen kip op straat, de wind dribbelde voor hem uit met een prop kranten.
Marijke woonde om de hoek, dat was altijd een groot gemak geweest. Hij had trouwens ook nu de gewoonte om elke avond even langs te lopen en te kijken of er licht brandde. Eerder op de avond had hij al gezien dat ze een feestje had.
En om 3 uur was dan kennelijk zijn naam gevallen en Marijke had tegen Kees gezegd ‘Hè ja, laten we Karel even vragen.’ Of eenvoudig met tintelende ogen ‘ik zal Karel even bellen, ja?’
Karel zou wel gek geweest zijn als hij het weigerde, tenslotte zijn we toch moderne mensen nietwaar, jongens onder mekaar, heden ik morgen gij, die dingen gebeuren nu eenmaal, je kunt toch gewoon vrienden blijven.
Bij de deur gekomen vroeg hij zich even af of hij de sleutel zou gebruiken, maar belde tenslotte toch maar aan. Ze stond hem op te wachten bovenaan de trap, blond en iets te dik. Wel een kus of géén kus. Hij besloot er toch een te plaatsen, heel terloops en vanzelfsprekend. Het kwam ergens op de slaap van haar bewegend hoofd terecht.
‘Zo, zo,’ zei hij licht hijgend en ging de kamer binnen. Daar zaten Kees en een mager klein meisje, de povere restanten van een drukke avond. Alle anderen moesten met een sneltreinvaart vertrokken zijn, na het telefoontje, soms nog met achterlating van half volle glazen. Kees was lang en gelukkig en schudde hem langdurig de hand, terwijl hij met dikke tong informeerde hoe het met hem ging.
‘Goed, goed’ zei Karel en keek naar het bezoek. Het meisje was schrikbarend mager en klein met donker haar in een knotje op het hoofd. Ze stelde zich voor als Joske.
‘Ja, ja, Joske logeert hier’ zei Marijke handenwrijvend. Ze leek niet helemaal op haar gemak en lachte haar zenuwlach. Knch Knch door