Revelatie
Tawarren was de nationale plaag, elke prijs was een vraagprijs en moest in onderhandeling bijgesteld worden.
Je begon dan met een tegenbod van een derde en eindigde halverwege tussen die bedragen. Dat stond bij voorbaat al vast. De tijdrovende zinloosheid van dat ritueel kon alleen gerechtvaardigd worden door de grote hoeveelheid tijd die iedereen beschikbaar had, en wie er het meest geduld voor had, hield er soms een dubbeltje extra aan over.
Maar het was mogelijk te ver te gaan, en ik herinner me nog altijd met schaamte een dag in Wendit, een klein vakantieplaatsje bij Malang, waar roeibootjes te huur waren voor een tochtje op de stille modderbruine rivier. Het was een rustige dag, veel boten en weinig klanten.
300 rupiah vroeg de luidste van de tien verhuurders voor een uur roeiboot, en in een bui van landerig zelfvertrouwen bood het blanke kolonialistenzoontje 50 rupiah.
De verhuurder acteerde verontwaardiging en noemde 250 als bodemprijs. Pesterig ging ik omhoog tot 60.
Na een kwartier was hij gezakt tot 150 en ik gestegen tot