Nipper 37
Rekenen (1).
Na het eind-examen HBS-A wilde ik bij de marine, dat leek me de kortste weg terug naar de tropen.
Indonesië was verloren, maar we hadden nog de Antillen en Suriname.
Maar er waren er meer die bij de marine wilden en ik viel af. En toen wist ik het even niet.
‘Straks zijn alle banen weg’ riep mijn moeder in paniek.
Ze was opgegroeid in de crisisjaren dertig en mijn vader was werkloos geweest.
Nu was het 1956, banen in overvloed.
Maar maak dat je moeder eens wijs.
Ik sloeg de krant open en keek naar de vacature-advertenties. De accountantskantoren waren in de meerderheid en om van het gezeur af te zijn meldde ik me aan en werd meteen in dienst genomen als assistent-accountant bij Klijnveld Kraayenhof & Co.
Voor 150 gulden per maand bruto, de zaterdagmiddagen en zondagen vrij.
Als derde assistent moest ik bedragen van bedrijfsinkomsten en -uitgaven optellen en kijken of het door mij bereikte totaal klopte met wat er al door de boekhouding als totaal onder gezet was.
Het totaal klopte natuurlijk altijd. En dan zette ik bij dat getal een v-tekentje met een speciaal magenta-potlood dat uitsluitend voor dit accountantskantoor gemaakt werd.
Eén keer klopte mijn totaal niet met dat van de boekhouding. Bij een verzekeringsmaatschappij kreeg ik een dik pak papier met daarop alle bedragen van de daar ondergebracht levensverzekeringen.
Een Hollerith-machine (voorganger van de computer) had de lijst geproduceerd en helemaal onderaan het dikke pak stond