Vlaamsche volk, en geen dorp in ons Vlaamsche land dat niet bezocht werd door den nieuwen geest in een zijner leden.
De zelfinkeer van een volk is het oogenblik der geestelijke ontvangenis, en wat ons Vlaamsche volk eens zal voortbrengen, als zijne nieuwe kracht zal zijn uitgerijpt, mag als de vervulling worden aanzien van de beginselen en verwachtingen, welke wij nu in zijnen schoot neerleggen. Nu is te zorgen voor de uitzuivering van het volksgemoed, nu voor het vestigen zijner idealen en het opwekken van zijn durf en zelfvertrouwen. En de dubbele gevolgtrekking dringt zich op: dat elk die spreken kan, spreke, en dat elk die hooren moet, worde bereikt opdat het inwendig gesprek van het volk met zichzelf zoo levendig mogelijk worde gevoerd.
Wij, die katholieke en volksgezinde Vlamingen zijn, wij willen onzen plicht doen tegenover ons volk. Wij willen niets verwaarloozen, om naar onze rechtzinnige levensopvatting, onzen stam tot zijn volwezen te brengen. Onze werken en vereenigingen zijn vele: studenten- en oudersbonden, groepeeringen van mannen en vrouwen, letterkundige, wetenschappelijke, maatschappelijke studiekringen, tot in de hoekjes van Vlaanderen en overal bloeiend. Onze organisatie is bijna volmaakt, wat volledigheid en ineenschakeling betreft, en onze zorg mag zich voortaan meer richten op het versterken van bestaande onderdeelen dan op hunne vermeerdering. De invloed die uitgaat, de drijfkracht welke door ons vereenigingsleven wordt ontwikkeld, is onberekenbaar. - Maar het beste voorlichtingsmiddel is het dagblad, en dat is onze zwakte. We hebben enkele zeer verdienstelijke en veelgelezen bladen. - we hebben er te vele zonder beteekenis, vooral onder de weekbladen.
Zou daar niet ten deele de oorzaak liggen van de geestelijke armoede en het gebrek aan verstandelijke belangsteling bij het volk?
Men vergist zich in de gesteltenis van het volksgemoed.
Het is niet met slordige noch zoutelooze papierpraatjes dat men de natuurlijke onaandachtzaamheid van het volk voor onstoffelijke waarden, kan overwinnen. Het begrip van het volk is eenvoudig, maar niet altijd zonder natuurlijke diepte, en wanneer men zijn gemoed weet te boeien is het volk een leergierig kind, dat vatbaar is voor schoonen indruk en edelen hartstocht. Het beste is niet te goed voor het volk en het is niet overdreven dat al degenen die denken en schrijven kunnen in Vlaanderen en wier beginselen niet in onverzoenlijken strijd staan met malkaar, zouden samenwerken, om aan het Vlaamsche volk, ook aan het volk der menigte, en niet aan de ontwikkelden alleen een blad te geven, dat in woord en beeld het voorlicht, boeit en opwekt, een blad van hooger leven, dat zoude wezen als zijn zuiver geweten, zijn hooger zelfbewustzijn, zijn beter ik.
Zoo n blad ontbrak ons. Nu wil het komen. Zijn zending en zijn weg hoeft het niet te zoeken. Zij worden klaar afgeteekend door het doel onzer Katholieke Vlaamsche Beweging: ons volk te herstellen in zijn roem, in zijn recht, in zijn schoonheid, in zijn welvaart en in zijn ongeschonden persoonlijkheid, ons volk door broederlijke samenwerking tot de volledigste ontwikkeling op te voeren. god en de menschheid ter eere.
a. | Ons volk ontwaakt. |
b. | Uitgave der Samenwerkende Maatschappij ‘Volksontwikkeling.’ |
| Motto: Geen Taal! Geen Volk! |
c. | Antwerpen. |
d. | Drukker: Jos. Splichal, Turnhout. |
e. | ‘Ons Volk. Een tekort.’ |
f. | 1e jg., nr 1, 7 september 1911, p. 1. |
g. | frans van cauwelaert* (Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek, thans Roosdaal, 1880-Antwerpen 1961), politicus, redenaar, journalist, hoogleraar. Hij was de stichter van dit geïllustreerd weekblad dat hij beschouwde als een middel tot verheffing van het culturele en intellectuele peil van het Vlaamse volk. |