-137- [Programmaverklaring van Carolus]
Ik stel mijzelf voor:
- Ik ben carolus, het weekblad van de Vlamingen.
- Het is mij aangenaam nwe kennis te mogen maken.
- Ik ben zeer vereerd...
Zie zoo: aangenaam en vereerend weze inderdaad onze kennismaking- en duurzaam. Daarvoor zal ik, carolus, mijn best doen.
Ik gaa deze eerste kennismaking te baat nemen om u te zeggen wat ik zal doen, let wel op: ik schrijf niet wat ik zal pogen te doen, maar wel wat ik zal doen; want alle middelen om te bereiken wat ik mij voorstel dat mijn doel moet wezen heb ik bij der hand. Immers langen tijd duurden de voorbereidselen en nu, bij het begin van het jaar 1911, hier ben ik!
En ja, terwijl ik er aan denk: ik wensch u, lezers, lezeressen, allen een voorspoedig jaar en moget gij nog lang in volle gezondheid carolus lezen!
Ik ben het weeblad van de Vlamingen, ik wil niet zijn een blad van eenige Vlamingen, van eene groep, van de helft der Vlamingen, neen! Er staat de Vlamingen. Dat beteekent dat ik gezonde, krachtige lektuur wil verschaffen aan alle Vlamingen, dat ik bij hen het bewustzijn van stam, aard en taal wil aanwakkeren, hunne rechtmatige eischen steunen...
Daaraan heb ik - en met den besten uitslag, weest er van verzekerd! - mij gewend tot allen van onzen stam, die naam hebben op welk gebied ook, en velen, velen zullen mij helpen, Ik zal kunnen aanbieden onuitgegeven lettervruchten onderteekend door onze beste schrijvers; opstellen van wetenschappelijken en filosofischen aard van de eersten onzer Vlaamsche geleerden; beschouwingen over kunst, onder eiken vorm, uit de pen der