-117- [Programmaverklaring van Nieuw Leven]
D'r was behoefte, en we zouden trachten ze te voldoen, d'r waren jonge krachten onwerkdadig en we zouden pogen hen te laten ontplooien.
En nu na 'n goede poging - na de verzameling van stoffelijk en geestelijk materiaal - is Nieuw-Leven geboren. De aanval tegen de burger-samenleving waarin schoon, kunst en leven te krampen liggen, neemt z'n loop.
De eerlijke kritiek - los van alle partijdigheid en klein-menslijkheid - zal uit ons geboren worden, losgaan op het kleine in-duffe-kringen omslotene, meehelpen 't onvolmaakte naar volmaaktheid te voeren, eeren het goede en het eerbare. Het werk der jonge modernen - hier zoo weinig gekend - zal ingang vinden.
Eigen werk van jongen van hier zal leven. Voor elke actie zal reactie zijn.
Alzijdig zal het blad omvatten het heele wezen der kunst: letterkunde, tooneel, muziek, schilder- en beeldhouwkunst.
De groote dingen uit het leven onder de mensen nemen we in ons, om ze te verwerken als kritisch stof tot 't bereiken van 'n schooner mens-zijn.
We willen eerlijk blijven en 'n poging doen los te komen uit de enge mensenwriemel.
Dat we jong en driest zijn is juist onze goddelijke kracht, wijl we in deze jeugd 't sterkst ondergaan al de aandoeningen, wijl we nu 't hevigst gevoelen de zucht naar schoon en kunst ook nu de meest ongetemperde en onbedoken kracht vrij en sterk in ons voelen leven.
We gaan de lange baan, de verre verte in.
Wie z'n stem bij d'onze wil brengen, eenzelvig met ons z'n geluid wil verklanken, werke mee; hij weze ons welkom.