De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914
(1982)–Raymond Vervliet– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 365]
| |||||||||||||||
wandelen ze, voetje voor voetje, hun stille wegeltjes voort, en kunnen 't niet wijs worden, hoe iemand zooveel moed en moeite wil opofferen om boven hun hoofden uit te kijken. Als ze wisten hoe laag hij ligt, hun kruipgang! Ja, we willen hooger! en klimmend steunen wij op niets en niemand tenzij op 't goede recht van onze zaak en 't eerlijke volk dat in het goede recht zal gelooven zoodra 't hem bekend is. Wij gaan vooruit naar de opene oprechtheid, de bewuste vrijheid, het fiere nieuwleven van een jong toekomstig volk dat moet sterk worden door strijd en heerlijk door vrede. We springen wie nood roept ter hulp, en redden wie zijn hand opsteekt uit den afgrond. De onderdrukkers, afpersers en dwingelanden, de vleiers, knijzers en bevers, smakken we omver en gooien ze in den oven van 't schadelijke en onnutte, totdat er in 't wijde Vlaamsche veld niets meer tiere dan onafhankelijken, moedigen, sterken, geestvollen en hartrijken. En daartoe staan we met hand en tand een breede religie voor, die strookt met het zielleven van ons volk, eerbiedigend nochtans de opinie van andersdenkenden en bestrijdend binnen en buiten haren schoot, degenen die ze uit baatzucht vervolgen en degenen die ze uit baatzucht verdedigen! En daartoe steunen we met hals en schouder alwie krachtig ievert voor de stoffelijke opbeuring van den kleineren man! Daartoe eisenen we een stevig onderwijs aan elk en al in de taal van het volk - taal die moet verjongen en verrijken, met, als grondslag, het algemeen Nederlandsch en als doorslag een onbeperkte invloed van alle levende dialekten. Die taal willen wij zien heersenen in huis en op straat, voor kerk en voor staat vooràl en dooràl. In kunst streven we naar dit ideaal, dat de breedste internationale gedachte te zamen vattend met een diep vaderlandsch gevoel, een uiting zoekt in oorspronkelijk fri[s]sche beeldingskracht. In politiek - van politiekerij hebben we een afschuw - maar in politiek zijn we niet blinde volgelingen van blinde of ziende leiders, we houden het met dezulken die de zegepraal van onze ideëen bevorderen, zijn ze ditmaal van deze, andermaal van een andere zijde. Allerminst kunnen we huichelaars en belovers-uit-nood verdragen; en wie niet recht in zijn schoenen gaat, trappen we ongenadig op de teenen. Dàt willen wij! En met dit programma trekken we ten strijde op, zonder aarzelen, zonder zwichten, zonder opzicht van vriend of vijand, hardnekkig, trotsch en fanatiek, zeker van de overwinning en desnoods: getroost met onzen kop ons koppigheid te boeten! Vlaanderen moet vrij ondanks zichzelf! Ei, slapende leeuwen, wakker en los!
|
|