-88- [Programmaverklaring van De Sater]
Dames en Heeren!...
Wij hebben de eer U voor te stellen, den pas geboren doch reeds welbespraakten sater goed gemaakt van ooren en pooten: vooral van ooren, om goed te kunnen hooren en bijzonder van pooten - zoo'n schoon koppel bokkepooten!... - om duchtig te kunnen stampen... als 't noodig is! Och, maakt U maar niet bang; onze sater zal 'n goeïë sater zijn; schalksch ja, maar nooit dwars. Hij zal er zelfs vermaak in vinden, - terwijl hij zijn duivelsklauwen speelsch door zijn fijn-krullende geitenbaardje laat glijden -, wij zeggen U, dat hij er zelfs plezier zal bij hebben, U allerhande pittig nieuws mêe te deelen, zoo van voor als van achter 't tooneelgordijn; en dan een luimige, smakelijke historie... Nou, dààrvan heeft-i zijn zak vol. -
Ge weet, Dames en Heeren, dat elke welopgevoede sater geen enkel vertooning noch concert overslaat, en daarvan ook zal dan onze sater zeggen wat hij denkt; en hij zal dat heel rechtzinnig doen, al moest hij - tirestig genoeg - er een paar zieltjes bij verliezen.
Dat is al wat onze sater U voor 't oogenblik te vertellen heeft; nu hoopt hij maar dat hij zeer dikwijls en met velen Uwer in nadere kennis moge geraken, en hij heeft onszelfs gelast U te zeggen, dat het beste middel daartoe is, een abonnement op zijn blad tenemen: 't Kost maar 2.50 om van onzen sater alle... Saterdagen een bezoek aan huis te krijgen.
Nu Dames, Heeren, geneert U maar heelemaal niks, en komt gerust bij den sater aanbellen! Waarachtig, U zal opengedaan worden...
Geen dag- of weekblad komt op de wereld, of de uitgevers ervan zijn innig overtuigd - zij vergeten nooit, er bijzonder op te drukken - dat zij ‘een leemte gaan aanvullen.’
Toen wij, een jaar of vier geleden, den sater in 't licht zonden, dachten wij dat ook. We waren toen echter met een beetje overhaasting te werk gegaan; we stelden ons de zaak wel wat licht voor; ons blad werd te vroeg geboren en trok het dan ook slechts een drij- of viertal nummers.
Toen kwam de ‘leemte weer open en... de wereld draaide nog altijd naar denzelfden kant.’
Van den sater wilden we destijds maken, een Vlaamsen Tooneelblad, dat in hoofdzaak een strijdorgaan zijn zou, ten dienste der Nederlandsche schouwspelkunst in 't bijzonder en der Nederlandsche kunst in 't algemeen.
We stelden ons toen voor, dat ons tooneel te Antwerpen zulken verdediger heel goed gebruiken kan, waarlijk, we zijn daarover tot heden toe nog altijd niet van meening veranderd.
Daarom brengen wij onzen sater vandaag opnieuw voor den dag, maar dezen keer op stevige pooten en met een verzekerde, toekomst.
Van uiterlijk moet hij zijn, zoo uitgebreid, zoo netjes en goed verzorgd als het schoonste der fransche theaterbladen.
Elke week zal hij een portret afkondigen van, en met alle mogelijke interessante bijzonderheden over kunstenaars onzer beide Nederlandsche schouwburgen en andere.
Den inhoud zullen wij zoo onderhoudend en belangwekkend als aangenaam en afwisselend trachten te maken. Zoo zullen de personen die aan de duur van den Schouwburg hun stuiver uitwisselen tegen een sater, dadelijk op de hoogte zijn van alles wat in ons theaterwereldje hun aandacht verdient, of hun nieuwsgierigheid zou kunnen opwekken.