De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914
(1982)–Raymond Vervliet– Auteursrechtelijk beschermd-9- [Programmaverklaring van het Nieuw Nederlandsch Tijdschrift]Wij treden in het leven op een oogenblik dat de Vlaamsche Beweging zich sterker dan ooit sedert 1830 doet gelden; dat de strijd voor onze miskende taalrechten hardnekkiger dan ooit wordt voortgezet; dat de Vlaamsche Leeuw, wakker geschud uit den langen sluimer, den kop verheft en de miskenners van onzen Landaard grimmig in de oogen ziet. Verder hebben wij onze uitgave niet te wettigen; dat zij op haren tijd komt zal niemand betwisten. Wij komen de rangen versterken van het leger der strijders voor Taal en Vaderland, wij komen bij het Vlaamsche Volk den lust tot Vlaanische lezingen aanvuren en zijn behoefte aan kennis en verstandelijk genot laven aan de bron der Wetenschap en der Poëzie. Zoo als onze titel het aanduidt, zullen wij bij elke gelegenheid op de bres springen om onze Nationale Beweging te verdedigen, zonder aanzien van personen of zonder aan den geest van partijdigheid of camaraderie te offeren; - zullen wij aangename en boeiende lezingen - werken van Vlaamsche schrijvers of vertalingen van merkwaardige uitheemsche gewrochten - leveren; - naar aanleiding der omstandigheden al de uitingen van het Vlaamsen, of liever Nederlandsch, genie bespreken en doen gelden; - rechts en links, in de Geschiedenis van het verleden en die der moderne tijden, op het gebied van Wetenschap en van Huishoudkunde, wetenswaardige bijzonderheden garen; - verhandelingen afkondigen over Taal- en Letterkunde, Tooneel, Toonkunde, Beeldende kunsten. Natuur- en Oudheidkunde, enz., benevens Boekbeoordeelingen, en eene volledige veertiendaagsche Chroniek, om belangstellenden volkomen op de hoogte te | |||||||||||||||
[pagina 48]
| |||||||||||||||
houden van wat, in Noord en'Zuid, op kunstgebied belangrijks voorvalt. - Het alles is eene bonte mengeling, ten einde zoveel mogelijk afwisseling bij de lezing daar te stellen. Opdat men echter later in het boekdeel de onderscheidene afdeelingen gemakkelijk kunne terugvinden, zal op 't einde des jaargangs, als Inhoudstafel, eene lijst worden gegeven van de verschillende artikels, onder de klas gerangschikt waartoe zij behooren. Aan eene uitgave als de onze, was - niemand zal het ontkennen - sedert langen tijd eene diepgevoelde behoefte, in dat Antwerpen, hetwelk te recht op onze dagen als het voornaamste bolwerk onzer Beweging wordt geroemd. Wie den sedert zoovele jaren gevoerden taalstrijd van nabij heeft gevolgd, weet hoe krachtig de vrij talrijke tijdschriften welke in de eerste jaren dezes strijds geboren werden, hebben bijgedragen tot de gedeeltelijke zegepraal waarin wij, Vlamingen, ons aireede mochten verheugen. De meeste dier zoo nuttige uitgaven zijn echter, de eene voor, de andere na, gestaakt geworden; hetzij door het overlijden van de moedige mannen die dezelve stichtten of er de ziel van waren, hetzij ten gevolge der betreurlijke indringing der partijtwisten. De taak welke die vroeger talrijke, thans zoo schaarsch geworden organen der vaderlandsche litterarische strekking met zooveel moed en welgelukken vervulden, willen wij helpen voortzetten. Met volle vertrouwen vatten wij die zaak, hoe zwaar zij moge wezen, aan. Ingezien het doel dat wij beoogen, het nut en de belangrijkheid onzer uitgave en de buitengewoon gunstige voordeelen welke wij onzen inschrijvers aanbieden, durven wij ons verzekerd houden dat de Vlaamsche bevolking onze pogingen ondersteunen zal, en dat elkeen, die onze nationale taal- en kunstbelangen ter harte neemt, zich beïeveren zal om ons een groot getal inteekenaren te bezorgen. - Wij, van onzen kant, zullen geene moeite sparen om het in ons gestelde vertrouwen naar waarde te erkennen, en geene opofferingen ontzien om onze uitgave op eene degelijke hoogte te brengen. Ofschoon een bestendige Redactie voortdurend werkzaam is om de meest aantrekkelijke bouwstoffen voor het Tijdschrift te verzamelen, zoo zullen wij echter de medehulp van andere arbeiders op het veld der Letterkunde niet versmaden. Integendeel zien wij dankbaar de bijdragen te gemoet die Noord- en Zuidnederlandsche Taaibroeders ons welwillend zouden gelieven toe te zenden. Ook bijdragen, zelfs eerste proeven, van jongere letterbeoefenaars zullen wij gaarne opnemen, mits dezelve ons voor het N. Ned. Tijdschrift geschikt voorkomen en van ernstigen aanleg getuigen. Naarmate wij meer en meer ondersteuning ontmoeten, zullen wij ook meer en meer verbeteringen invoeren. Geen winstbejag drijft ons aan: het goede, het schoone, het ware bevorderlijk zijn - zidaar het richtsnoer onzer handelingen, het éénige voorwerp van ons streven. Immers, ons programma moet zijn de trouwe weêrspiegeling van dien verhevenen oproep welken de beroemde man, die als het ware de verpersoonlijking is van Vlaanderen's wedergeboorte sedert 1830, onze groote Hendrik Conscience, weleer tot zijne strijdgenooten richtte:Ga naar voetnoot1. ‘Herinnert u steeds de leus van het Voorgeslacht: Godsdienst, Vorst en Vaderland! - Onze Voorouders bezaten een stil en zuiver geloof in de Alvoorzienigheid: dit geloof zij in onze voortbrengsels geéerbiedigd, het beziele onze pogingen, opdat de uitheemsche twijfelgeest verjaagd worde; - onze Vaderen hadden eenvoudige en kuische zeden, zij braken nooit den band des huwelijks, waren trouw aan hun woord en rechtzinnig in | |||||||||||||||
[pagina 49]
| |||||||||||||||
hunnen handel: die zeden moeten wij voeden en verspreiden, opdat het vreemde vergift ontworteld worde; - geen volk op aarde heeft meer liefde tot zijn vorsten getoond dan onze Vaderen: die liefde, die getrouwheid zij ook in ons, opdat de vreemde omwentelingsgeest ons Vaderland niet aandoe, - opdat onze Koning zich eens in de verkleefdheid van het Vlaamsche volk verblijde. ‘In een woord, al wat eerbiedwaardig is zij door ons verdedigd, al wat deugdzaam en lofbaar is diene als grondsteen tot opbouwing van den Vlaamsche tempel ... Maar, met heldenmoed en met de vaderlijke hardnekkigheid den vreedzamen strijd voortgezet, onverpoosd gekampt tegen zedenbederf, verbastering en onrechtvaardigheid; met onwrikbare overtuiging teruggevraagd wat men ons eens ontnam: - Geene vervolging, geen lijden overwogen. "Vooruit, zonder omzien, altijd vooruit naar het recht en naar het goede! "Het is voor Moedertaal, voor Godsdienst en voor Vaderland!
|
|