gaarne nu en dan eene bijdrage levert aan een literarisch tijdschrift, dat zijn richting volgt en met zijnen smaak overeenkomt.
Onze uitgave is mogelijk gemaakt en, meenen wij, zelfs nuttig geworden door de ontzaglijke ontwikkeling, welke het Davidsfonds in Vlaamsch-België genomen heeft en, met Gods bijstand, nog verder zal bekomen. Uit dien hoofde, en ook omdat het Davidsfonds thans het geheele geestesleven van 't katholiek gedeelte des Dietschen stams in ons vaderland in zich besluit, heeft de Wacht ten plicht, eene afzonderlijke rubriek aan onze groote instelling toe te wijden. Dit wil daarom niet zeggen, dat de Wacht namens het Davidsfonds zal spreken; neen, een orgaan zal zij niet zijn, maar veeleer een weergalm zijner werkzaamheden, weergalm, die den ijver der eenen zal doen kennen om de lauwheid van anderen (mocht er ergens bestaan), tot werkzaamheid aan te sporen.
Alle medewerkers maakt de Redactie gedachtig aan de oude spreuk: kort en goed. Inderdaad, zijn uitgebreide artikelen in een ‘veertiendaagsch’ schrift niet op hunne plaats, van eene andere zijde zal de Wacht geene van die onbekookte stukken aanbieden, als welke men, eilaas! in zoovele letterbladen pleegt aan te treffen en welke tot dezer ondergang hebben geleid.
Uit het voorgaande is klaar te zien, dat er hier sprake is van een katholieke wacht. De redactie hoopt dan ook geene andere stukken te zullen ontvangen dan zulke, waarin de verhevene richting van het catholicisme in acht is genomen.
Hierbij denkt zij het bericht te mogen voegen, dat de Wacht zich niet voorstelt mededinging te doen aan de School en de Nieuwe School- en Letterbode, welke zich hoofdzakelijk met het lager onderwijs bezig houden, en ook niet aan de Godsdienstige Week, die bijna uitsluitelijk ijvert voor de godsdienstige belangen. Tusschen beide is er wel een plaatsje over?
Ten einde den Uitgever geene nuttelooze kosten te veroorzaken, verzoeken wij iedereen die, dit eerste nummer ontvangen hebbende, niet wenscht op de Vlaamsche Wacht in te teekenen, het te willen terugzenden onder denzelfden band (omgekeerd), waarmede het is verzonden. De personen, welke het eerste nummer behouden, zullen als inteekenaren worden aangeschreven.
a. | De Vlaamsche Wacht. |
b. | Veerntiendaagsch Tijdschrift voor Nederlandsche Letteren, Kunst, Wetenschap en Bibliographie. |
c. | Gent. |
d. | Drukker: H.L. Stepman, Oudburg 30, Gent. |
e. | zonder titel. |
f. | 1e jg., nr. 1, zondag, 7 juli 1878, p. 1. |
g. | Anoniem. Hoofdredacteur van dit tijdschrift was FransDe Potter* (Gent 1834-ibidem 1904). Journalist, publicist, geschiedschrijver. Auteur van de eerste moderne Vlaamse bibliografie (1867-'68). Eerste secretaris van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde (1886). Vermoedelijk was hij de opsteller van deze programmaverklaring. |