115
We missen onze bus en moeten bijna een uur op de volgende wachten.
‘Dat komt door de monddiarree van tante Berta,’ zegt Britt-Marie.
Haar moeder knikt.
Monddiarree, wat een smerig woord! Dat Britt-Maries moeder geen vies gezicht trekt! Het lijkt wel of ze niet hoort wat dat woord betekent. Ik moet er bijna van overgeven, en ik vraag aan Britt-Marie of ze het zelf verzonnen heeft.
‘Nee hoor, het bestaat gewoon. Je zegt het als mensen te veel kletsen.’
Dan zeg ik dat de meeste Zweden eerder het tegenovergestelde hebben: mondverstopping.
Daar moeten Britt-Marie en haar moeder een beetje om lachen. Want dat woord bestaat niet. Het lijkt niet even vies als monddiarree, maar eigenlijk is het nog viezer.
Ik vind het wel handige woorden. Als je er een beetje aan gewend bent dan vergeet je dat vieze natuurlijk. Dus ik denk dat ik ze in Nederland ook maar eens ga gebruiken. Als de mensen daar aan me vragen wat ik van de Zweden vind, dan zeg ik dat de meeste Zweden mondverstopping hebben, maar af en toe iemand monddiarree. En dat er ook mensen zijn die de ene keer mondverstopping hebben en de andere keer monddiarree.