26
In Denemarken hebben de huizen vrolijke kleuren en de muren zijn door donkere balken in vierkanten verdeeld. Ik dacht dat zulke huizen alleen in sprookjes bestonden.
‘Het lijkt wel of hier nooit oorlog is geweest,’ zeg ik.
‘De oorlog is hier wel geweest,’ zegt pappa. En dan vertelt hij iets over de Deense koning die vorigjaar dood is gegaan. Christiaan de Tiende. Dat was een koning om trots op te zijn. Want toen de Duitsers wilden dat alle joden in Denemarken sterren op zouden doen zei koning Christiaan: ‘Dan zal ik de eerste zijn.’ En hij was zelf helemaal geen jood. Maar hij zorgde er gauw voor dat de joden in zijn land in veiligheid kwamen. Ze doken onder of ze gingen met vissersbootjes mee naar Zweden. Er zijn er maar weinig in kampen terechtgekomen.
‘Dat kan je zien aan de huizen,’ zeg ik, ‘dat de oorlog hier niet zo veel verdriet heeft gebracht.’
Pappa knikt. We eten een zuurtje. De vakantie is nu pas echt begonnen.