Gezangen der vrije-metzelaaren(1799)–Joos Verschuere Reynvaan– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 193] [p. 193] De vrijemetzelaars vreugd. Wijze: Ach! mijn zoetste Annemietje. 1. 'k Wil deez' dag regt vrolijk weezen, 'k Is een dag die 't hart verblijd. Ed'le Vriendschap nooit volprezen, Is voor ons hier voorbereid. 2. Wie zou van de Metz'laarije, En haar schoon niet zijn bekoort? Zij kan ons van druk bevrije, En doen leven zoo 't behoort. 3. Men eert haare wijze Wetten, Over 't gantsche waereldrond, Die tot trouw en deugd aanzetten, En tot Vriendschaplijk verbond. [pagina 194] [p. 194] 4. Men zag ook van alle tijden, Ieder haar zijn hulde bien: Vorsten, Grooten, zich verblijden, Als zij 't Licht maar mogten zien. 5. Nimmer schaamden zij te draagen, 't Schootsvel van de Broederschap: 't Was hun roem en welbehagen; Haare vreugd' ten hoogsten trap. 6. Woorden, Teekenen te leeren, Passer, Schietlood, Winkelhaak, Is hun lust en hun begeeren; 't Was van ouds hun 't groots vermaak. 7. Gaaren wilde zij vergeeten, Hunnen Rang, om deeze Kunst; En zich door de Vriendschaps-keten, Met ons zien veréént in gunst. [pagina 195] [p. 195] 8. Salomon, den wijsten Koning, Stelde 't eerst haar Order in, Bij de stigting, van de wooning, Van het heilig Huisgezin. 9. Wat durft gij dan stout veragten, Laaken, smaalen op deez' Kunst? Leert gij zelfs uw pligt betrachten! Maakt u waardig haare gunst! 10. Wil als de Vrijmetz'laars leven, Deugdzaam, Vriend'lijk en opregt; Hart en hand elkand'ren geven, Door de liefde zaam gehegt. 11. Kom! zingt deeze Kunst ter eere, Op deez' dag die 't hart verheugd. Vivat! men ziet hier regeere, Eéndragt: Vivat onze vreugd. Vorige Volgende