Gezangen der vrije-metzelaaren
(1799)–Joos Verschuere Reynvaan– Auteursrechtvrij
[pagina 116]
| |
[pagina 117]
| |
Ik moest u, helaas! begeeven.
Gij waart 't leven van mijn leven.
Dog in vreê,
Op mijn beê,
Zie 'k u, teder,
Gunsterijk tot mijn gezind,
U die mijn hart bemind,
Nu weder.
2.
'k Zing dan weer,
Keer op keer,
U ter eere,
Met een hart vol dankbaarheid,
Tot uwe hulp bereid,
Die 'k hoogelijk waardeere.
Dat 'k u zag,
Op deez' dag,
Mij verheugde.
'k Zing ook van uw' blanke Deugd,
Die mijne ziel verheugd,
Met vreugde.
'k Wil in deez' Gewijde Schaaren,
U mijn' vreugde ook openbaaren.
Staat dan bij,
Doet met mij,
Offerhanden.
| |
[pagina 118]
| |
'k Breng een hart vol dankbaarheid;
'k Doe 't Sterk-kruid, wel bereid,
Losbranden.
3.
'k Blijf deez' Rij,
Dan nabij,
Als voor deezen.
Schenkt mij uwe waarde gunst,
Zoo bloeië deeze Kunst,
Alhier ten top gereezen.
In de spijt,
Van de nijd,
Moet zij groeiën.
Laaten wij haar in dit uur,
Met 't Maçonijke-vuur,
Besproeiën.
|
|