Gezangen der vrije-metzelaaren(1799)–Joos Verschuere Reynvaan– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] Antwoord van de nieuwe Broeders. Op dezelfde Wijs. 1. Broeders wil van ons verwagten, Naarstigheid in het betrachten, Van dit Werk, zoo edel te achten: Wie zou zijn tijd, Niet graag daarin besteên met vlijt. 2. Eertijds dwaalde we om in 't duister; Thans ontrukt de boeie en kluister, Der Profaanen valschen luister, Zien we onzen plicht, Door het helderschijnend Licht. 3. Nu de schellen van onze oogen Vallen, zien we uw kunstvermogen, En wij oef'nen mededoogen Met die nog blind, Ommedoolen als een kind. [pagina 48] [p. 48] 4. Veilig kunt ge aan ons verklaaren, 't Diep Geheim der Metzelaaren; Geen van ons zal 't openbaaren: Onz' zuivre trouw, Gaf nooit stof tot naberouw. 5. Dat niet één van deeze Leden, Worde ontijdig, afgesneeden, Maar lang leev', vernoegd, te vreden, Tot heil der Kunst, En die deelt in uwe gunst. Vorige Volgende