Ricardo en Marx
(1890)–C.A. Verrijn Stuart– Auteursrecht onbekendC.A. Verrijn Stuart, Ricardo en Marx. Eene dogmatisch-historische studie. Nijhoff, Den Haag 1890
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: Diss. Amsterdam 1890:13
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de eerste druk van het proefschrift Ricardo en Marx. Eene dogmatisch-historische studie van C.A. Verrijn Stuart uit 1890.
redactionele ingrepen
p. XI: p. 31 regel 7 v.o. staat: beiden; lees: beide. → p. 32 regel 7 v.o. staat: beiden; lees: beide.
p. 1: de kop ‘Inleiding’ is tussen vierkante haken toegevoegd
p. 27: en haar als uitganspunt → en haar als uitgangspunt
p. 36, noot 1: nootnummer 1) ontbreekt in de tekst, en is daarom door de redactie geplaatst
p. 69: in haar meest alegmeenen vorm, → in haar meest algemeenen vorm,
p. 69: en plaatst maakt voor → en plaats maakt voor
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (Voorwerk p. II en XII; p. 100; Stellingen p. II, VI en VIII) zijn niet opgenomen in de lopende tekst. De ‘Errata’ van p. XI zijn in de lopende tekst doorgevoerd, behalve het erratum op p. 34, omdat deze niet relevant is.
[pagina I]
RICARDO EN MARX.
EENE DOGMATISCH-HISTORISCHE STUDIE.
[pagina III]
RICARDO EN MARX.
EENE DOGMATISCH-HISTORISCHE STUDIE.
ACADEMISCH PROEFSCHRIFT,
ter verkrijging van den graad van
Doctor in de Staatswetenschap
AAN DE UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM,
op gezag van den rector magnipicus
DR. G.A. VAN HAMEL,
Hoogleeraar in de Faculteit der Rechtsgeleerdheid,
in het openbaar te verdedigen
op Maandag 17 November 1890,
des namiddags ten 3 ure.
in het universiteitsgebouw,
door
COENRAAD ALEXANDER VERRIJN STUART,
geboren te weesp.
's-gravenhage,
MARTINUS NIJHOFF.
1890.
[pagina IV]
de zuid-hollandsche boek- en handelsdrukkerij.
[pagina VII]
INHOUD.
INLEIDING. - Over de beteekenis die Ricardo's waardeleer had voor de ontwikkeling der economie zijn de meeningen zeer uiteenloopend. Oordeel van von Wieser p. 1. Held beschouwt Ricardo als de geestelijke vader van het collectivisme p. 213. Het gevoelen van von Böhm-Bawerk en Karl Menger is hiermede overeenstemmend p. 5. Doel van dit proefschrift is geen verdediging van Ricardo, maar uitsluitend een onderzoek naar de vraag of er verband bestaat tusschen de waardetheorie der economie en het modern wetenschappelijk collectivisme p. 5, 6.
HOOFDSTUK I. - De waardeleer der klassieke economie. Ricardo's hoofdstuk ‘On value’ is niet te begrijpen, dan wanneer men het beschouwt als commentaar op A. Smith p. 7. Daarom moet een uiteenzetting der waardebegrippen van dezen laatsten aan beschouwingen over Ricardo voorafgaan. De waardetheorie van A. Smith p. 8-11. Dat Smith alleen de ruilwaarde onderzocht, was een principiëele fout p. 8. Beteekenis van den term productiekosten bij Smith p. 12-14. Philosophische en empirische waardeverklaring p. 15. Geen strijd tusschen beide. S's arbeidstheorie is een kostentheorie voor een praehistorische maatschappij p. 15-18. Ricardo zag hier
[pagina VIII]
strijd p. 18. Ricardo's waardeleer p. 19-24. Ook Ricardo behandelt alleen de ruilwaarde p. 19. Ricardo's interpretatie van den door Smith gebruikten term, ‘productiekosten’ p. 20. Oordeel over Ricardo; men mist bovenal bij hem eenheid in de verklaring van het waardeverschijnsel p. 24, 25. Verband tusschen Ricardo en Smith p. 26. Ook R. zocht naar eenheid tusschen Smith's empirische en philosophische waardeleer. Zijn fout was, dat hij de eerste uit de laatste wilde verklaren p. 27. In wezen zijn Smith's en Ricardo's waardeleer één p 28. R's relative arbeidstheorie, die even goed een relative kapitaalstheorie had kunnen worden, is slechts een min gelukkige inkleeding der kostentheorie p. 29. Voor het onderzoek der collectivistische waardetheorie wordt Marx's Kapital gekozen p. 30, 31.
HOOFDSTUK II. - Marx's waardeleer. De gebruikswaarde heeft ter verklaring van het waardeverschijnsel volgens M. geen beteekenis p. 32. Uit het feit dat er geruild wordt blijkt, dat alle zaken een gemeenschappelijke waardesubstantie bezitten. Deze is, dat zij alle product van abstract-menschelijken arbeid zijn p. 33. Beteekenis van den term ‘abstract menschelijke arbeid’ p. 34. Deze waardesubstantie onvoldoende ter verklaring van het ruilverkeer, en der kapitaalvorming p. 35, 36. Marx ontwikkelt dit erkennende, zijn Mehrwerth-theorie p. 37-39. Deze leer met die van Ricardo niet identisch. Onder den arbeid die waarde verleent, verstaan beiden. iets anders 39, 40, M. stelt in wezen kapitaal en arbeid gelijk, hiervan bij R. geen spoor te ontdekken 41. Dat voor kapitaaldienst vergoeding wordt gegeven, spreekt voor Ricardo van zelf; wie deze behoort te genieten onderzoekt hij niet p. 42. Oordeel over Held's stelling p. 43-45. Marx op zich zelf beoordeeld. De subjectieve,
[pagina IX]
niet de ruilwaarde, is de kern van het waardeverschijnsel p. 46, 47. Marx's arbeidstheorie beoordeeld p. 48-50. Kritiek van Prof. Dietzel, die tracht Ricardo te verdedigen tegenover de ‘Grenznutzentheorie’ p. 51-58. Terecht stelt Dietzel vrije en economische goederen, wat het waardeverschijnsel betreft, gelijk p. 58. Er bestaat tusschen hen geen onderscheid, omdat vrije goederen zoodra zij in eenige relatie tot onze behoeften zijn gebracht, ophouden vrij te zijn p. 59-61. Dit wat de arbeidstheorie betreft; tot Marx terugkeerende blijkt zijn Mehrwerth-theorie in strijd met zijn waardeleer p. 61-63. Een principieele kritiek van Marx's rentetheorie hier niet bedoeld. Beknopte rentetheorie. v. Wieser en v. Böhm p. 64-65. Rente een gevolg van de productiviteit van het kapitaal p. 66. Dat intusschen de rente niet is begrepen in de kapitaalswaarde, is een gevolg daarvan dat zij een toekomstig goed is, dat m.a.w. productie tijd kost p. 67-69.
HOOFDSTUK III. - Het collectivisme en de nieuwere waardetheorie. Twee punten kent deze laatste, die het collectivisme als basis voor zijn betoog zou kunnen nemen. Allereerst de mogelijkheid van overproductie p. 70-72. Deze alleen gevaarlijk wanneer zij algemeen is p. 73. Dit kan zij om meerdere redenen in afzienbare toekomst niet worden p. 74-77. Het tweede punt is de invloed der weeldeverteringen op de maatschappelijke welvaart. Wat is weelde? p. 78-83. Het nadeel der daden van weelde p. 83-87. Weelde zal ook in den collectivistischen staat voorkomen, maar haar nadeelen zullen er gekeerd zijn p. 86-87. Intusschen slechts ten koste van onvrijheid van beroep, een noodwendig uitvloeisel van het collectivistisch program p. 87-89. Bovendien worden de nadeelen der weeldeverteringen
[pagina X]
vaak overschat p. 90-91. Het collectivisme kan dus ook van uit de neo-economische waardeleer, niet zijn eisch: collectief bezit der kapitaalgoederen, motiveeren p. 92. Eindoordeel over het collectivisme waarin drie elementen, een wetenschappelijk, een sociaal-politisch, en een revolutionair scherp onderscheiden moeten worden p. 93-99.
[pagina XI]
ERRATA.
p. 5 regel | 4 v.o. staat: te; | lees: the. |
p. 19 regel | 9 v.o. staat: evenmin als; | lees: evenals |
p. 21 regel | 4 v.b. staat: pag. 18; | lees: pag. 12. |
p. 23 regel | 17 v.o. staat: uniqual; | lees: unequal. |
p. 23 regel | 17 v.o. staat: althrough; | lees: although. |
p. 23 regel | 9 v.o. staat: unfavo; | lees: unfavou. |
p. 25 regel | 6 v.o. staat: pag. 7; | lees: pag. 1. |
p. 27 regel | 11 v.b. staat: neeemt; | lees: neemt. |
p. 30 regel | 16 v.b. staat: h m; | lees: hem. |
p. 30 regel | 19 v.b. staat: erkend; | lees: erkent. |
p. 32 regel | 7 v.o. staat: beiden; | lees: beide. |
p. 34 regel | 15 v.b. staat: op den; | lees: opbeideden. |
p. 45 regel | 14 v.o. staat: tegenwoordige; | lees: tegenwoordigen. |
p. 51 regel | 15 v.b. staat: nuttigheid: | lees: nut. |
p. 60 regel | 1 v.b. staat: nuttigheidGrenzs-; | lees: nut.Grenz-. |
p. 62 regel | 2 v.b. staat: verbruike; | lees: verbruikte. |
p. 70 regel | 7 v.o. staat: der; | lees: van den. |
p. 78 regel | 13 v.b. staat: schappelijke; | lees: wetenschappelijke. |
p. 78 regel | 14 v.o. staat: difinitie; | lees: definitie. |