Zederyke zinnebeelden, vertoont in konstplaten
(1712)–E. Verrijke– Auteursrechtvrij
[pagina 256]
| |
Ze verward zich.DE door zyn yd'le herzen schimmen
Te hoog, en styl, in top wil klimmen,
Verward, en krygt de dood ten deel.
Ik wil my in de laagten houwen,
En op myn God, myn heil betrouwen:
De deugd vereischt geen Schouwtoneel.
DE onvoorzichtigheit der vliegen, waar door ze zich in de Spinnewebben werpen, is hen altyt doodelyk: want in dit fyne | |
[pagina 257]
| |
rag verward, dragenze de straffe hunner nieuwsgierigheit, en worden van de bespiedende spin aangegreepen, en tot zyn voedzel gedood. Hier door leeren ze zelf de menschen, hoe schielyk de geenen in hun verderf storten, die, uit enkele dartelheit en moetwilligheit des herte, zich in moeyelyke en gevaarlyke dingen steeken, die niet alleen onnut, en geen roem toebrengen; maar in tegendeel een zeker verderf na zich sleepen. Onder welk getal eerstelyk de geenen zyn, die door hun oordeel en verstand de verborgentheden Gods poogen te doorgronden, en dezelve aan hunne rede willen onderwerpen; waardig dat ze in hunne verkeerde bezigheeden en aanmerkingen door de gramschap Gods worden te schande gemaakt. Hoe veele heeft 'er deze hoog verheeve weetzucht in de diepte nedergeworpen, en door dezelve middelen verward, en te gelyk bedorven, waar door ze den roem van hun wysheit hadden voorgenoomen te verheffen? maar deze verwarren zich ook als de vliegen, die, van den gemeenen ene bekenden weg in 't borgerlyke een afkeer hebbende, niet als de diepten en afgronden beminnende, zich vermeetelyke dingen onderwinden, die in den beginne moeyelyk, en in 't vervolg gevaarlyk hunne uitvinders een ongelukkig einde doen zien. Och hoe veel Seianen heeft deze eerzucht overhoop geworpen, en volkeren ten spot gemaakt! die gelukkig den slibberigen weg der borgerlyke bestieringe zouden betreeden heb- | |
[pagina 258]
| |
ben, indien ze de veilige, tegenwoordige, en gevoegelyke, voor de harde en twyffelachtige hadden verkoozen! want het is altyt schadelyk geweest, zich moeyelyke dingen, het bereik van zyn verstand en kragten te boven gaande, onderwonden te hebben; daar een verstandig man zich lichtelyk van kan onthouden, dewyl hy een genoegzaam open veld tot eerlyke daaden en werken heeft, waar in hy zyn verstand en deugd kan oeffenen. |
|