Zederyke zinnebeelden, vertoont in konstplaten
(1712)–E. Verrijke– Auteursrechtvrij
[pagina 202]
| |
Het loopt 'er te zuiverder door.DEn vroomen is een Rots in zee:
Geen vloed van zonden sleept hem meê:
Geen stormgeweld belet zyn groejen;
Maar steekt met praal ten golven uit,
En laat met Goddelyk geluit
Der deugden waat'ren om zich vloejen.
ZIet hier de wytuitgestrekten Oceaan zyn wateren wyd en breed verspreidende; maar 't water is gering en weinig, 't welk | |
[pagina 203]
| |
door de rots neder stort, en met zulken toevloed van baaren word vermengt; maar dit nochtans, door de aderen en de kragt der metaalen verbetert en gezuivert zynde, munt te meer door zyn helderheit uit, in deze wyd uitgebreide wateren, die door hunne zoutigheit, en de vuiligheit en onzuiverheit van zo veel monsters, afschuwelyk zyn. Wy konnen dit Zinnebeeld met een heilig gemoed vergelyken, 't welk in de woeste zee dezer waereld nederdaald, op zyn zuiverheit steunende, hoewel ze klein en gering schynt te weezen. Je behoeft den vroomen het oneindige getal, het gebied en macht der godloozen niet voor te werpen: want onder hunne vuile misdaaden en schelmstukken verwerft hy den roem van een volkomener Godzaligheit en zuiverheit. Wy konnen ook, by de fontein uit deze Rots in den Oceaan nedervloeijende, de geenen gelyken, die Godt door een byzondere genade tot zyn dienst heeft verkozen: want, gelyk het water van deze fontein, door verborge en vervaarlyke hoolen der bergen, en metaalen loopende, word gezuivert; zo worden ook deeze door veele straffen en onheilen geoeffent, op dat ze, tot dat groote getalder stervelingen ingevoerd, met een vaster geloove uitblinken, en door een onbevlekt en onzondig leeven de eere Gods zouden verheffen. Dus word het gemoed zelf door de elenden gezuivert, en na zo veel ongemakken, waar door 't word beweegt, ziet het dat het deze treffelyke glory | |
[pagina 204]
| |
verwerft, dat het in den uitneemende grooten zamenvloed der godloozen te zuiverder uitblinkt. |
|