Zederyke zinnebeelden, vertoont in konstplaten
(1712)–E. Verrijke– Auteursrechtvrij
[pagina 140]
| |
Van een.IS God 't begin en eerste Weezen,
Het middelpunt daar 't al van vloed,
En 't door zyn kragt behoud en voed?
Zo is 'er klaarlyk uit te leezen,
Dat hy ook door een eeuw'ge wet,
Der dingen paalsteen heeft gezet.
IK heb dikwils getwyffelt, of men zich meer over de boosheit en verkeertheit der geenen behoorde te vergrammen, of over hunne ver- | |
[pagina 141]
| |
blintheit medelyden moest hebben, die, van de eerste oorzaak, en 't beginzel aller dingen onbewust en onwetende, oordeelen dat alle menschelyke dingen maar by geval geschieden: want het is immers God, die alles ziet en beweegd, en de onveranderlyke ordere der menschelyke dingen met een eeuwige Wet heeft beslooten en vast gestelt. In de wiskunde worden oneindelyke linien van een stip getrokken. En men kan in deze konst niet waerdigs volbrengen, ten zy men van dat een begint. Welke eenheit, als 't waaragtige beginzel, in agt genomen wordende, zal nooit de dwaaling ons werk verwarren, of de grootachting van de konst gevaar loopen. Insgelyks, wanneer wy den grooten Godt in zyn macht, wysheit, en in de bestieringe aller dingen aanmerken, zo zullen wy bekennen, dat hy alleen het eenige en waarachtige beginzel aller dingen is; waar uit de waereld, en al wat 'er in is, zyn oorsprong getrokken heeft. Als nu de linien van ons leven, 't welk wy van hem ontfangen hebben, tot dat punt worden getrokken, en al onze werken, raadpleegingen, en poogingen, weêr derwaarts worden gebracht, zo is 't zeker dat wy in 't leeven nooit zullen dwaalen, dewyl we het zeekerste en volmaakste beginzel hebben aangetroffen. Laat dan de Godloozen, de wraakvlamme waardig, verkeerdelyk redentwisten, die alles zich zelven, en niet aan deezen Oppermacht toeschryven. Wy zyn door een heiliger geloove verzekert, dat al- | |
[pagina 142]
| |
les van een God komt, die door een eeuwig besluit heeft gebooden, dat ieder na zyn onveranderlyke wet zal werken, en onderscheide belooningen de goede en de kwaade zouden volgen. |
|