Zederyke zinnebeelden, vertoont in konstplaten
(1712)–E. Verrijke– Auteursrechtvrij
[pagina 23]
| |
Ze ondersteund.GElyk een bal, om hoog geheeven
Door waterkonst, valt eindelyk neêr,
Ter plaats daar hy is opgedreeven.
Zoo kaatst 't geval ons op, en weêr
Door 't Oorlogs-twistvuur, in den landen.
Die God bewaard, raakt niet te schanden.
HOewel de Goddelyke gunst, het eenige steunzel van 't menschelyke geslagt, ons t'aller tyt en plaatze met duizend weldaaden | |
[pagina 24]
| |
belaad, zo moet men nochtans bekennen, dat ze ons de wonderlyke uitwerkinge hunner goedheit in 't byzonder doet gevoelen, wanneer ze ons op de reizen en de gevaaren des Oorlogs bewaard, en tegen al de toevallen en gevaaren, by na onafscheidentlyk in diergelyke gevallen, in zekerheit steld. Zy ondersteund ons dan, even als een kloot, uit de grond van een konst-fontein opgekomen, door 't water word opgehouden, tot dat het nedervalt, en dezelve noodzaakt weêr in zyn eerste verblyfplaats neder te daalen. Dusdanig gedraagt zich God ten onzen opzichte, die ons in zyn bewaaringe en bescherminge neemt, wanneer wy ons aan hem opofferen en toebetrouwen. Hy neemt vermaak met ons weêr op te beuren, wanneer wy door een ongewoonelyk ongeval eenigen tyt zyn verslaagen geweest, en verplicht ons door zyn herhaalde weldaaden ons met meer bestendigheit aan de schuldige gehoorzaamheit zyner gebooden over te geeven: ons reden geevende om te gelooven, dat hy ons nooit t'eenemaal zal verlaten. Want, hoewel 't veeltyts gebeurd, dat de rechtvaardigen in de bloem van hun ouderdom sterven, of door verdrietelyke ziekten worden wech genomen; daarom moet men niet gelooven dat God hen in dit uiterste verlaat, vermits hy ze niet op deze wyze bezoekt als om ze te beproeven, en eindelyk niet tot hem roept, als om ze de zoetigheit van een eeuwige gelukzalige rust te doen smaaken, en uit een elendig leven, met | |
[pagina 25]
| |
ongemakken vervuld, te trekken, en tot een heerlyker leven over te brengen, daar de vervullinge van hun begeerten gevonden word. |
|