adem in de kamer van Fogg. Hij kon niet spreken.
‘Wat is er?’ vroeg Fogg.
‘Mijn meester,’ stamelde Passepartout, ‘huwelijk... onmogelijk.’
‘Onmogelijk?’
‘Onmogelijk, voor morgen.’
‘Waarom?’
‘Want morgen... zondag!’
‘Maandag,’ antwoordde Fogg.
‘Neen... van daag Zaterdag.’
‘Zaterdag? Onmogelijk!’
‘Ja, ja, ja!’ riep Passepartout. ‘Gij hebt u een dag vergist. Wij zijn vier en twintig uur te vroeg aangekomen, maar gij hebt nog maar tien minuten tijd.’
Passepartout had zijn meester ondertusschen bij zijn kraag gegrepen en trok hem met onwederstaanbare kracht voort.
Fogg, zóó voortgesleept, zonder den tijd te hebben een oogenblik na te denken, verliet zijn kamer en zijn huis en sprong in een rijtuig met Passepartout, beloofde honderd pond aan den koetsier en na twee honden overreden en twee rijtuigen omvergeworpen te hebben, kwamen zij aan de Reform-club.
De klok wees kwart voor negenen, toen hij in de zaal trad.
Phileas Fogg had de reis om de wereld in tachtig dagen volbracht.
Phileas Fogg had zijne weddenschap van twintig duizend pond gewonnen.
Maar hoe had een man, die zoo stipt en nauwkeurig was, zich een dag kunnen vergissen? Hoe had hij kunnen gelooven dat het Zaterdag avond den 21sten December was, toen hij te Londen kwam, terwijl het pas vrijdag 20 December was - alzoo eerst negen en zeventig dagen na zijn vertrek uit Londen.
De reden van deze dwaling is zeer eenvoudig.
Phileas Fogg had, zonder het te weten, een dag op zijne reis gewonnen doordat hij van het westen naar het oosten ging. Hij zou dien dag integendeel verloren hebben zoo hij van het oosten naar het westen ware gegaan.
Daar Fogg zijn weg in een oostelijke richting volgde, trok hij de zon te gemoet en dientengevolge werden de dagen voor hem zooveel maal vier minuten korter, als hij graden in deze richting aflegde Er zijn drie honderd zestig graden op den omtrek der aarde, die drie honderd zestig graden, vermenigvuldigd met vier minuten, geven juist vier en twintig uren - dat is te zeggen één dag, dien men alzoo zonder het te weten wint Met andere woorden, nu Phileas Fogg oostwaarts trok, zag hij de zon tachtig maal den meridiaan passeeren, terwijl zijne collega's, die te Londen bleven, dit slechts negen en zeventig maal zagen. Van daar dat het op Zaterdag en niet op Zondag was, zooals Fogg meende, dat zij hem in de zaal der Reform-club wachtten.
Dit zou het groote horloge van Passepartout, dat altijd met de Londensche klok gelijk ging, aangewezen hebben zoo het, ter zelfder tijd dat het de minuten en de uren aanwees, ook de dagen had aangewezen.
Phileas Fogg had dus de twintig duizend pond gewonnen. Maar daar hij op weg ongeveer negentien duizend pond verteerd had, was het geldelijk voordeel zeer weinig. Intusschen, zooals men weet, had deze zonderlinge gentleman slechts gevaren en geen geld gezocht. Hij verdeelde zelfs die duizend pond tusschen den eerlijken Passepartout en den ongelukkigen Fix, wien het hem onmogelijk was een kwaad hart te blijven toedragen.
Dien avond vroeg Fogg, als altijd even kalm en flegmatiek aan Aouda:
‘Wilt gij nog altijd met mij huwen, mevrouw?’
‘Mijnheer Fogg,’ antwoordde Aouda, ‘het is aan mij om u die vraag te doen. Gij waart arm, nu zijt gij rijk...’
‘Met uw verlof, mevrouw, dit fortuin behoort u. Zoo gij niet aan dit huwelijk gedacht hadt, zou Passepartout niet naar den eerwaarden Samuel Wilson gegaan zijn, en zou ik niet uit mijne dwaling zijn geholpen en....’
‘Dierbare mijnheer Fogg!....’ zeide de jonge vrouw.
‘Dierbare Aouda,’ antwoordde Fogg.
Men begrijpt dat de verbintenis acht en veertig uren later gesloten werd en Passepartout, prachtig en schitterend aangekleed, was getuige bij het huwelijk der jonge dame. Had hij haar niet gered, en kwam hem er niet alle eer van toe?
Maar den anderen morgen bij het