VII. Idyllen.
De Idylle is het episch voorgestelde spraekbeeld van een tooneel in het natuer- of huiselyke leven. In dit beeld verschynen de menschen zooals ze de verbeelding zich in den gouden tyd voorstelt, als herders, landbouwers, jagers, visschers, welke de voorregten, doch ook de gebreken der beschaving ontberende, in onschuld, reinheid van zeden en vredelievendheid de vruchten der aerde genieten, zonder overigens van de onvolmaektheden der menschelyke natuer, zoo onder lichamelyke als geestige betrekking, uitgesloten te zyn; of zy verschynen in den toestand van het geïdealiseerde werkelyke leven, in den geïdealiseerden beschavingstoestand.