De Bommeler- en de Tielerwaard
(1974-1975)–F.A.J. Vermeulen– Auteursrechtelijk beschermdWadenooien.Deze gemeente omvat de dorpen Drumt en Wadenooien, benevens een deel van de buurtschap Passewaai. Ga naar margenoot+ Het wapen der gemeente Wadenooien, verleend bij Kon. besluit van 11 Augustus 1833, no. 6, bestaat uit een zilveren visch (zalm?), vergezeld van vier kruisjes van goud op een veld van keel. Afgebeeld bij d'ablaing v. giessenburg (Gelderland, pl. 4, no. 48). | |||||||||||||||||||||||||||
Drumt.Ga naar margenoot+ Als oudste spellingen komen voor: Thrunniti, of Thrumiti, in 850; Drumthe en Drumpthe in 1200; Druempte, Driempt en Druempt in de 15e eeuw; Drempt, Drompt, Dromt, Drumpt en Drumt in de 16e eeuw. - Zie: nomina geogr., III, blz. 86. - j.s.v. veen, Geldersche plaatsnamen, in: ‘gelre’ XII (1909), blz. 465. | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 467]
| |||||||||||||||||||||||||||
schrijven van 22 April 1523, ‘dat ons dorp und alinge kerspel van Droemt ......... van nu voertaen onder und in 't gerigt ons vurs. stat Tijel wesen und sijn sal’ (rink, Beschrijving, bijl. K, blz. 13). | |||||||||||||||||||||||||||
Kerk.De Ned. Hervormde kerk, in 1860 gebouwd (blijkens een gedenksteen boven den ingang), ter vervanging van een oudere, die op het kerkhof stond, bezit: Een klok (middellijn: 0,61 M.) met het opschrift: ‘Nicolaas Muller me fecitGa naar margenoot+ Amsterdam Anno 1734’. Een gesmeed ijzeren uurwerk (XVIII). | |||||||||||||||||||||||||||
Kerkhof.Op het kerkhof bevindt zich, in een muur van het baarhuisje gemetseld, eenGa naar margenoot+ wapensteen van roode zandsteen, waarin gehouwen een door twee griffioenen gehouden schild, beladen met een rij van drie ruiten en gedekt door een kroon met uitkomenden gevleugelden helm. Hieronder, op een banderol: ‘sub hoc signo resurrexi’; bovenin: ‘Anno 1683’. | |||||||||||||||||||||||||||
Woonhuizen.
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 468]
| |||||||||||||||||||||||||||
Wadenooien.Ga naar margenoot+ Wadake en Wadehem in 850; Wadennoye in 1267; Wadenoy en Wadenoyen in de 14e en 15e eeuw; Wadenode en Wagenoyen in de 17e eeuw. - Zie: nomina geogr., II, blz. 104, 132, 144 en III, blz. 144. Afb. 402. Wadenooien. Plattegrond en details der Ned. Hervormde kerk.
| |||||||||||||||||||||||||||
Kerk.De thans Ned. Hervormde kerk ligt vrij op een kerkhof ten Zuiden van den Lingedijk en daarvan gescheiden door een ijzeren hek. Zij is georiënteerd met een afwijking van 3o naar het Zuiden. Het kerkgebouw is in eigendom en onderhoud bij de Ned. Hervormde gemeente; de toren behoort aan de burgerlijke gemeente. | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 469]
| |||||||||||||||||||||||||||
Eene kerk te Wadenooien vinden wij voor het eerst vermeld in 1276 in een registerGa naar margenoot+ van inkomsten ten behoeve van een kruistocht (sloet, Oorkondenb., blz. 946). De kerk behoorde toen aan den Domproost te Utrecht (joosting en muller, Bronnen, II, blz. 422). De kerk (afb. 402) bestaat uit een rechthoekig schip van vier traveeën metGa naar margenoot+ een smaller, driezijdig gesloten koor van twee traveeën en eenen half ingebouwdenGa naar margenoot+ vierkanten toren. De totale lengte bedraagt, binnenwerks gemeten, 21,70 M.; die van het schip 12 M. De toren meet binnenwerks 2,50 M. in het vierkant. Het schip is opgetrokken van grofkorrelige tufsteen. Zijne ongeveer 0,75 M.Ga naar margenoot+ zware muren worden aan de noord- en aan de zuidzijde door vlakke lisenenGa naar margenoot+ geleed in vier rondbogig getoogde, 8 cM. diepe nissen, en wel zoodanig,Afb. 403. Wadenooien. Ned. Hervormde kerk van het Zuiden.
dat aan de westelijke hoeken van elken zijmuur een halve nis overblijft. In de vier geheele nissen zijn kleine rondbogige vensters met eenvoudig afgeschuinde dagkanten aangebracht (afb. 403). Aan de noordzijde is in de eerste travee, van het Westen, een rondbogige ingang aangebracht. Aan de zuidzijde is, ten deele in de tweede liseen van het Westen een segmentvormig getoogde, | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 470]
| |||||||||||||||||||||||||||
later dichtgemetselde, en slechts weinig boven het maaiveld uitkomende voormalige opening (0,90 M. dagwijdte) zichtbaar. De zuidmuur wordt gedekt door een geprofileerde gootlijst met rondstaaf en hol (zie afb. 402).Ga naar margenoot+ Het koor, welks nok ongeveer 2,50 M. hooger ligt dan die van het schip, is geheel gepleisterd. Waar op sommige plaatsen de cement is afgebrokkeld,
Afb. 404. Wadenooien. Ned. Herv. kerk uit het Noord-Westen.
blijkt het materiaal te bestaan uit afwisselend twee lagen baksteen (formaat: deels 0,285 × 0,14 × 0,07 M., deels 0,24 × 0,125 × 0,06 M.) en een laag tufsteen. De muren worden geschoord door zes tweemaal versneden steunbeeren. Tusschen deze beeren bevinden zich spitsbogige vensters, met uitzondering van de westelijketravee, waarinaan noorden zuidzijde breedere vensternissen zijn dichtgemetseld. Ga naar margenoot+ De toren bestaat uit twee weinig versnijdende geledingen van tufsteen en een geleding van baksteen (formaat: 0,285 × 14 × 0,07 M.; 10 lagen: 0,805 M.). De hoogte van het opgaand muurwerk bedraagt 13 M. De voet, die aan de westzijde wordt geschoord door twee later aangebrachte beertjes, is gepleisterd en gewit; een westelijke ingang ontbreekt (afb. 404). Tegen de zuidzijde is in later tijd een berghok gebouwd. In elk van de twee tufsteenen geledingen is aan de westzijde een naar boven versmallende lichtsleuf aangebracht (afb. 402). De bovenste geleding heeft in elk der vier zijden een rondbogig galmgat, door een middenzuiltje met rood zandsteenen kelkvormig kapiteel; drie van deze zuiltjes zijn zandsteenen monolithen, het westelijke is van tufsteen gemetseld. De toren wordt gedekt door een achtkante, ingesnoerde houten spits, met leien gedekt, waarop een kruis met haan. Tegen de west- en de oostzijde zijn wijzerplaten aangebracht, waarop het jaartal 1933 is geschilderd.Ga naar margenoot+ Het geheel gewit, en overigens zeer gewijzigde inwendige is met houten zolderingen overdekt, waarvan die in het schip snijdt over den top van den spitsbogigen triomfboog. De ruimte ten zuiden van den halfingebouwden toren is door schotwerk van het schip gescheiden. Een rondbogige doorgang voert in de benedenruimte van den toren, waarin aanzetten en schildbogen | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 471]
| |||||||||||||||||||||||||||
van een vroeger kruisgewelf. In den noordelijken muur van deze ruimte bevindt zich, in het buiten het schip uitspringende muurgedeelte, een segmentboog van een later weer dichtgemetselde opening. Boven dit gelijkvloersche heeft de toren nog drie verdiepingen, in de bovenste waarvan de eiken klokkenstoel is geplaatst. Twee groote bouwperioden vallen al aanstonds te onderscheiden: het tufsteenen schipGa naar margenoot+ is romaansch, het van bak- en tufsteen opgetrokken koor gothisch. Ook de toren moet in zijn geheel uit het romaansche tijdperk dagteekenen, hoewel hij duidelijk twee verschillende bouwperioden vertoont. De baksteenen bovenste geleding is kennelijk een latere wijziging, die met het oog op den vorm van de kapiteelen der deelzuiltjes in de galmgaten, en op het formaat van de baksteen omstreeks het midden van de 13e eeuw is te stellen. Het tufsteenen ondergedeelte van den toren moet dus ouder zijn. Dat hij overigens niet tegelijk met het schip zal zijn opgetrokken blijkt uit de zijmuren van dit laatste, die, blijkens de boven reeds beschreven halve muurnissen aan de westhoeken, moeten zijn ingekort. Denkt men zich deze westelijke travee hersteld, dan zou de toren oorspronkelijk geheel ingebouwd zijn geweest. Afb. 405. Wadenooien. Koor der Ned. Hervormde kerk met preekstoel, doophek en banken.
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 472]
| |||||||||||||||||||||||||||
We besluiten derhalve tot het volgende verloop der bouwgeschiedenis. Oorspronkelijk is een tufsteenen kerkje gebouwd ter lengte van vijf traveeën. De wijze waarop het muurwerk is behandeld, met eenvoudig door rondbogen verbonden lisenen, en het profiel van de gootlijst, met hare rondstaaf, doen het begin van de 12e eeuw (± 1100) als bouwtijd onderstellen. Ongeveer een eeuw later heeft men, om onbekende redenen, in verband met den bouw van den toren, het schip een halve travee ingekort. Daarna is, omstreeks 1250, de toren in baksteen verhoogd of gewijzigd. Voor een nadere tijdsbepaling van het gothische koor zijn weinig gegevens aanwezig. Er is echter baksteen aan gebruikt, die voor een deel hetzelfde formaat heeft als die van den toren, waaruit men zou willen besluiten, dat dit koor gebouwd is met materiaal van een ouder romaansch koor, dat tegelijk met het bovendeel van den toren werd opgetrokken. Het formaat van de overige baksteen is het in deze streek gedurende de 15e eeuw gebruikelijke. Afb. 406. Wadenooien. Koperen lezenaar der Ned. Hervormde kerk.
De kerk bezit: Ga naar margenoot+ Een blank eiken preekstoel (afb. 405), op achtkanten voet, met een ruggeschot gesneden in den vorm van een draperie, en een trap, alles in den trant van Lodewijk XIV (XVIII A). Ga naar margenoot+ Een eenvoudig doophek (XVIII A). Ga naar margenoot+ Een (geverfde) heerenbank (afb. 405) met overhuiving op acanthus-consoles (XVIII A). Een koperen lezenaar (afb. 406) met gevlochten arm (XVIII A). Een dito tweelichts kandelaar (XVIII A). Ga naar margenoot+ Eene in 1900 op den zuidelijken koorwand ontdekte muurschildering, den apostel Johannes voorstellend, benevens overblijfselen van een figuur van den H. Andreas, waarschijnlijk dagteekenend uit het eind van de 15e eeuw (g.j. hoogewerff, De Noord-Nederlandsche schilderkunst, 's-Gravenhage, 1936, blz. 244), is in 1933, op last van een kerkvoogd, weer overgewit (zie: ‘gelre’, 1935, blz. XXIV). | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 473]
| |||||||||||||||||||||||||||
Overblijfselen van gebrandschilderd glas (in het oostelijk koorvenster),Ga naar margenoot+ waarin het alliantiewapen-Van Haeften en Van Lijnden, met het opschrift: ‘Heer Bartolt van Haeften Heer tot Wadenooien Gecommitteerde ter Verghadering van Haar Hoogmogende wegens de Provintie van Gelderland en die Hoogh Welgeboore Vrouwe Margriet van Lijnden Vrouwe tot Wadenooien. Anno 1728’ (afb. 405). Een groot driedeelig wets- en gebedenbord, met in het midden de geschilderdeGa naar margenoot+ figuur van Mozes (een lossen houten staf houdend), tusschen Corinthische zuilen. Op den benedenrand links een opschrift: ‘Dit bestelt door D.V. Wijck als Kerckmester in der tijt 1711’; en rechts: ‘De Kas gemaeckt door A.V.K. Waerdt als Timmerman’ (afb. 407). Een zilveren avondmaalsbeker (hg. 0,15 M.) met gegraveerd alliantiewapenGa naar margenoot+ -De Cock van Delwijnen en -Van Gendt(?). Afb. 407. Wadenooien. Wets- en gebedenbord in de Ned. Hervormde kerk.
Een zilveren broodschotel (middellijn: 0,303 M.) met hetzelfde wapen. Een klok (middellijn: 1,01 M.) met een randversiering van engeltjes tusschenGa naar margenoot+ ranken en het opschrift: ‘Jan Albert de Grave Me fecit Amstelodamum. Anno MDCCXXV. Cornelis van Hattem Kerkmeeser (sic) Peter Wombergen Scholtus. Dirck van Wijck Buermester. In der tijt tot Wadenoyen 1725’. | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 474]
| |||||||||||||||||||||||||||
Pastorie.Aan de oostzijde naast de kerk staat de Ned. Hervormde pastorie, een eenvoudig heerenhuis, met voordeur in omlijsting van houten pilasters enAfb. 408. Wadenooien. Watermolen.
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 475]
| |||||||||||||||||||||||||||
een bovenlicht, waarin een levensboom. In den oostgevel een steentje met: 1843. | |||||||||||||||||||||||||||
Molen.Aan de westzijde van den polder Wadenooien staat, bij de Molengraaf, tenGa naar margenoot+ Zuiden van den Overlaat van den Lingedijk, een met riet bekleede watermolen, een bovenkruier op achtkanten baksteenen voet (afb. 408). Op den baard geschilderd: 1888. Ingebouwd scheprad. De molen is in 1887 afgebrand en vervolgens herbouwd. Afb. 409. Stedelijk wapen in de voorm. Huchtpoort te Tiel.
|
|