| |
| |
| |
Aanvullingen en verbeteringen.
Bommelerwaard.
In overeenstemming met de door de Nomina Geographica Neerlandica aangegeven schrijfwijze, hebben wij in de eerste aflevering van dit stuk der Geïllustreerde Beschrijving den naam der hoofdstad van de Bommelerwaard steeds als Zalt-Bommel weergegeven. Dit tegelijk ook overeenkomstig den regel van de door ons gevolgde spelling De Vries en Te Winkel, die het gebruik van het koppelteeken voorschrijft in aardrijkskundige namen, bestaande uit een eigennaam (Bommel) en een bijvoegelijk naamwoord of bijwoord (Zaut of Zant). Sinds echter de schrijfwijze van bedoelden plaatsnaam werd vastgelegd als Zaltbommel in de ‘Lijst van Aardrijkskundige namen in Nederland, uitgegeven door het Aardrijkskundig Genootschap’ (Leiden, 1936), en de hierin aangegeven spelling zelfs eenigen tijd officieel was voorgeschreven, hebben wij deze in onze tweede aflevering in de plaats van die met het koppelteeken aangenomen.
Blz. 4, 12e r.v.b. Leenakteboeken, lees: leenaktenboeken. |
Blz. 5, 10e r.v.b. Staats Everts, lees: Staats Evers. |
Blz. 7, 3e r.v.b. Louis, lees: Arthur baron de Woelmont. |
Blz. 15, 16e r.v.b. Vincentius, lees: Umricus. |
Blz. 15, 17e r.v.b. Aan het grafschrift toe te voegen: Quorū aiē requiescāt ȳ pace. |
Blz. 15, 21e r.v.b. Op den beschreven grafzerk is later nog ontcijferd: ‘Hier leit’, en ‘Jan Jansz.’. |
Blz. 15, 10e r.v.o. Croix, lees: Croi. (De x is hier sluitteeken van den zin). |
Blz. 15, 5e r.v.o. Avondmaalsbekers. Waarschijnlijk zijn dit de twee bekers, in 1746 geschonken door mejuffr. Haak (zie H.G. Wildeman, Proeve van inventarisatie van het kerkzilver enz., 's-Gravenhage, 1908, blz. 11). |
Blz. 16, 8e r.v.b. Hieronder toe te voegen: Een gothische zandsteenen doopvont (XV), uit deze kerk afkomstig, bevindt zich in het Rijksmuseum te Amsterdam. |
Blz. 16, 9e r.v.b.R.K. kerk, in 1899 gebouwd, lees: 1896. |
Blz. 17, 20e r.v.o. Portret van Johannes Ooms O.F.M. - Hieromtrent schreef mij Pater fr. Rogerius Burgers O.F.M.: ‘Zijn de leeftijd en het jaartal juist aangegeven, dan is het Jan Ooms niet, want Ooms was al van 1649 in Kerkdriel en in 1651 in Ammerzoden werkzaam (zie Schutjes) en dus moet hij ouder geweest zijn.... Ik ben geneigd te gelooven, dat het portret niet van Pater Ooms is.’ |
Blz. 18, 21e r.v.o. Lees i. pl. v.: In 148 enz.: ‘In 1496 kwam de burcht, door huwelijk in het bezit van Otto van Arkel, na den dood van wiens kleinzoon Otto in 1567, zijn broeder, Joris van Arkel, met Ammerzoden werd beleend.’ |
Blz. 21. Onderschrift bij afb. 10. Het wapen nr. 1 kan, blijkens mededeeling van den heer Ir. D.W. van Dam van Hekendorp, in geen geval Broekhuysen zijn. |
Blz. 31, 4e r.v.o. Brakel blijkt niet behoord te hebben tot de heerlijkheid Poederooien. Brakel behoorde rechterlijk onder de bank van Zuilichem, Poederooien onder zijn eigen bank; Brakel was een Vianensch leen, Poederooien een vrije hooge heerlijkheid, leenroerig van Holland. |
Blz. 35, 8e r.v.o. In 1644-45 werden kerk en toren na een brand hersteld; in 1749 werd de preekstoel aangebracht; in 1825 het inwendige der kerk gewijzigd, een consistorie en een portaal aangebouwd (mededeeling Ir. v. Dam v. Hekendorp). |
Blz. 35, 5e r.v.o. De spits van den toren is in 1816 vernieuwd. |
Blz. 36, 5e r.v.b. (± 1740), lees: (1749). |
| |
| |
Blz. 36, na 4e r.v.b. in te voegen: Ter afsluiting van het koor een eenvoudig hek met uitgeslagen wapen-van Dam in de beide deuren (1805). Een eenvoudig orgel, in 1837 geschonken uit de nalatenschap van Mevrouw de Wed. Wilkens geb. Van Wageningen. |
Blz. 37, noot 1. Dit venster schijnt niet te zijn gerestaureerd, zoodat de kwartierwapens van den beginne af onjuist benoemd waren. De wapens Suylen, Averenck, Asendrecht, Rossom, Baer, Pol van Eerensteyn en Arent Claes zijn in hun bestand foutief geschilderd en niet te plaatsen. |
Blz. 39, 10e r.v.b.i.p.v. weelken te lezen steesken van brakel. |
Blz. 42, 3e r.v.o. 1825, lees: 1826. Volgens een oude teekening vertoonde deze zerk overblijfselen van een opschrift: ‘... husen . en . van . Werdenbergh . daer . God . die....’ |
Blz. 44, 4e r.v.b. Toe te voegen: In den achtergevel, aan de vijverzijde, een wapensteen [wed. Van Dam van Brakel, 1811 (1809?)]. |
Blz. 44, na 19e r.v.o. toe te voegen: Op het terrein een geschonden hardsteenen wapensteen-Van Dam, 1809 (sluitsteen?). |
Blz. 44, 17e r.v.o. In plaats van poortgebouw te lezen: voorraadschuur. |
Blz. 46, 1e r.v.o. Lees: windkorenmolen (XIX A). |
Blz. 48. Vóór Kerk-Driel in te voegen: Hoenza-Driel. |
Blz. 53, 3e r.v.o. (afb. 39 en 40), lees: (afb. 39 en 45). |
Blz. 63, 8e r.v.b. van Handelt, lees: van Hanselt. |
Blz. 63, 21e r.v.o. Na ‘wapenschild’ de daarop volgende beschrijving te vervangen door: gedeeld: I. Op een grond drie naast elkaar geplaatste rijstakjes (korenaren?), het middelste getopt met een globe zonder voet (Roelants). II. Een figuur in Y-vorm, om welker benedenarm zich twee toegewende slangen slingeren, de rechter bovenarm getopt met een vuurpot waaruit vlammen opslaan, de linker met een kroon, het voorwerp vergezeld beneden rechts van een vierbladige bloem en beneden links een schuins-rechts geplaatste vogelpoot met den klauw omhoog (Cepornius).
Zie: Dr. A.J. van de Ven, Ds. Johannes Ceporinus en zijn nageslacht, in ‘Gelre’, XXXIX (1936), blz. 160-161. |
Blz. 63, 1e r.v.o. De zin, aanvangend met ‘De in haar wapen afgebeelde heg...’ tot en met den 4en r.v.b. op blz. 64, moet in verband met het voorgaande vervallen. |
Blz. 63. Na den 4en r.v.b. in te voegen: In het zuidelijk transeptvenster is een fragment van gebrandschilderd glas (± 1600?) aangebracht, waarin de onderste helft van een wapen met het opschrift: ‘Herwar’(?). |
Blz. 67, 5e r.v.b.I.p.v. Voorstraat B 51 te lezen: Voorstraat B 64. |
Blz. 67, 8e r.v.b. Hieraan toe te voegen: In den zijtrapgevel, tegen den schoorsteen een anker met: 1705 (?).
Voorts hierna te laten volgen:
3. Mgr. Zwijsenplein A 148. Oud boerenhuis, dat door vergrooting den T-vorm heeft gekregen. In het oudste gedeelte van den voorgevel (XVIII?) ontlastingsbogen en 2 sierankers. Gesneden deur (XVIII c).
4. Voorstraat B 65. Puntgevel met nokanker: 1780.
5. Voorstraat B 61. T-vormig huis (XIX A). Vier schoorsteenen, waarop sierlijk gesmede rookvangen, drie waarvan met windwijzers, voorstellend een paard en twee koeien. |
Blz. 82. De standerdmolen te Hedel, hier vermeld en afgebeeld, is inmiddels gesloopt. |
| |
| |
| |
Heerewaarden.
Fort St. Andries.
Blz. 83, 11e r.v.o. Door den bouw van een nieuwe sluis in het Schansche gat of kanaal van St. Andries en den aanleg van een nieuwen weg van Rossum naar Heerenwaarden is de toestand ter plaatse geheel veranderd, tengevolge waarvan de weg thans langs de zuidzijde om het fort loopt. |
Blz. 90, 5e r.v.b.I.p.v. ‘de Oudheidkamer te Zalt-Bommel’ te lezen: het Raadhuis te Zaltbommel (zie afb. 158 en blz. 181, nr. 3). |
Blz. 91. Onderschrift bij afb. 83. I.p.v. Zuid-Westen te lezen Zuid-Oosten. |
Blz. 91, 2e r.v.o. te lezen: Van de oude, in 1347 vermelde parochiekerk (cf. Archief Aartsbisd. Utr., LX, 1936, blz. 136), waaronder... enz. |
| |
Neder-hemert.
Blz. 104, 14e r.v.o.I.p.v. Maasbaandijk te lezen: Maasbandijk. |
Blz. 117, 5e r.v.o. en 2e r.v.o.I.p.v. Heumen te lezen: Hemmen.
In het onderschrift van afb. 108 eveneens i.p.v. Heimen te lezen: Hemmen. |
| |
Poederooien.
Loevestein.
Blz. 126, 15e r.v.o. Aan den kant, vóór dezen regel, toe te voegen: Literatuur. |
| |
Tielerwaard.
Varik.
heeselt.
Blz. 448, na 2de alinea. Klok N.H. kerk: ‘Doer dat vyer byen ick gevloten. Peter van Trier ende Johan Philipsen hebben my gegoten int jaar onsses Heeren ende Salichmaakers 1638. Ter eeren der H. Drievuldigheyt Godts is dese clock tot Heesel doen maecken by kerckmeisters Derick Melissen ende Joost Willemsen Vermyelen. |
|
|