De Bommeler- en de Tielerwaard
(1974-1975)–F.A.J. Vermeulen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 454]
| |
Waardenburg.Deze gemeente, op den noordelijken oever van de Waal, tegenover Zaltbommel gelegen, omvat het dorp Waardenburg met den polder van dezen naam, en het dorp Neerijnen met den gelijknamigen polder, benevens de Rijswaard langs de Waal. Ga naar margenoot+ Het wapen der gemeente, toegekend 20 Juli 1816, wordt beschreven als zijnde van keel beladen met drie palen van vair en een schildhoofd van goud. - Afgebeeld bij d'ablaing v. giessenburg (Gelderland, pl. IV, no. 47). | |
Germaansche en Romeinsche oudheden.Scherven van Germaansch en Romeinsch aardewerk, onder deze gemeente gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden (Catal. B III, 155-156; C. II, 1228). | |
Neerijnen.Ga naar margenoot+ Oorspronkelijk werden Neerijnen en het ten Oosten hiervan gelegen Opijnen (vgl. blz. 318-320) tezamen aangeduid onder den naam IJnen. Aldus in 996 Ine (sloet, Oorkondenb. 113), in 997 en in 1259 Yne. In 1265 spreekt men van Nederijnen cum Opijnen. Aangezien in een oorkonde van 1280 sprake is van Ynen et Oppinen, schijnt de naam Inen ook in het bijzonder voor Neerijnen te zijn gebruikt. In het einde van de 14e eeuw vinden we herhaaldelijk Nederijnen. De tegenwoordige naam Neerijnen komt voor in 1481 en 1504. | |
Kerk.Ga naar margenoot+ De kerk van Neerijnen was in 1287 nog een kapel van de kerk te Hyre (of Heyrn), en behoorde als zoodanig aan het kapittel van St. Jan te Utrecht. Later werd zij een | |
[pagina 455]
| |
afzonderlijke parochie, die na de Hervorming, tot 1618, gecombineerd is geweest met Opijnen, en sindsdien met Waardenburg (joosting en muller, Bronnen II, blz. 420). De thans Ned. Hervormde kerk, in 1865 gebouwd ter vervanging van eenGa naar margenoot+ oudere, bezit: Een eiken preekstoel, in 1868 vervaardigd (blijkens jaartal) naar het voorbeeld van dien te Waardenburg (zie blz. 458-459). Een koperen doopbekken met houder (XVIII A). Een koperen zandlooperhouder (XVIII A). Een klok (middellijn: 0,895 M.) met in Romeinsche hoofdletters het opschrift: ‘Me fecit Jan Albert de Grave: Amstelodami Anno Domini 1724 †’. Afb. 392. Waardenburg. Ingang van het huis Neerijnen.
| |
[pagina 456]
| |
Particuliere gebouwen.1. Het Huis Neerijnen ligt vrij, in een park, ten Noord-Oosten van de kerk. Ga naar margenoot+ a. l(oosjes), Het Huis Neerijnen, in: Weekbl. ‘buiten’, 1920, blz. 154.Ga naar margenoot+ Het door een gracht omgeven, eenvoudig van baksteen opgetrokken gebouw, heeft aan de voorzijde een sterk vooruitspringenden risaliet, waarin de langs een gemetselde boogbrug toegankelijke ingang (afb. 392). Hierin bevindt zich een dubbele deur van twee eiken vleugels, waartegen twee bronzen grepen (XVIIIc) met leeuwenfiguren (afb. 393). De ingang is gevat in een gebeeldhouwde omlijsting in rococo-trant, met als bekroning een wapenschild, gehouden door een eenhoorn (rechts) en een liggenden leeuw (links), Afb. 393. Waardenburg. Bronzen deurbeslag van het huis Neerijnen.
waarin, gevierendeeld, de wapens van Tjaard van Aylva en Margaretha van Gendt. Hieronder bevindt zich een uitvoerig opschrift betreffende Jhr. Hobbe baron van Aylva, heer van Waardenburg van Hierne en van Neer-IJnen, met de dateering 20 Juli, 1769. Boven de meeste van de gemoderniseerde vensters baksteenen paanderbogen. In het inwendig geheel gewijzigde huis bevinden zich stucplafonds en wanden (± 1800), en voorts o.a. vier kleine bronzen kanonnen, waarvan een met ‘Anno 1621’, en een met het opschrift: ‘Peters Wytties fecit Anno 1622’. Deze kanonnen zijn afkomstig uit het bezit van generaal Hobbe van Aylva, den gouverneur van Maastricht, 1756-1772 heer van Waardenburg. Voorts een verzameling schilderijen, waaronder familieportretten. 2. B. 11. Eenvoudige kleine boerenwoning met rieten dak. In den voorgevel ankers: 1628. 3. B. 60. Boerenhuis ‘Kweldam’, op ⊤-vormigen plattegrond (± 1800), met dubbel dwarshuis, waarvan het voorste gedeelte in later tijd is aangebouwd (afb. 394). | |
[pagina 457]
| |
4. Ten Zuiden naast de Ned. Hervormde kerk een boerenhuis (± 1800) van hetzelfde type (afb. 395). Afb. 394. Neerijnen. Boerderij ‘Kweldam’.
| |
Waardenburg.j. gerdes oosterbeek, De Heerlijkheid Weerdenburg, leen ten Zutfenschen regte,Ga naar margenoot+ in: geldersche volksalm. XL (1874), blz. 7-40. Afb. 395. Neerijnen. Boerenwoning.
Oorspronkelijk luidde de naam van deze plaats Hiere of Hiern. Nadat in 1265 RudolfGa naar margenoot+ Cock in de curtis Heyrn het kasteel Weerdenbergh had laten bouwen, is deze naam geleidelijk op het dorp en de latere heerlijkheid overgegaan. Intusschen bleef de | |
[pagina 458]
| |
benaming Hiere in hare verschillende vormen nog lang voortbestaan. Zoo: Hier, in 1407; Hyer in 1481 en in 1532. - Zie: nomina geogr., III, III, 136-137 en 269. - Voorts: ‘gelre’ XII, blz. 467; XVI, blz. 178; XVIII, blz. 13; XXIX, blz. 95. - martens v. sevenhoven, Marken in Gelderland, blz. 17. | |
Kerk.De thans Ned. Hervormde kerk, blijkens een gedenksteen herbouwd in 1862, bezit: Ga naar margenoot+ Een in den stijl van het Regentschap gesneden preekstoel op vaasvormigen voet, versierd met acanthus-ornament. Op het klankbord een uitgezaagd lint met: MDCCXXXX. (afb. 396). Ga naar margenoot+ Een koperen doopbekken met houder (XVIIIb). Een opengewerkten koperen lezenaar (XVIId). Een acht-lichts koperen kroon (± 1700), gewijzigd voor electrisch licht. Twee koperen zandlooperhouders (XVIIIb), gewijzigd tot lichtarmen met blakers. Ga naar margenoot+ Een kleine hardsteenen zerk met gebeeldhouwd wapen-Vijgh en opschrift: ‘Hier leet begrave den saligen ioncheer Gerard Vijgh in syn leve Heer tot Weerdeborch, Hier ende Nederijnen sterf den 16 November Ao 1632’. | |
[pagina 459]
| |
Een grijs marmeren epitaaf met het opschrift: ‘Judith Mari Gravinne Van Wied Ronckel en Isenburg Geboore Baronesse Van Aylva Vrouw van Waerdenburg Hiern en Neerijnen, ec. ec. ec. Gestorven den 22 Mey 1736. - Frans Kaarl Christoph Graave
Afb. 396. Waardenburg. Preekstoel der Ned. Hervormde kerk.
Van Wied. Overleeden den 5 7ber 1757’. Hierboven gebeeldhouwd het alliantiewapen Wied-Aylva.Ga naar margenoot+ Een bijbel met rijk koperen beslag (± 1700). Twee zilveren avondmaalsbekersGa naar margenoot+ (hg. 0,255 M.) in den vorm van miskelken, waarvan een verguld (XVIII A). Op den voet gegraveerd het wapen Van Wied-Aylva, gehouden door twee engeltjes, waaromheen een lint met het opschrift: Si Deus pro nobis Quis contra nos’. Merken: 's-Gravenhage, jaarletter E, Holland en een kopje in gekroond schild (in den vergulden kelk; de zilveren heeft geen merken). Een zilveren broodschaal met hetzelfde wapen als voren, en de merken: 's-Gravenhage, Holland, gekroonde W en kopje in gekroond schild. Een zilveren wijnkan (hg. 0,36 M.) met oor en deksel, waarop hetzelfde wapen als voorgaande. Merk: P.H.S. Vier tinnen schotels. Merken: Ive en gekroonde X.Ga naar margenoot+ Een klok (middellijn: 0,87 M.), met het opschrift: ‘Geraerdt van BronckhorstGa naar margenoot+ heer tot Weerdenburch Hiir ende Nerinen. Willem Petersen Kerckmester i.d. tit Loft Godt altidt. Wouter Both et Eppe van der Arck me fecerunt Tutrecht 1636’. | |
Particuliere gebouwen.1. Het Kasteel De Waardenburg (in de omgeving ook bekend als ‘de Stomp’), aan de oostzijde van het dorp, achter den Waalbandijk gelegen, behoort thans aan mevrouw de baronesse van Pallandt van Waardenburg en Neerijnen te Neerijnen. | |
[pagina 460]
| |
Ga naar margenoot+ robidé v.d. aa, Oud-Nederland. - w.v.d. poll, Het kasteel Waardenburg, in het tijdschr. Gelderland, 1853, II, blz. 205. (Ook afzonderlijk uitgegeven te Tiel, 1853). - h.m. werner, Het kasteel W., in: Het Huis oud en nieuw, XII (1914), blz. 305-328 (met geslachtslijsten). - a. l(oosjes), Het kasteel Waardenburg, in: Weekbl. ‘buiten’, 1920, blz. 152. - b.h. van 't hooft, Doctor Faust en Gelderland, in: ‘gelre’, XXXIII (1930), blz. 73 v.v., en de literatuur aldaar vermeld. Afb. 397. Waardenburg. Ruïne van het kasteel. Gravure van J. Schijnvoet naar een teekening van R. Roghman.
Ga naar margenoot+ Bij de hierboven reeds genoemde oorkonde van 5 Augustus 1265 (zie blz. 454) kreeg Rudolf Cock van graaf Otto van Gelre de vergunning, op den berg te Hiere (‘super montem de Hyere’) een houten versterking te bouwen tot een bedrag van driehonderd Leuvensche ponden (sloet, Oorkondenb., blz. 861). Waarschijnlijk was deze ‘berg’ een natuurlijke of kunstmatige hoogte ‘motte’, in den toenmaligen drassigen Waaloever, of, indien de Waal hier toen reeds bedijkt was, in den uiterwaard buiten den toenmaligen Waaldijk. Hieraan ontleende de burcht zijn oorspronkelijken naam ‘Weerdenberch’, later veranderd in Weerdenburg en Waardenburg, welke naam ook op het gebied en de burgerlijke gemeente is overgegaan (‘gelre’, 1930, blz. 73). De eerste heer van Waardenburg heeft zijn houten burcht niet voltooid, of deze is reeds vrij spoedig door een steenen gebouw vervangen. Althans ‘maecten’, in 1283, | |
[pagina 461]
| |
‘heer Rodolph, ridder, heer Roloffzoon voirsz. tot Werdenberch den sael ende den ronden toern’ (geld. volksalm. 1874, blz. 14). Het kasteel (afb. 398) bestaat uit drie stomphoekig op elkaar staande vleugels,Ga naar margenoot+ en wel: een rechthoekig middengedeelte, een westvleugel, en een oostvleugel met een modernen aanbouw, tezamen een naar het Zuiden open voorplein omsluitend. In den hoek tusschen middengebouw en oostvleugel is een achtkante traptoren ingebouwd; aan de noordzijde van het middengedeelte springt een toren halfrond uit in de gracht, die het geheel omringt. Alle vleugels zijn twee verdiepingen hoog. De noordelijke of middenvleugelGa naar margenoot+ is opgetrokken van baksteen (formaat: 0,27 × 0,13 × 0,065 M.; 10 lagen: | |
[pagina 462]
| |
Afb. 398. Waardenburg. Kasteel van het Zuiden gezien.
0,76 M.). In den zuid- of voorgevel van dit gedeelte bevinden zich korfbogige ontlastingsbogen met zandsteenen blokken boven deels dichtgemetselde, deels in de 19e eeuw gewijzigde vensters. Boven in den gevel vier jaartalankers: 1627. Een zandsteenen waterlijst, die de beide verdiepingen scheidt, is doorgetrokken over den aan het voorplein gelegen zijgevel van den, overigens sterk verbouwden westvleugel, waarin sporen van dichtgemetselde vensters. In den zuidgevel van dezen vleugel zijn onder den top twee wapensteenen ingemetseld: links met het wapen-van Arkel, rechts met dat van Gelder. Het grootere oude gedeelte van den oostvleugel is opgetrokken van groote gele en roode moppen (formaat 0,29 × 0,15-0,16 × 0,07 M.; 10 lagen: 0,765 M.), waartusschen vele groen verglaasde. In het gelijkvloersche bevinden zich gewijzigde vensters, ten deele met houten kruiskozijnen, waarboven een bergsteenen tandlijst, en hierop, boven elk venster een op acanthusconsoles rustend, driehoekig fronton, met schelpvormige vulling. In de verdieping dergelijke vensters, doch met korfbogige ontlastingsbogen. Bergsteenen neg- en boogblokken. In het tegen dezen vleugel aangebouwde nieuwe gedeelte is de beschreven architectuur nagevolgd. Deze aanbouw sluit met een overstekend dak aan bij den aanmerkelijk breederen zuidelijken eindgevel van het oude werk (afb. 399). De ingebouwde traptoren gaat in den hoek tusschen midden- en oostvleugel op boven de bedakingen. In zijn sterk vervallen bovengedeelte is een deurtje aangebracht, uitkomend op het dak. | |
[pagina 463]
| |
Afb. 399. Waardenburg. Kasteel van het Zuid-Oosten met links den nieuw aangebouwden vleugel.
Aan de eveneens sterk verbouwde noordzijde (afb. 400) snijdt de halfronde toren met een stuk recht muurwerk in den middenvleugel, boven welks noordelijk dakschild hij wordt afgedekt met een scheef kegelvormig dak. Tusschen dezen toren en den oostvleugel is een aan weerszijden koud aansluitende uitbouw opgetrokken. Het inwendig geheel vertimmerde gebouw heeft in den oostvleugel eenigeGa naar margenoot+ vertrekken met balkenzolderingen op geprofileerde sleutels. In den achtkanten traptoren bevindt zich een eveneens gewijzigde hardsteenen wenteltrap. In een trede het gat van een vroegere spil. Het bovengedeelte is verbroken en kennelijk in later tijd verlaagd. Het kasteel heeft in den loop der eeuwen zoo vele wijzigingen ondergaan, dat omtrentGa naar margenoot+ zijn vroegere gedaanten en zijne bouwgeschiedenis weinig te zeggen zou zijn - althans niet zonder graven en breken - ware het niet, dat we beschikten over enkele oude afbeeldingen, die ons althans eenig licht kunnen verschaffen. | |
[pagina 464]
| |
Afb. 400. Kasteel Waardenburg uit het Noord-Oosten.
| |
[pagina 465]
| |
van den halfronden toren tot het in het eind van de 19e eeuw aangebouwde gedeelte, na omstreeks 1620 moet zijn vernieuwd. Hij zal dus het werk zijn van de herbouwing in 1627 onder Johan Vijgh. Op dezen tijd wijzen trouwens ook de vormen der vensters, en met name de met schelpen gevulde frontons. Afb. 401. Waardenburg. Korenmolen.
| |
[pagina 466]
| |
en een voorburcht zijn opgetrokken. Deze laatste uitbreiding kan geschied zijn in verband met de verheffing tot hooge heerlijkheid in 1481. 2. Waalbandijk A 200. Gepleisterd baksteenen huis (± 1800) met pannen zadeldak en drie dakkapellen. Deur met eenvoudig gesneden naald. | |
Molen.Ten Westen van het kasteel de Waardenburg staat aan den voet van den Waalbandijk een korenmolen, behoorend aan baronnesse van Pallandt. Zeskante bovenkruier, met riet bekleed, op baksteenen voet (afb. 401). Op den baard, te weerszijden van de as: ‘Anno 1780’. Inwendig: zware eiken stijlen, korbeelen en balken, afkomstig van een vroegeren standerdmolen. In het kroonwiel gesneden: ‘G.v.A. 1799. W.v.H. 1799’. |
|