De Bommeler- en de Tielerwaard
(1974-1975)–F.A.J. Vermeulen– Auteursrechtelijk beschermdHaaften.Zie nomina geogr., III, blz. 14.Ga naar margenoot+ | |||||||
Kerk.De Ned. Hervormde kerk is met haar toren eigendom der kerkelijke gemeente. | |||||||
[pagina 334]
| |||||||
Ga naar margenoot+ Blijkens de meergenoemde schenkingsoorkonde van bisschop Meinwerk, stond te Haaften in 1031 een kerk, die een ‘capella’ was van de moederkerk te Tuil. Zij was dit nog in 1183, toen paus Lucius III, bij oorkonde van 27 Februari, de abdij te Paderborn in hare bezittingen bevestigde (sloet, Oorkondenb., nr. 362). Later werd zij parochiekerk, in ieder geval vóór 1399, in welk jaar zij tot collegiale kerk met een kapittel van acht kanunniken werd verheven. Dit kapittel werd in 1450 door zijn deken, Godefridus Neve, begiftigd met o.a. tienden te Dalem (historia episcop. ultraj., Antwerpen, 1733, blz. 250). Ga naar margenoot+ De kerk, een in 1851, ter vervanging eener oudere, nieuw opgetrokken gebouw met toren, bezit: Ga naar margenoot+ Een gepolychromeerd alliantiewapen-Dutry van Haeften met gesneden voet van rococo-ornament (± 1760), geplaatst op een overigens onbelangrijke heerenbank (± 1850). Ga naar margenoot+ Vóór den ingang der kerk een zerk zonder opschrift, maar met het wapen-Dutry van Haeften (XVIII). Ga naar margenoot+ Twee gelijke zilveren bekers (hoog: 0,14 M.) met het randschrift: ‘Dit zijn de bekers toe behorende de kercke van Haeften gemaeckt van enich silverwerck toe behorende de kerck’ (± 1700). Geen merken. Ga naar margenoot+ In den toren een klok (middellijn: 0,735 M.) met in Romeinsche kapitalen het randschrift: ‘Yck ben den roeper van veel waarde kerckgenooten op mijne heldere stem word Goodes huys ontslooteon. Gillis Wibrans tot Amsterdam heeft my vergooten ynt yaar 1702 als de heer Adriaan Bout heer van Haaften was’, en voorts een medaillon met wapen en randschrift: ‘Wapen van de heer Adriaan Bout heer van Haaften’. | |||||||
Ruine Goudenstein.Ga naar margenoot+ De ruïne van het voormalig kasteel Haaften, Goudenstein genoemd, ligt aan de Noordzijde van het dorp, ongeveer 200 M. bewesten den rechter Waaldijk. Ga naar margenoot+ mr. c.p.e. robidé van der aa, Oud-Nederland. Nijmegen, 1846. - jaarverslag der Provinciale Geldersche archeol. Commissie over 1911, in: ‘gelre’ XV (1912), blz. LII en XVI (1913), blz. XXIX. - Negende Jaarverslag der Rijkscommissie tot het opmaken enz. van een inventaris...... van de Nederl. monumenten enz. (1911), blz. 17. | |||||||
[pagina 335]
| |||||||
blz. 165 en 185), moet hier gewoond hebben. Van de lotgevallen van dit slot, dat volgens de overleveringen van oudsher Goudenstein werd genoemd (robidé v.d. aa, a.w.), is overigens weinig méér bekend, dan dat het waarschijnlijk in 1672, toen het in het bezit was van Wolphart van Brederode, door legerbenden van Lodewijk XIV werd verwoest. Of het slot daarna hersteld en later andermaal verwoest is, weten we niet. We vinden slechts vermeld (tegenw. staat, III, blz. 287), dat B. Dutry, die de heerlijkheid in 1712 kocht, hier een nieuw landhuis liet bouwen, dat echter in 1794 door de Fransche invallers tot den grond werd afgebrand. Afb. 299. Haaften. Ruïne Goudenstein.
De ruïne (afb. 299) bestaat uit eenGa naar margenoot+ ronden hoektoren van binnenwerks gemeten ongeveer 2,70 M. middellijn met een muurdikte van 1.10 M., en twee bij dezen toren aansluitende, rechthoekig op elkaar staande stukken muur, het geheel van groote baksteen (formaat: 0,30 × 0,14 × 0.16 M.; 10 lagen: 0,78 M.). Het geheel is bij een herstelling in 1912 omgeven met een baksteenen muurtje. In den 19 M. hoogen toren bevinden zich twee baksteenen koepelgewelven. De brokstukken der rechtstaande muren vertoonen de moeten van vier vloeren, waaruit men het bestaan van een kelder, drie verdiepingen en een zolder kan afleiden. De kelder was, blijkens de nog waarneembare sporen, overwelfd; het muurwerk van de twee bovenste woonverdiepingen houdt nog fragmenten van twee gothische zandsteenen schoorsteenwangen; segmentvormig getoogde deuropeningen in den toren vormden kennelijk de verbinding tusschen dezen en de vertrekken; boven de bovenste dezer openingen is in den muur van den toren de moet van het hooge zadeldak zichtbaar. Alles wijst er op, dat we hier te doen hebben met de resten van een vierkant kasteelGa naar margenoot+ met ronde hoektorens, naar het gebruikelijke type van den middeleeuwschen waterburcht. De eenige gegevens voor een dateering van dit bouwwerk vinden we in het | |||||||
[pagina 336]
| |||||||
formaat van de baksteen en in de gothische schoorsteenwangen, die doen onderstellen, dat het in de 14e eeuw is opgetrokken. Afb. 300. Haaften. Korenmolen a.d. Waaldijk.
| |||||||
Molens.
|
|