De Bommeler- en de Tielerwaard
(1974-1975)–F.A.J. Vermeulen– Auteursrechtelijk beschermdEst en Op-IJnen.Deze gemeente wordt gevormd door het dorp Est, in het midden van de Tielerwaard, ten O. van de spoorlijn Geldermalsen - Zalt-Bommel gelegen, en het dorp Op-IJnen aan den noordelijken oever van de Waal. Ga naar margenoot+ Het wapen der gemeente, verleend 6 Januari 1885, bestaat uit: een schild gevierendeeld, het eerste en het vierde kwartier van zilver, beladen met twee gekanteelde balken van keel, vergezeld van een barensteel van lazuur, het tweede en derde kwartier van keel, beladen met drie palen van vair, waarboven in goud een uitkomende leeuw van keel. Zie overigens ook Neerijnen, blz. 454. | |
Est.Ga naar margenoot+ Zie nomina geogr., III, blz. 101. | |
[pagina 317]
| |
trouwde met N. van Heukelom en deze verkochten Est in de 16e eeuw aan Claas Vijgh. In de 17e eeuw behoorde de heerlijkheid aan de geslachten van Bloemendaal en Laewick (v. spaen, Inleiding, III, blz. 300-301). | |
Kerk.De Ned. Hervormde kerk en haar toren zijn beide in eigendom en onderhoud bij de Ned. Hervormde gemeente. Afb. 282. Est en Op-IJnen. Plattegrond der Ned. Hervormde kerk te Est.
Kerkelijk was Est van 1620 tot 1748 gecombineerd met Meteren. De tegenwoordigeGa naar margenoot+ kerk is waarschijnlijk na de afscheiding van Meteren, dus omstreeks 1750, gebouwd. De geheel vrij liggende kerk, waarvan de oriëntatie een afwijking van 8oGa naar margenoot+ vertoont, is een eenvoudig, eenbeukig gebouwtje (afb. 282) met een klokketorentje op den westgevel, uitwendig geheel gepleisterd. Het inwendige is verdeeld in een westelijke kerkruimte, gewit en gedekt met een segmentvormig houten tongewelf op trekbalken (afb. 283) en een oostelijk hiervan gelegen consistoriekamer. De kerk bezit: Een eenvoudigen eiken preekstoel (± 1800), welks voet rust op een fragment,Ga naar margenoot+ vermoedelijk van een omgekeerd zandsteenen doopbekken (XV?). Een koperen predikantslezenaar (XVIIIc). Een dito doopbekken met houder. Een dito zandlooperhouder. Een dito blaker. Een orgel (XVIIIc) met gesneden kast, bekroond door een wit geverfd beeld van David, geflankeerd door heraldisch-rechts een kinderfiguurtje met het wapen-Timmers, links een dergelijk figuurtje met het bijbehoorend vrouwelijk wapen (afb. 284). | |
[pagina 318]
| |
Ga naar margenoot+ Een wit marmeren epitaaf (thans in de schouw der consistoriekamer geplaatst en in staat van verval), bestaande uit een sarcophaagvormig onderstuk met een rococo bekroning, waarin het wapen-Timmers is gehouwen (afb. 285); in het onderstuk het navolgend opschrift: ‘Hier leijt begraaven Den Heer Johan: Jacob Timmers in sijn Eerwaarde leven Heer van Est en Opijnen stirf den 27 Augusti 1761 oudt 72 iaaren’. Twee koperen zeslichts kroontjes (XVIIIb), een waarvan een arm mist. Een geschilderd tiengeboden-bord (XVIIIb), waarop tevens de tekst Prediker 4:17 is aangebracht. Een Credo-bord, waarop een wapen is geschilderd, benevens het opschrift: ‘Deze en meer andere giften zijn gedaen door den Heer Timmers, heer van Est en Opijnen Anno 1749’. Afb. 283. Est en Op-IJnen. Ned. Hervormde kerk te Est inwendig naar het Oosten.
Ga naar margenoot+ Een klok (middellijn: 0,555 M.), met in den bovenrand, in Romeinsche hoofdletters, het opschrift: ‘Johannes Specht Rotterdam Ao. 1747.’ Een zilveren avondmaalsbeker (hg. 0,124 m) met gegraveerd rankenornament; opschrift: Corn. Will et Jan Lub diac. est 1639; merken: Zaltbommel, 2 gekruiste pijlen en jaarletter C. (afb. 286). | |
Boerenhuizen.1. B 26. Eenvoudig gepleisterd boerenhuis met rieten dak. In den voorgevel ankers: 1632. 2. W 121. In den zijgevel van een gepleisterde boerenwoning ankers: A 1769. | |
Op-IJnen.Ga naar margenoot+ Op-IJnen wordt vermeld in 1265, wanneer Otto, graaf van Gelre, en Rodolf Cock een ruiling aangaan, waarbij eerstgenoemde al de goederen tusschen Beesd en Leerdam en tusschen Lek en Linge krijgt, terwijl de ander in leen ontvangt de curtes Hiern, | |
[pagina 319]
| |
Neer- en Opijnen (sloet, Oorkondenb., nr. 883). Dezelfde Rodolf Cock, thans ‘miles de Werdenberghe’ genoemd (vgl. hierna blz. 458), pachtte in 1280 van het kapittel van St. Jan te Utrecht de tienden van ‘Hyre (Hiern), IJnen et Oppinen’, voor den tijd van zestien jaren; en in 1287 kreeg hij ze voor acht en vijftig jaren in pacht (sloet, Oorkondenb. nrs. 1017 en 1118). Deze familie Cock bleef tot het eind der 17e eeuw in de ridderschap van Nijmegen verschreven (v. spaen, Inleiding, III, blz. 295). | |
Kerk.De Ned. Hervormde kerk en haar toren zijn, evenals die te Est, in eigendom en onderhoud bij de Ned. Hervormde gemeente. De kerk te Op-IJnen was aanvankelijk een kapel van de kerk te Hier (Waardenburg,Ga naar margenoot+ zie blz. 457), als hoedanig zij in 1287 wordt vermeld (joosting en muller, Bronnen, II, blz. 420). Later tot parochiekerk verheven, werd zij na de Hervorming, en tot 1618, gecombineerd met Neerijnen (blz. 455). Afb. 284. Est en Op-IJnen. Orgel der Ned. Hervormde kerk te Est.
De tegenwoordige kerk,Ga naar margenoot+ een omstreeks 1860 opgetrokken gebouw, bezit de navolgende meubelen en andere voorwerpen: Een eenvoudig in den trant van het Regentschap gesneden preekstoel, op welks klankbord een kuif is aangebracht, waarin: ‘Ao. MDCCXLIV’. Een koperen doopbekkenhouder (XVII B), waarin een bekken (± 1800). Een koperen opengewerkte predikantslezenaar (XVIIIb), waarin een sterfiguur, met een draaibaren arm. Een koperen achtlichts kroon (± 1750). Een zilveren Avondmaalsbeker (XVIIb), met gegraveerde randversiering vanGa naar margenoot+ ranken en visschen, waarin drie medaillons met mansfiguren in de kleederdracht | |
[pagina 320]
| |
van dien tijd (afb. 287); onder tegen den bodem gekrast: SG en NH. Merken: dubbele adelaar (Tiel), jaarletter L, en een monogram S I (dooreen). Afb. 285. Est en Op-IJnen. Epitaaf in de Ned. Hervormde kerk te Est.
Een zilveren avondmaalsbeker (XVII) in den vorm van een miskelk, op welks voet een wapen is gegraveerd, benevens het randschrift: ‘Saligh Sijn die hongeren ende dorsten nade Geregtighijd want sij sullen Versadicht worden. Math. 5 V.6’. Merken: jaarletter B; een schildje, waarin een leeuw met anker, en één onleesbaar (afb. 288). Ga naar margenoot+ Een klok (middellijn: 0,68 M.) met in Romeinsche hoofdletters de volgende opschriften: in den bovenrand, ‘Johan Masscharell Heer tot Ballegoijen Kint ende Opijnen Anno 1636. Petrus Mobach Pastor. Tijs Aertsen ende Otto Jansen kerckmisters in den tyt’; in den benedenrand, ‘Peter van Trijer ende Johan Philipsen hebben mij gegoten. Eeclesia Opijnensis reformata orthodoxa me curavit’. |
|