De Bommeler- en de Tielerwaard
(1974-1975)–F.A.J. Vermeulen– Auteursrechtelijk beschermdRomeinsche oudheden.Scherven van Romeinsch vaatwerk, hier gevonden, worden bewaard in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden (Catalogus 1908, C II, 1229). | ||||||
Gameren.Zie nomina geogr., III, 104, 303.Ga naar margenoot+ | ||||||
[pagina 68]
| ||||||
Voormalig kasteel.Het kasteel te Gameren wordt in 1568 beschreven als ‘ein edelmans wonyngh met graften und toichbruggen, und opt voirgeborchte ein bouhuisz met ein grote poirte, voirt met syngell und bongart dair an gelegen’ (aquoy, blz. 264). Thans staat hier nog slechts, omgeven door gedeelten van de vroegere grachten, een hofstede, ‘het Slot’ genoemd, waarin een overwelfde kelder, met een waterput, die bij belegeringen moest dienen. | ||||||
Kerk.DeGa naar margenoot+ was oorspronkelijk gewijd aan den H. Martinus (bossche bijdr., V, 144). Ga naar margenoot+ Bisschop Meinwerk van Paderborn schonk in 1031 aan de toen voltooide abdij Abdinkhof, met andere eigendommen ook ‘Teisterbant cum ecclesiis Tulen, Haftki, Gamberen’, etc. (sloet, Oorkondenb., no. 157). De vita S. Meinwerci omschrijft deze schenking nader als: ‘matrem ecclesiarum in Tuilon, cum quatuor capellis attinentibus Niuwela, Helve, Haften, Gambora, cum decimis earum’. Gameren was dus in 1031 een kapel van Tuil (v. spaen, Inleiding, III, 180), en zij was dit eveneens nog in 1183 (joosting en muller, Bronnen, II, 419). Ga naar margenoot+ De kerk, vrij liggend aan den voet van den Waaldijk, bestaat uit een thans aan de oostzijde rechtgesloten, geheel gepleisterd schip en een baksteenen westtoren van drie geledingen met een ingesnoerde achtkante houten spits, waarop een vergulde bol met gesmeed ijzeren kruis en haan. | ||||||
[pagina 69]
| ||||||
Tegen den zuidmuur van het schip staan twee schuin afgedekte steunbeeren, waarvan de oostelijke overhoeks, blijkbaar een overblijfsel van de vroegere, polygonale koorsluiting, die later is vervangen door de tegenwoordige rechte sluiting, waartegen een lager aanbouwsel. In den westmuur van den toren zijn twee gedenksteenen aangebracht, waarvan een met het opschrift: ‘Jacob van Kerckwijk leyde hier de eerste steen in het jaar 1786’, en een met: ‘AV. G.D.T. 1786 V.V.W. DV.’ Nadat het middeleeuwsche, in gothischen stijl opgetrokken kerkgebouw, waarschijnlijkGa naar margenoot+ uit de 14e of 15e eeuw dagteekenend, naar het getuigenis van Gaspard de l'Agarge in 1574 door de Spanjaarden was verwoest bij de blokkade van Zalt-Bommel (huybers en kleijntjens, De blokkade van Zalt-Bommel in 1574, blz. 70), hebben de Hervormden blijkbaar de overblijfselen van het koor ingericht voor hunne godsdienstoefeningen. Althans, eene teekening van Hendrik Spilman, uit het midden der 18e eeuw, vertoont het met een later koepeltorentje bekroonde gothische koor, aan welks westzijde een deel der schipmuren als ruïne is blijven staan (afb. 62). Dit bouwvallige gedeelte heeft in 1786 plaats gemaakt voor den tegenwoordigen toren, terwijl tezelfdertijd de veelhoekige koorsluiting (waarvan dus de overhoeksche beer tegen den zuidmuur bewaard bleef) werd vervangen door de thans bestaande rechte afsluiting. De westelijke helft der tegenwoordige kerk is dus een overblijfsel van het koor der vroegere. Omstreeks 1875 heeft men aan de noordzijde een dwarsarm aangebouwd, die bij eene verbouwing in 1903 weer is verdwenen. Afb. 62. De Ned. Hervormde kerk te Gameren met overblijfselen van het verwoeste schip naar de teekening van h. spilman.
Het architectonisch geheel onbelangrijke interieur bevat:
Voorts bezit de kerk:
Twee zilveren Avondmaalsbekers, elk met onder den bodem het opschrift:Ga naar margenoot+ ‘Anno 1693 Den armen van Gameren Ducaten Silver’. Een tinnen bord (XVII). | ||||||
[pagina 70]
| ||||||
Ga naar margenoot+ Een klok (middellijn: 0.735 M.) met twee ornamentranden, waarvan de bovenste bestaat uit bladranken, waartusschen kinderfiguren. Opschrift: ‘Me fecit I.A. de Grave Amsteldam. 1720.’ | ||||||
Molen.Aan den Waalbaandijk staat een korenmolen, een ronde baksteenen bovenkruier, in 1855 gebouwd ter plaatse van een in dat jaar verbranden standerdmolen. Het jaartal 1855 is aangebracht in den kop, onder de as. Waarschijnlijk stond te dezer plaatse reeds de molen, waarmede Willem van Heukelom en Elizabeth, vrouwe van Gameren, in 1378 werden beleend (zie blz. 67). | ||||||
Nieuwaal.Ga naar margenoot+ Zie: nomina geogr., III, 196, 305. Afb. 63. Gameren. Plattegrond der Ned. Herv. kerk te Nieuwaal.
In 1312 behoorde de heerlijkheid, evenals Gameren, aan Gijsbert de Cock van Werdenburg, en zij bleef in dit geslacht tot omstreeks het midden der 15e eeuw, toen zij, door het huwelijk van Mechteld van Werdenburg, in het bezit kwam van Willem van Berchem, heer van Oostmale. Elizabeth, erfdochter van Mechteld huwde met Wouter van Hamale, maar ridder Arent van Herlaer bezat het patronaat der kerk en de tienden van Nieuwaal in erfpacht van de abdij Abdinghof en werd in 1425 door den deken van Soest om wanbetaling in den ban geslagen. Over dit patronaat en de tienden is in 1485 en 1472 door zijn zoon Arent van Herlaer nog een proces gevoerd met Mechteld, toen weduwe van Willem van Berchem, en hare dochter (v. spaen, Inleiding. III. 261). | ||||||
Kerk.De Ned. Hervormde kerk, voor de Hervorming aan den H. Willibrordus gewijd (schutjes, V, 182), is in eigendom en onderhoud bij de Ned. Hervormde gemeente; de toren behoort aan de burgerlijke gemeente. | ||||||
[pagina 71]
| ||||||
Uit de hierboven aangehaalde plaats der vita s. Meinwerci blijkt, dat ook NieuwaalGa naar margenoot+ (Niuwela) in 1031 een kapel van Tuil was, en evenals Gameren blijkt zij dit ook nog in 1183. Bij de kerkvisitatie van 1571 wordt Nieuwaal beschreven als een parochie van 200 communicanten; de kerk had drie altaren, waarvan slechts een was geconsacreerd (Bossche Bijdr. V, 143, 149).De kerk ligt vrij, ten Zuiden van den Waalbaandijk, op een kerkhof, omgevenGa naar margenoot+ door een baksteenen Afb. 64. Gameren. Ned. Hervormde kerk te Nieuwaal uit het Zuid-Westen.
muur. Zij is georiënteerd, met een afwijking van 7o naar het Zuiden. Het gebouw (afb.Ga naar margenoot+ 63) bestaat uit een eenbeukig schip, naar het Oosten driezijdig gesloten, en een vierkanten westtoren met een halfronden traptoren tegen den zuidmuur en een vierkant aanbouwsel tegen den noordmuur. Op een van grooteGa naar margenoot+ baksteen (formaat: 0.29 × 0.13-0.14 × 0.06 M.; 10 lagen; 0.715 M.) gemetselden voet ter hoogte van 1.50 M., is het muurwerk van het schip opgetrokken van kleine steen (formaat: 0.235 × 0.125 × 0.045 M., 10 lagen: 0.54 M.). Tusschen de rondbogige vensters staan eenvoudige onversneden steunbeeren, met gepleisterde concave afdekkingen, overgaande in verkroppingen van de gootlijst (afb. 64). De toren, eveneens van baksteen (formaat: 0.24 × 0.11 × 0.052 M.; 10 lagen: 0.63 M.), telt drie versnijdende geledingen en wordt bekroond door een vierzijdig tentdak, met pannen gedekt. Op de spits een kruis met haan. Tegen de westzijde zijn twee over de volle hoogte opgaande en viermaal versneden | ||||||
[pagina 72]
| ||||||
overhoeksche beeren aangebracht. In de onderste geleding is aan de westzijde een spitsbogige nis gespaard, met den door een latei afgedekten ingang; de overige geledingen hebben aan elke zijde twee slanke gedrukt-spitsbogige nissen; in de bovenste waarvan de galmgaten zijn aangebracht. De traptoren reikt tot het midden der bovenste geleding, waar hij is afgedekt door een lessenaarsdakje met pannen. Ga naar margenoot+ Het inwendige, met een houten tongewelf overdekt, is van weinig belang. Afb. 65. Gameren. Tinnen offerbus der kerk te Nieuwaal.
Ga naar margenoot+ De 1.50 M. hooge voet der kerk is blijkbaar gemetseld van het materiaal eener oudere kerk, die, te oordeelen naar het formaat der baksteen, uit de 13e eeuw dateerde. Tegen deze oudere kerk heeft men omstreeks 1500 den bestaanden toren opgetrokken: de geheele bouw met de overhoeksche beeren, de gedrukte spitsboogvorm der siernissen, zoowel als het baksteenformaat, wijzen op dien tijd; het jaartal 1515 der klok (zie beneden) zal het tijdstip der voltooiing aangeven. De bovenbouw van het schip is verder duidelijk achttiendeeeuwsch. Niet alleen het steenformaat en het fijngevoegde metselwerk, maar ook de ingebogen afdekkingen der steunbeeren, de verkroppingen der gootlijst en de strakrondbogig gedekte vensters zijn in den trant dier periode, die alleen op grond van de sobere bouwvormen bezwaarlijk nauwkeuriger is te bepalen, maar waarvan we wellicht een nadere preciseering vinden in het hieronder vermelde Avondmaalszilver en tin, dat uit het laatst der 18e eeuw dateert. Ga naar margenoot+ De kerk bezit: Een tegen den oostelijken sluitwand hangend Tien-gebodenbord in een houten omlijsting, gevormd door twee gewrongen zuilen, welke een rond fronton dragen, waarin een geschilderde voorstelling van Mozes, en die in den benedenrand worden gesteund door consoles, waarop twee geschilderde wapens: een met drie passers, geplaatst 2 en 1, en een met drie sterren, geplaatst 2 en 1; op den onderrand is het opschrift geschilderd: ‘Abraham Timmer tot de eer van God gedreven / heeft dit geboden bordt aan dese kerck gegeven. Anno 1712’. Een tekstbord met geloofsbelijdenis in marmer geschilderde omlijsting (± 1800 met driehoekig fronton. Ga naar margenoot+ Een zestienlichts koperen kroon (± 1700). Ga naar margenoot+ Twee zilveren Avondmaalsbekers (XVIII B?), hoog: 0.135 M. Zij dragen elk | ||||||
[pagina 73]
| ||||||
als gegraveerd randschrift: ‘Dese Bekers toebehoorende den Armen tot Nieuwaal is om tot het Avontmaal Gebruykt te worden’. Merken: het wapenvan Arkel (Gorinchem?) L, gekroonde laars, en een klimmende leeuw in gekroond schildje. Twee ronde tinnen offerbussen (XVIIId) met een korten stam rustend opGa naar margenoot+ breeden, geprofileerdenAfb. 66. Watermolen te Nieuwaal (1740).
voet (afb. 65). Merken: engel met bazuin tusschen de letters C en S. Een eenvoudig tinnen blad, gemerkt: gekroonde X, een engeltje met tak, leeuw en twee gekruiste ankers, waarboven: 1799. Een klok (middellijn:Ga naar margenoot+ 0.68 M.), met in gothische letters het opschrift: ‘Per me Georgiu waghevens ano dni MCCCCCXV. Katherina Bavo est nomine meo.’ Hieronder een wapen gepaald van zeven stukken, met een hartschild vermoedelijk beladen met een adelaar. Voorts een klein medaillon (middellijn: 0.07 M.) met reliëf, voorstellende den Verlosser en een (middellijn 0.04 M.), voorstellend St. Joris te paard. | ||||||
Watermolen.Nieuwe Steeg. Watermolen van den polder Nieuwaal (afb. 66). Achtkante rieten bovenkruier met scheprad; gevelsteen met huismerk in schild en bijschrift: ‘Wouter van Genderen gebooren 14 Maart 1728 leyt hier den eersten steen den 28 Juli 1740’. |
|