Van AEgir tot Ymir. Personages en thema's uit de Germaanse en Noordse mythologie
(2000)–A. Quak, Paula Vermeyden– Auteursrechtelijk beschermdThrym(on. Þrýmr) is de reus die volgens het eddagedicht Þrymskviða (Gedicht over Thrym) de hamer van Thor stal. Aangezien de hamer Thors belangrijkste attribuut is, het instrument waarmee hij de vijanden van de goden bestrijdt, is dit een grote ramp. Thor stuurt Loki, die daartoe Freyja's valkenkleed leent, naar Jötunheim om erachter te komen waar de hamer gebleven is. Deze blijkt door de reus Thrym gestolen en acht mijlen diep onder de aarde verborgen te zijn, en hij wil hem slechts teruggeven als hij Freyja tot vrouw krijgt. Met deze boodschap komt Loki terug, maar Freyja barst bijna van woede - haar beroemde halssieraad springt in stukken - als ze hoort dat de goden haar aan een reus willen uithuwelijken. De Asen weten zich geen raad totdat Heimdall voorstelt om Thor als bruid te verkleden. Nu is het Thors beurt | |
[pagina 193]
| |
om woedend te worden, maar Loki wijst erop dat het snel met de Asen afgelopen zal zijn als Thor zijn hamer niet terughaalt. Dan wordt Thor als bruid gekleed en gesluierd. Loki gaat met hem mee als dienares. Als ze bij de reus aankomen, wordt er een groot feest gehouden. De bruid eet en drinkt voor drie. Telkens als de reus daar zijn verbazing over uitspreekt, legt de dienares uit dat de bruid al dagen lang niet at of dronk uit verlangen
De reus Thrym schrikt van de vurige ogen van zijn ‘bruid’ (Thor). Illustratie van Lorenz Frølich, 1896
naar Jötunheim. Als de reus zijn bruid wil kussen doen de blikken van Thor hem achteruitdeinzen, en weer komt de dienares met haar verklaring: zo verlangend was de bruid naar Jötunheim dat ze nachtenlang niet sliep. Dan brengt de zuster van de reus de hamer en de reus laat hem aan de bruid overhandigen om er hun huwelijk mee in te wijden. Zodra Thor echter zijn hamer terugheeft, gebruikt hij hem: alle reuzen worden gedood. | |
[pagina 194]
| |
Thrym is een reus die verder niet bekend is: noch de skalden noch Snorri vermelden hem; alleen in de zogenaamde ‘thulur’, opsommingen van namen en synoniemen, die in de handschriften van de Snorra-Edda te vinden zijn, vinden we zijn naam onder de reuzennamen. Net als veel andere reuzennamen betekent zijn naam ‘luid gedruis, donder’. Hij heeft niets te maken met Thrymheim, de woonplaats van de reus Thjasi en later van Skadi. Ook over de diefstal van Thors hamer horen we nergens anders iets. Er is gesuggereerd dat het wegraken en terughalen van de hamer oorspronkelijk thuishoorde in de overleveringen over Thors bezoek aan de reus »Geirröd. Als reden wordt aangevoerd dat Thor zijn hamer hier aanvankelijk niet gebruikt, maar om meer dan een veronderstelling gaat het hier niet. Men neemt daarom over het algemeen aan dat er geen oude mythe ten grondslag ligt aan het verhaal over het terughalen van de hamer en dat de reus een schepping is van de dichter van de Þrymskviða. Omdat de skalden en Snorri het verhaal kennelijk niet kennen, veronderstelt men dat het gedicht zeer jong is, 12e-of zelfs 13e-eeuws. De stof van dit zeer humoristische gedicht, waarin een vriendelijk loopje met Thor wordt genomen, was in de Middeleeuwen in heel Scandinavië bekend en geliefd. In IJsland werden er al rond 1400 ‘rímur’ (lange, verhalende gedichten) over gedicht, Thrymlur, en op de Faeröer en in alle Scandinavische landen zijn balladen over het onderwerp gemaakt.
Afbeeldingen moeten voornamelijk op het vlak van de illustraties worden gezocht. Zo zijn er o.a. illustraties van de Deen Lorenz Frølich bij Karl Gjellerups vertaling van de godenliederen uit de Edda (1895) en van Uwe Bremer bij een boek van de Oostenrijkse auteur H.C. Artmann, Die Heimholung des Hammers (Wenen 1976). Het stripboek Thors bruiloft van de Deen Peter Madsen verscheen in 1981 in Nederlandse vertaling (Haarlem). In de 19e eeuw zijn er gedichten van N.F.S. Grundtvig (in: Kvaedlinger i, 1808) en A. Oehlenschläger (in: Nordens Guder, 1819). Grundtvigs lange gedicht is voorzien van uitgebreide noten en een stelling, door de gefingeerde commentator geponeerd, dat het gedicht na de totstandkoming van de Unie van Kalmar (1397) als een huldeblijk aan koningin Margarethe gedicht was en in feite als een allegorie op de achtergronden en de totstandkoming van de Unie gelezen moest worden. Van Adalbert von Chamisso is er een vertaling in stafrijm uit 1821 (in: Sämtliche Werke in zwei Bänden. Bd. 1, München/Wenen 1982, pp. 407-416). In de muziek was het gedicht inspiratie tot een parodistisch muziekstuk van D. Koppel op tekst van Sven M. Kristensen: Trompetkvadet for kor, solister og orkester (Kopenhagen/Leipzig 1935), waarin Thors hamer vervangen is door Louis Armstrongs trompet, Richard Wagner de rol van Thrym en Josephine Baker die van Freyja toebedeeld hebben gekregen, terwijl Mickey Mouse als Loki de ‘jazzshow’ steelt. In 1974 ging op IJsland de opera Þrymskviða van Jón Asgeirsson in première. Het muziekgezelschap ‘Sequentia Köln’, dat de laatste jaren regelmatig thema's uit de Noordse mythologie bezingt, laatstelijk nog tijdens het Festival van Oude Muziek 1997 in Utrecht, heeft ook de Þrymskviða op zijn repertoire staan. Von See e.a. 1997. |
|