Van AEgir tot Ymir. Personages en thema's uit de Germaanse en Noordse mythologie
(2000)–A. Quak, Paula Vermeyden– Auteursrechtelijk beschermdNehalenniawas een godin die in tempels te Domburg, Walcheren, en Colijnsplaat, Noord-Beveland, werd vereerd. Schippers die vanuit het Rijnland naar Engeland voeren, lieten hier in de laatste havenplaats die zij op hun weg aandeden, wijaltaren opstellen, waarvan er ongeveer 56 bewaard zijn gebleven. Twee andere altaren zijn in Keulen gevonden. Een groot aantal van die aan haar gewijde votiefaltaren uit de 3e eeuw n.Chr. zijn in 1971 en 1972 uit de Oosterschelde opgevist. Doorgaans zit ze op een troon met baldakijn. Ze draagt een lang gewaad met een korte schoudermantel, het hoofd soms wel, soms niet bedekt, en ze heeft meestal een mand met vruchten bij zich. Op de zijkant van haar altaren zijn vruchten, bomen, planten en hoorns van overvloed te zien. Eenmaal draagt ze zo'n hoorn in haar linkerarm. Als al deze motieven niet louter decoratie zijn, valt eruit af te lezen dat ze een godin van vruchtbaarheid en voorspoed was. Bijna altijd staat er ook een hond afgebeeld, iets wat volgens sommigen geduid moet worden als een symbool van trouw, maar volgens anderen op een relatie met de onderwereld wijst. Volgens nog weer anderen zou de hond een symbool van genezing zijn. De afbeeldingen van een schip die soms te zien zijn, sluiten aan bij de inhoud van de inscripties, waarin bijna altijd handelaren en zeelieden als oprichters van de altaren genoemd worden. In dat verband heeft men erop gewezen dat de godin overeenkomsten vertoont met de godin Isis, wier attribuut een schip is. Volgens Tacitus werd deze godin door sommige Sueben vereerd (Germania, 9). In Tacitus' Isis heeft men de Germaanse godin »Nerthus willen herkennen, over wier cultus in de Germania wordt verteld. Nehalennia zou een lokale afspiegeling van Nerthus kunnen zijn.
De naam Nehalennia is nog niet bevredigend verklaard. Het is niet eens zeker of het hier wel om een Germaanse godin gaat. Gezien haar eventuele functie als doodsgodin heeft men wel eens aan een | |
[pagina 131]
| |
Altaarsteen van Nehalennia. Leiden, Museum van Oudheden
verband met het lat. ‘necare’ (doden) gedacht. Maar omdat de vruchtbaarheidsmotieven overheersend zijn, lijkt dat niet plausibel. Ook heeft men de naam van een ie. woordstam *nēu- (schip) willen afleiden. Cramer-Peters 1972a, b; Gutenbrunner 1936; Hondius-Crone 1955; Stuart 1971 |
|