't Ronde jaer, of den schat der geestelijcke lofsangen
(1660)–Christianus Vermeulen– Auteursrechtvrij
[pagina 198]
| |
Op de wijse van den 147. Psalm Ulenbergii.
| |
[pagina 199]
| |
Dien baerden kuysch een Maeghden schoot, Ontfermt u onser
Iesu van prijs en suyverheyt, " "
Beminner seer verheven, " "
Iesu ons liefd' in eeuwigheyt, " "
Een spiegel van ons leven. " "
7. Iesu der Deughden exemplaer, " "
Iesu prijs der seden eerbaer, " "
Der sielen lief-hebber jalours, " "
Iesu toevlucht in 't strijden, " "
Der armen vader en succours, " "
Iesu troost in ons lijden. " "
8. Iesu schat der Christenen schaer, " "
Iesu fijn gesteente dierbaer, " "
Iesu der volmaecktheyt tresoor, " "
Vwer schapen goeden Herder, " "
Iesu sterre op 't Zeesche spoor, " "
Schijnend' licht naer en verder. " "
9. Iesu 's Vaders wijsheyt bekent, " "
O Iesu goetheyt sonder endt, " "
Iesu die d'vreucht der Engelen bendt, " "
Der Patriarchen minnaer, " "
Die 't licht de Propheten in prent, " "
Iesu d'Apostelen leeraer. " "
10. Der Evangelisten Doctoor, " "
Sterckheyt van 't Martelaren Choor, " "
Glans, der Consessoren, en loon, " "
Iesu Bruygom der Maeghden, " "
Der Heyligen blinckende Kroon, " "
Die u Iesu behaeghden. " "
11. Lam Gods die de sonden wegh neemt,
Spaert ons ô Heere.
Lam Gods die de sonden wegh neemt,
Spaert ons ô Heere.
Lam Gods welck vrijt van sond' en smet,
Door u Bloet en vijf Wonden,
Ontfermt u onser.
Jesu Christi hoort ons gebedt,
In levens en doots stonde,
Ontfermt u onser.
|
|