Tot den Sangher, en Leser.
Gunstighe Sanger, Goethertige Leser:
DE Koopers hebben de ghewoonte, ende de Verkoopers de ervarentheydt van yet Toe te eysschen, en te gheven op de hoop, in kas van koop. Ghelycke beleeftheydt, hebb' ick in dese mede willen ghebruycken, over-minnenden Kooper, van dit mijn Sangh-Boecxken, hem ghevende tot dien eynde ruym een dosijntje van stichtighe Lof-Sanghen in dit resteerend' Papier op de voorghestelden hoop toe; bequaem (mijns oordeels) om de voorgaende Materyen als met een kort begrijp oorbaerlijck, en vermaecklijck te besluyten. Sult dier-halven in tijden, en wijlen u daer mede in den Heer ghelieven te vermaken, ende mijn geringe Toe-gifte in danck aennemen.