| |
| |
| |
Aantekeningen bij de Tweede Bundel van August Vermeylen's Verzamelde Opstellen
1e dr. 1905 (op de band stond vermeld 1904, op het titelblad MDCCCCV),
2e dr. 1924, beide bij C.A.J. Van Dishoeck te Bussum.
blz. 173: Methode in Literatuurgeschiedenis.
Vertaling van het Franse artikel: ‘La Méthode scientifique de l'histoire littéraire’,
verschenen in de ‘Revue de l'Université de Bruxelles’, 1900-1901, pp 195-207.
blz. 174 r. 2 v.o.: Beschouwen; 1e dr.: Hernemen.
blz. 175 r. 1: Emile Hennequin (1858-1888), redacteur van ‘Le
Temps’. Zijn ‘Critique Scientifique’, die aanleiding gaf tot vele polemieken, verscheen enkele
weken voor zijn overlijden. Na zijn dood werden nog gepubliceerd: Etudes de critique
scientifiques.
blz. 177 r. 19: Wilhelm Scherer, Duits taalkundige (1841-1886),
achtereenvolgens hoogleraar in de Duitse taal en letterkunde te Wenen, Straatsburg en Berlijn.
Typisch vertegenwoordiger van de Junggrammatische richting die ook de taalverschijnselen op een
natuurwetenschappelijk georiënteerde wijze wilde beoordelen. / r. 20: soort van
wetenschappelijken; 1e dr.: soort wetenschappelijk.
blz. 180 r. 3 en 4: de ene ... de andere; 1e dr.: de eenen ... de anderen.
blz. 182 r. 10: tot één; 1e dr.: tot een
zeker: r. 4 v.o.: Of het beeld ... wordt; 1e dr.: Ofwel
wordt het beeld...
| |
| |
blz. 184 r. 9: na wijzigen. volgde in de Revue de l'Un. nog:
Supposons d'ailleurs qu'après avoir étudié toute la littérature juive, par
example, j'y voie constamment affleurer les mêmes traits intellectuels, et que j'aille les
définir par la ‘race’: le mot race ne ferait qu'exprimer, sous une autre forme, l'ensemble des
caractères littéraires fréquents, sans les plus expliquer pour cela et nous voilà dans une
belle tautologie, à moins qu'on ne puisse établir un rapport certain entre ces caractères - de
permanence problématique - et quelque indice somatique - de non moins problématique
permanence.
blz. 185 r. 14: na komen? in de Revue de l'Un. nog:
Il est bien permis de présumer que l'action la plus générale et la plus profonde
est exercée par les conditions économiques et les différenciations de classes qu'elles
entraînent et, d'autre part, par cet ensemble de croyances qui n'est pas en relation
nécessaire directe avec les conditions économiques et qui fait la conception
dominante de la vie dans une période donnée. /
r. 19: meest algemenen en diepen; 1e dr.: algemeensten en
den diepsten.
blz. 186 r. 23: vreselijk; 1e dr.: vreeslijk.
blz. 188 r. 12: met die; 1e dr.: bij die / r.
14: Ferdinand Brunetière, 1849-1906, Frans criticus, redacteur, later
directeur van de Revue des Deux Mondes en docent aan de ‘Ecole normale’ te Parijs.
blz. 189 l.r.: het art. in de Revue de l'Un. besloot met de volgende alinea:
Parviendra-t-elle à se constituer de façon positive, en branche distincte de la
sociologie? Je le crois, mais seulement par la coopération active de nombreux chercheurs.
C'est très bien qu'il y ait des chaires de littérature comparée dans nos universités, de même
qu'à Lyon (existe-t-elle encore, depuis la mort de Joseph Texte?); c'est très bien encore que les professeurs allemands traitent parfois, pendant un
semestre, de problèmes littéraires d'ordre général. Mais, ce qu'il faudrait, à côté du cours,
c'est un séminaire où le philologue ancien, le germaniste, le romaniste, l'orientaliste et le
slavisant si possible, feraient converger leurs efforts, prépareraient ensemble les matériaux
d'une science littéraire. Si même on voulait borner les recherches à la littérature de
l'Europe moderne, notre pays bilingue, situé au confluent des grandes civilisations, ne
serait-il pas spécialement désigné pour se livrer à ce genre d'études?
| |
| |
blz. 190: Frans Netscher over de Vlaamse Ontwaking.
Opgenomen in ‘Van Nu en Straks’, nieuwe reeks, 5de jrg, 1901, blz. 48-50.
r. 8: noemt; VNS: heet / r. 10: kraag; VNS en 1e dr.:
schabernak / r, 4 v.o.: van Guido Gezelle, ons aller meester; VNS en 1e dr.: van een grijsaard, ons aller meester, Guido Gezelle.
blz. 191 r. 1: in VNS achter Avondrust een noot: Zie
dit tijdschrift 1e
reeks Nr 2 VIIIXX / het; VNS: dit / r. 2: Van
Nu en Straks ontbrak in VNS. / r. 15: Het ligt aan ons niet; VNS: Het is
waarlijk onze schuld niet.
blz. 192 r. 7: in VNS achter de Bom: (?) / r. 9: - den Goden...
bende!; VNS: (maar, den Goden zij dank! ik ben de jongste van de
heele bende!) / r. 13: 't zou maar; VNS: 't zou nu maar / r. 21: in VNS
en 1e dr. achter kwam nog:, ja zelfs voordat
Kloos verzen had uitgegeven r. 22: uitgebeeld; VNS en 1e dr.: gebeeld / r. 23: daarbij; VNS: hier / r. 25: de
Franse romantiek ontbrak in VNS.
blz. 193 r. 1: naast; VNS en 1e dr.: nevens /
letterkunde; VNS en 1e dr.: letterkunst / een; VNS: eene / l.r.: wordt vermoed; VNS: vermoed wordt.
blz. 194: Methode in Kunstgeschiedenis.
Openingsles ter Hogeschool van Brussel gegeven - in het Frans - bij
de aanvaarding van den Leerstoel voor Kunstgeschiedenis. De Franse tekst van deze Openingsles
werd gepubliceerd in de ‘Revue de l'Université de Bruxelles’, 1901-1902, blz. 281-295, onder de
titel ‘Questions de Méthode. Leçon d'ouverture au cours d'Histoire de l'Art’. Dezelfde tekst
verscheen eveneens in de ‘Revue des Cours et Conférences’ (Paris), 20 Maart 1902, onder de
titel ‘L'Histoire de l'Art. Questions de Methode’.
r. 17: Alweer; 1e dr.: Weeral / l.r.: de gebroeders van
Eyck; 1e dr.: de van Eycken.
blz. 197 r. 8: bij Anatole France stond in de Revue de l'Un. de
volgende noot: D'abord dans ‘Le Jardin d'Epicure,’ pp 126-127, plus tard dans ‘Le
Lys rouge’, p. 110. / r. 20: Louis Courajod (1841-1896) archeoloog en
kunstcriticus, schreef verschillende werken over kunstgeschiedenis, in 't bijzonder over de
Franse, | |
| |
Italiaanse en Vlaamse beeldhouwkunst in de middeleeuwen en tijdens de
Renaissance. Zijn cursussen aan de Ecole du Louvre werden na zijn dood door zijn leerlingen
uitgegeven in 3 dln: Origines de l'art roman et gothique; Origines de la Renaissance, Origines
de l'art moderne. / r. 5 v.o.: in verband met het; 1e dr.: als
teeken van 't.
blz. 198 r. 10: is; 1e dr.: ís / r. 11 en 12;
zij; 1e dr.: zíj.
blz. 199 r. 13 : groot deel; 1e dr.: goed
deel / r. 26: Ik ontveins me niet; 1e dr.: Ik bedrieg me niet
omtrent.
blz. 200 r. 7: dadelijk; 1e dr.: op voorhand
/ r. 24: of ... zijn; 1e dr.: ofwel zijn .../ r. 4 v.o.:
weer aanvaarden; 1e dr.: hernemen.
blz. 201 r. 19: zullen; 1e dr.: gaan / r. 2
v.o.: betekenissen; 1e dr.: beteekenis.
blz. 203 r. 20: eigenschappen, tot...; 1e dr.: eigenschappen,
aangeboren en tot.
blz. 204 r. 9, 10, 11 en 12 tot niet ontbraken in de Revue de
l'Un. / r. 4 v.o.: Memlinc; 1e dr.: Memling / Mentz =
Mainz / in de opsomming van namen stonden in de Revue de l'Un. nog vermeld: Gérard
van der Meire probablement à Gand, Joachim Patenier à Bouvignes, Quentin Metsys à
Louvain. 1e dr.: achter Mentz: Gerard
van der Meire waarschijnlijk te Gent, achter Oudewater: Joachim Patenier te Bouvignes, achter 's-Hertogenbosch: en Quinten Metsys te Leuven. / r. 2 v.o.: In dat lijstje ...; Revue de l'Un.: Je supprime Petrus Cristus, dont le lieu d'origine semble douteux. Met de
volgende noot: James Weale le faisait naître d'abord à Baerle en Flandre (Le Beffroi, 1863, p. 235) et plus récemment à Baerle en
Hollande (Hans Memlinc, 1901, p. 5) / l.r.: in de R. de l'Un. en Verz.
Opst. stond: Cristus, daar Verm. echter in zijn ‘Van de Catacomben tot Greco’
steeds Christus schreef, zoals gebruikelijk is, werd deze spelling ook hier
gehandhaafd.
blz. 205 r. 2: Onder die tien...; Revue de l'Un.: 13; 1e dr.:
Er blijven dus dertien schilders over, waaronder slechts drie uit 't eigenlijke
Vlaanderen, twee komen uit de Limburgsche Maasstreek, drie uit het Noorden, drie uit het
Walenland... r. 7: en eindelijk nog een Rijn-Duitser...; 1e dr.: en
eindelijk nog een Brabander en een Rijn-Duitscher, Memling... / r. 9: achter
Rubens in Revue de | |
| |
l'Un. een noot: Dietsche
Warande en Belfort, 1901, II, p. 341
r. 11: voornamelijk Nederlandse beeldhouwers; Revue de l'Un.: un bon nombre des
sculpteurs qui travaillaient en France, et y transformaient la sculpture européenne, étaient
des Flamands et des Wallons. / r. 15: aardewerk; 1e dr.: plateelgoed / r. 17: achter geweest zijn in Revue de l'Un. een noot:
cf. Grosse, Kunstwiss. Stud. p. 157 sqq. / r. 5 v.o.: mihrab; in Verz. Opst.
1e en 2e dr. stond abusievelijk: mirhab.
blz. 206 r. 13: koor te... en dat te; 1e dr.: choor van... en dat van / r. 20: om het ‘waarom’; 1e dr.: om ‘waarom’ of ‘waarvoor’ / l.r.: achter afwijken in Revue de l'Un. nog: et que ceux du nouvel empire ne ressemblent
plus guère à ceux de l'ancien.
blz. 208 r.6: de alinea Zeker ... bepaald wordt ontbrak in Revue
de l'Un. / r. 19: van waar; 1e dr.: van waar uit.
blz. 209 r. 18: met de; 1e dr. bij de / r.
19: Taine's ‘Philosophie de l'art...; in Verz. Opst. 1e en 2e dr. stond abusievelijk: Psychologie de l'art...
blz. 210 r. 14: Louis Gonse (1846-1921), Frans kunstcriticus,
hoofdredacteur van de Gazette des Beaux Arts.
blz. 211 r. 11: ditmaal; 1e dr.: hier.
blz. 212 r. 1: van ... af; 1e dr.: van af
.../ r. 14: toch voor; 1e dr.: voor zoo.
blz. 213 r. 14: heen ontbrak in 1e dr. / 1.
r.: aan het slot stond in de Revue de l'Un. nog de volgende alinea:
Vous voilà avertis, Messieurs, de l'esprit de ce cours. J'ai hâte de sortir des
théories et de me retrouver avec vous devant des faits. Nous nous occuperons cette année de la
sculpture monumentale au moyen-âge. Nous verrons dans la sculpture gothique un retour à la
nature et à la beauté, une première Renaissance, que la pédagogie humaniste réussit trop
longtemps à faire oublier; transformé par l'expression spéciale qu'il reçut dans le nord de la
France et dans nos contrées, au XIVe
siècle, en Italie au XVe, le mouvement
aboutit là-bas aux Ghiterti et aux Donatello, et sera enrayé, hélas, par la Renaissance
classique, le retour à l'antiquité, qui marque le commencement de la décadence.
blz. 214: Constantin Meunier.
Opgenomen in ‘Onze Kunst’ (voortzetting van ‘De Vlaamsche | |
| |
School)
2de jrg, 1903, 1e halfj. blz. 1-9 en 45-50. Een Franse vertaling van dit
art. verscheen in 1904 als ‘Edition Spéciale de la Revue “L'art Flamand et Hollandais”’ onder
de titel ‘L'OEuvre de Constantin Meunier. Album de 14 planches reproduites d'après ses oeuvres’.
In 1892 had Vermeylen in ‘De Vlaamsche School’ (Nieuwe reeks, V, blz. 39-43) eveneens een art.
over Meunier gepubliceerd. In het begin (tot de 2e al. op blz. 216) volgt
het art. van 1903 dezelfde lijn als dat van 1892, er komen op enkele plaatsen dezelfde
uitdrukkingen voor, vrijwel nergens echter volkomen gelijke zinnen. Het artikel van 1892 was
geill. met een portret van Meunier door zijn zoon Karel en een reproductie van een kooltekening
door Meunier, dat van 1902 met een foto van Meunier en 13 reproducties van beeldhouwwerken, in
de Fr. vertaling waren de afbeeldingen opgenomen uit de art. van 1892 en 1902. Een uittreksel
uit het opstel uit Verzamelde Opstellen verscheen onder de titel ‘Een Hymne aan den Arbeid’ in
‘L'OEuvre de Constantin Meunier,’ de catalogus van de ‘Retrospective organisée par la section
d'art du parti ouvrier belge au palais des fêtes. Exposition internationale de la coopération
et des oeuvres sociales. Gand, juin-septembre 1924’ (Bruxelles, l'Eglantine, 1924), blz. 9-13
(vert. op blz. 61-67).
r. 2: nog ouder worden dan; OK en 1e dr.: maar even oud
worden als / r. 7: het ‘ambacht’; OK en 1e dr.: den
‘stiel’ / r. 16: kon 't; OK: kon het / op zijn; OK: in zijn / r. 17: verhief; OK: ophief’ / r. 4 v.o.: werkte in; OK: studeerde aan.
blz. 215 r. 15: blijkt; OK: mag ... heeten.
blz. 216 r. 13 en 14: De meeste van zijn; OK en 1e dr.: Een groot deel zijner / r. 16: nieuwe vormen.; OK en 1e dr.:
nieuwe vormen van zijn hand / r. 23: lijnen; OK en 1e
dr.: lijn / l.r.: trachten!; OK: trachten, dat in de laatste
jaren nog rijper en reiner werd; 1e dr.: trachten..
blz. 217 r. 1: Thans; OK en 1e dr.: Nu / r.
4: in OK achter Kunstkring: (daar werd in het vorig nummer van
dit tijdschrift kort verslag over geleverd) / r. 18: geschramd en geschroeid; OK:
geschramd en ontschorst (kwam ook in deze vorm voor in het art. van 1893);
1e dr.: geschramd en geschorst.
| |
| |
blz. 218 r. 5: over de Theems; OK: op de Theems / r. 5 v.o.:
hellecirkels; OK en 1e dr.: hellekreitsen.
blz. 219 r. 11: heur; OK: heuren / r. 21: overzongen; OK: overgroeid / r. 4 v.o.: het wildloeiend vlammengewaai; OK: de
wildloeiende vlammenvlaag.
blz. 220 r. 5: Hij lijkt zelf; OK en 1e dr.: Hlj lijkt zelf wel / r. 12: Karl Bücher: Duits staathuishoudkundige
(1847-1930). Studeerde geschiedenis, filologie en staatswetenschappen, doceerde
staathuishoudkunde en statistiek te München, Dorpat, Bazel, Karlsruhe en Leipzig. Schreef onder
vele andere werken: Arbeit und Rhythmus (6de dr. 1914). / r. 2 v.o.: stierennek; OK en 1e dr.: stierenek.
blz. 221 r. 5: Welke; OK: Wat / r. 18: nog zou ze; OK: zij zou nog r. 23: eigen; OK en 1e dr.: heel
bijzondere / r. 5 v.o.: zijn kracht; OK: zijne kracht / l.r.:
grootheid; OK: enorme grootheid.
blz. 222 r. 4: achter besteld! in OK nog: Wij zouden
nu niet moeten treuren om de geestelooze fontein en gedenknaald op de Brouckèreplaats...
/ l.r.: op te slaan; OK en 1e dr.: op te richten /
rekenschap; OK en 1e dr.: rekening.
blz. 223 r. 13: opstel; OK: artikel / r. 19: omgeven van; OK:
omgeven met / r. 5 v.o.: innerlijk; OK: innerlijke.
blz. 224 r. 8: de gedachtestreep voor monumentale ontbrak in 1e en 2e dr. Verz. Opst., hersteld naar de tekst in OK / r.
11: slechts; OK en 1e dr.: maar / r. 12: in beweging
brengt; OK en 1e dr.: gaande maakt / r. 16: wordt een;
OK: wordt tot een.
blz. 225 r. 16: bederven; OK en 1e dr.: mislukken / r. 21: zeker; OK en 1e dr.: sommig.
blz. 226 r. 8: van hun pogen; OK: hunner pogingen / r. 23:
vlakken; OK en 1e dr.: plannen / r. 2 v.o.: behoort niet
altijd; OK: behoort zeker niet.
blz. 227 r. 9: rondom hem; OK en 1e dr.: rond
hem heen / r. 26: van de schoonheid; OK en 1e dr.: der schoonheid.
blz. 228 r. 3: plans; OK en 1e dr.: plannen /
r. 6: zoals vóór; OK: als welke vóór / maanden; OK: maand /
gehouden werd; OK.: ingericht was / r. 7: een zekere; OK: eenige / r. 8 en 9: bij den mijnwerker zowel als bij den landbouwer; OK: bij
mijnwerker als bij landbouwer / r. 17: rondom hem; OK en 1e dr.: | |
| |
rond hem heen / r. 23: van romantische
Zolanavolgers; OK: van iemand als Camille Lemonnier.
blz. 229 r. 4: symbolisch; OK en 1e dr.: symbolistisch / r. 22: aanduidt; OK: betoont / r. 23 en 24: groot
deel; OK en 1e dr.: goed deel / r. 25: laatste tien
jaren; OK: tien laatste jaren / r. 3. v.o.: innig-gezien ... uitgedrukt; OK
en 1e dr.: innig geziene... uitgedrukte.
blz. 230 r. 8: 't oude; OK: 't hier afgebeelde oude / r. 10: den
verslaafden knol; OK en 1e dr.: de verslaafde knol / r. 11: doorstaan; OK en 1e dr.: afgezien
/ r. 4 v.o.: warm aandoet; OK: inneemt en warm aandoet.
blz. 231: Iets over ons. Ter Inleiding van het Tijdschrift
‘Vlaanderen’ Opgenomen in ‘Vlaanderen’, 1903, 1e jrg,
blz. 42-46.
r. 19: altijd; Vl.: immer / r. 2 v.o.: zou; VI.: zoude.
blz. 232 r. 20: vaan; Vl.: vlag / r. 24: ons voor ogen; Vl.: vóór ons.
blz. 233 r. 2: schoonste; Vl.: beste / r. 8: ‘vlinder’; Vl.: en
1e dr.: ‘vinder’ / r. 14: te sluimeren; Vl.: aan 't sluimeren / wil; Vl. en 1e dr.: wil
/ r. 19 in Vl. en 1e dr. komma achter heeft / r. 4 v.o.:
geen aftrek; Vl. en 1e dr.: niet den minsten aftrek.
blz. 234 r. 4: in; Vl.: onder / r. 5: omstandigheden; Vl.: toestanden / r. 13: eigen; Vl.: eigenmachtige; 1e dr.: eigen-machtige / l.r.: volle daglicht; Vl. en 1e dr.: volle vaste daglicht.
blz. 235 r. 18: wij; Vl. en 1e dr.: wij.
blz. 237: Leo Simons over Nationaal Leven.
Opgenomen in ‘Vlaanderen’, 1903, blz. 233-238, onder ‘Kroniek’. Boven het art.
stonden de titels van de besproken boeken vermeld: L. Simons,
Studies over Vondel's ‘Gijsbrecht’ en over ‘Nationaal Leven’
(Haarlem, Erven Bohn). A. de Winne, A travers les Flandres (Gent, Volksdrukkerij).
r. 1: in de ‘Studies’; Vl.: in het boek / r. 2: het uitvoerige stuk, dat;
Vl.: de uitvoerige studie, die / r. 14: anorganische; Vl. en 1e dr.: onorganische.
blz. 238 r. 3: in Verz. Opst. 1e en 2e dr.
ontbrak het streepje achter klasse, hersteld naar Vl. / r. 12 milieu; 1e dr. midden (in Vl.: milieu) / r. 17:
bezit; Vl. en 1e dr.: is / r. 19: doeleinden; | |
| |
Vl. en 1e dr.: doelen / r. 5 v.o: van spreken; Vl.: tot spreken: r. 4 v.o.: afgeleid; Vl.: herleid.
blz. 239 r. 11: in Vl. en 1e dr. dubbele punt achter kloppend / r. 15: ge; Vl.: ze / r. 20: in verband met; Vl.: in
verband tot.
blz. 240 r. 3: het eerst heeft hij; Vl.: hij heeft het eerst / r.
4: gezegd Vl.: uitgedrukt / r. 10: dies meer zij; Vl.: dies
meer / r. 22: slechts; Vl. en 1e dr.: maar / r. 2
v.o.: al aangepakt hadden; Vl.: begonnen hebben.
blz. 241 r. 4 v.o.: we ons niet in 't wijde laten leiden; Vl.: we ons
niet laten in 't wijde leiden.
blz. 242 r. 3: Door Arm Vlaanderen; Vl.: (A travers les Flandres)
/ r. 4: wel te pas; Vl.: nu wel te pas; 1e dr.: wel van pas; / r. 20 en 21: in zulk een verbeestenden toestand; Vl.: onder die verbeestende toestanden / r. 21: hoera; Vl.: hurrah
/ r. 22: in Vl. stond abusievelijk: 1802 / r. 24: is zeker; Vl.: is nu zeker.
blz. 243 r. 11: doordat; Vl. en. 1e dr.: omdat.
blz. 244: Particularisme?
Opgenomen in ‘Vlaanderen’, 1903, 1e jrg, blz. 322-334 en 376-384. In 1941
herdrukt in de bundel ‘Proza’, Bibl. der Ned. Letteren.
r. 4 v.o.: plankje; Vl. en 1e dr.: plankske
blz. 245 r. 5: vanzelf; Vl.: zoo vanzelf / r. 15: wonnen; Vl. en
1e dr.: werden / r. 16: de natuurlijkste; Vl. en 1e dr.: de hun natuurlijkste / r. 21: doen; Vl.: maken.
blz. 246 r. 17: doorgaans ontbrak in Vl. / r. 22:
verstands-proza; Vl. en 1e dr.: reflecteerend proza.
blz. 247 r. 2: rondom zich; Vl. en 1e dr.: om
zich heen / r. 12: bocht; Vl. en 1e dr.: muffen bucht / r. 14: ze; Vl.: die / r. 2 v.o.: bezitten zal; Vl.: weze; 1e dr.: wezen zal.
blz. 248 r. 4: hier ontbrak in Vl. en 1e dr.
/ r. 9 en 10: Hierin schuilt al een; In Vl.: in de flanken dezer stelling schuilt
een / r. 16: en; Vl.: of / r. 2 v.o.: géén; Vl.: geen
/ l.r.: ergernis; Vl.: verergering.
blz. 249 r. 5: rondom zich; Vl. en 1e dr.: om
zich heen / r. 21: taal; Vl.: tale.
blz. 250 r. 12: daarop minder; Vl.: daar minder op / r. 25:
aanvul- | |
| |
len; Vl.: invullen / en een; Vl. en 1e dr.: en eene / r. 5 v.o.: uitzondering; Vl.: uitzonderingen.
blz. 251 r. 1: nauwelijks; Vl.: nauwlijks / r. 2: naast; Vl. en
1e dr.: nevens / r. 21: Het valt niet te betwijfelen dat
die drang...; Vl.: Die drang ..., het valt niet te betwijfelen dat hij zich
... / r. 4 v.o.: En dat elk goed kunstenaar ...; Vl.: En dan, elk goed kunstenaar
heeft ...
blz. 252 r. 18: uitgemaakt; Vl.: afgemaakt / r. 19: ambacht; Vl.
en 1e dr.: stiel / r. 5 v.o.: in Vl. en 1e dr. punt komma achter taalgevoel,
blz. 253 r. 2: anderen; Vl.: ander / r. 4: verschillende; Vl.:
verscheiden / r. 8: met overgeleverde; Vl.: met bepaalde
overgeleverde / vrij ontbrak in Vl. / r. 10: vijanden; Vl.: tegenstrevers / r. 12: geenszins de zaak in haar geheel aan; Vl.: de zaak
in haar geheel niet aan / r. 22: houdt; Vl.: houde / r. 24 en. 25: dat
men zich zo zelden ... plaatst; Vl.: dat het esthetische standpunt zoo weinig
wordt ingenomen.
blz. 254 r. 1: Telkens als er; Vl.: Iedermaal er / r. 3:
doodsbang; Vl.: doodbang / l.r. noot: te oreren; Vl.: aan
't oreeren.
blz. 255 r. 12: een; Vl.: eenen / r. 15: het best; Vl. best / r. 23: meer ziel; Vl. en 1e dr.: meer
geest en ziel / 't ander; Vl: een ander / r. 26: - Vrienden, vergeeft
me ...; Vl.: (Ik vraag velen verschooning, om .../ r. 27: -; Vl.:).
blz. 256 r. 16: mogelijke; Vl. en 1e dr.: alle mogelijke / r. 18: daar; Vl. en 1e dr.: omdat
/ r. 18 en 19: op een heel ander vlak; Vl. en 1e dr.: in
een heel ander plan / r. 3 v.o.: geneigd is; Vl.: geneigd zal
zijn.
blz. 257 r. 2: waarom; 1e dr.: waaróm / l.r.:
en honderden meer! / Vl.: honderden nog!
blz. 258 r. 11 en 12: zijne taal; 1e dr.: zíjne taal / op een nieuwe verrijking, Vl.: op een
gelukkige vernieuwing, op een nieuwe vergeestiging / r. 5 v.o.: moeilijk-te-begrijpen; Vl
en 1e dr.: lastig-begrijpelijke.
blz. 259 r. 2: zoals; Vl.: als / r. 14: ijlen; Vl. en 1e dr.: razen / r. 18: geraken; Vl. en 1e
dr.: geraakten / Talrijke; Vl. en 1e dr.: Vele / r. 24: verstaan; Vl. en 1e dr.: begrepen /
r. 24 en 25: om het natuurlijke, het dadelijke; Vl.: om de natuurlijkheid,
| |
| |
de wezenlijkheid, de dadelijkheid / r. 25: zijn; Vl.: zijnen.
blz. 260 r. 3: Naast; Vl. en 1e dr.: Nevens /
r. 7: 3000; een bijzonder; Vl.: 3000: bijzonder / r. 8: er
door de Vlamingen; Vl.: er over 't algemeen door de Vlamingen / r. 14: soort
van; Vl.: soort / r. 4 v.o.: De onliteraire Jeremiassen; Vl.: De
stommen van ons letterkundig serail.
blz. 261 r. 1: dan ook; Vl.: dan / r. 6: prikkeldraad; Vl. en
1e dr.: stekeldraad / r. 8: palmstruikjes; Vl.: palmhout / r. 12: schijnen; Vl.: blijken / r. 26: mèt; Vl.: met.
blz. 262 r. 14 en 15: het staketsel en rasterwerk; Vl.: 't aangestoken
rasterwerk / r. 16.: burcht; Vl.: burg.
blz. 263 r. 20: in dien tijd; Vl.: van toen af / r. 2 v.o. en
l.r.: ook wel naar vroegere traditie terugzien; Vl.: wel tot hooger traditie
opklimmen / l.r.: Of liever:; Vl.: En toch,.
blz. 264 r. 3: verdrongen; Vl: overwonnen / r. 10: Ik vermoed
zelfs; Vl.: Het komt me zelfs voor / r. 13: ongestoord; Vl.: dapper / r. 15.: laars; Vl.: laarzen.
blz. 265 r. 3 en 4: van uit een...; Vl.: van een ... uit / r. 7:
nu; Vl.: thans / r. 10: vijand; Vl.: tegenstrever / r. 13:
in 't bijzonder; Vl. en 1e dr.: bizonderlijk / wordt
opgedrongen; Vl.: nog te veel wordt opgedrongen / r. 14: ter wille van; Vl.:
om / r. 15: het volkswezen; Vl. en 1e dr.: ons volkswesen / r. 23: het Hollandse intellect dat; Vl. en 1e dr.:
de Hollandsche intellectualiteit, die / r. 5. v.o.: Houden we 't voor
plicht; Vl.: Het is onze plicht / r. 4 en 3 v.o.: het ware een vreselijke;
Vl.: en 't ware in dat opzicht een vreeslijke; 1e dr.:
het ware een vreeslijke / r. 3 v.o.: wanneer ... moesten worden; Vl.: moesten ... worden.
blz. 266 r. 20: toch niet in een afgrond; Vl.: toch in den afgrond
niet / r. 5 v.o.: netheid; Vl. en 1e dr.: regelmaat
/ l.r.: vreselijk; Vl. en 1e dr.: vreeslijk.
blz. 267 r. 10: delen; Vl. en 1e dr.: leden /
in Vl. en 1e dr. komma achter liever / r. 18: zinge; Vl.:
zingt / r. 24: ons taalgebied; Vl. en 1e dr.: 't gebied waar het ‘ja’ klinkt.
blz. 268 r. 9: 't ander; Vl.: van 't ander / dat; Vl.: dit / r. 11: hoe rijker... is; Vl.: hoe rijker is .../ r. 15:
al wat hij zijn kan in zich zelf; Vl.: al zijn mogelijkheden in zich / r. 17:
des te; Vl.: hoe / zijn; Vl.: zijne / r. 22: vertrapt; Vl. en 1e dr.: vertrap / r. | |
| |
5 v.o.: slechts; Vl.: maar / r. 4 v.o.: den mens; Vl.: de menschen.
blz. 269 r. 1: vastheid; Vl. en 1e dr.: zekerheid / r. 1 en 2: dat wel nodig; Vl.: er zoo weinig! / r. 7: in
dat opzicht; Vl.: op dat gebied / r. 17: zoals ik al zei; Vl.: ik heb er hooger op gewezen; 1e dr.: zoals ik hooger zei / r. 23: voor; Vl.: om.
blz. 270 r. 26 en 27: Meestal verwachten ze heil; Vl.: Zij verwachten
meestal alle heil / r. 3 v.o.: maar beschamend genoeg; Vl.: maar, 't is
beschamend genoeg, / 1e dr.: maar, beschamend
genoeg, / l.r.: de Noorderbroeders; Vl.: nu de Noorderbroeders.
blz. 271 r. 26: Engels ontbrak in Vl. / r. 5 v.o.: na vertaalt in Vl. nog: (nu nog het hier verschenen ‘Klosjes kjosjes’
van Gustaaf Vermeersch, door een Duitsch tijdschrift overgenomen).
blz. 273: Thoreau.
Opgenomen in ‘Vlaanderen’, 1903, 1e jrg, blz. 561-568,
onder de titel de volgende vermelding: ‘Henry David Thoreau: “Walden”. Met een voorwoord van Dr
Fred. van Eeden en een inleiding van H.W. Dircks. Uit het
Amerikaansch vertaald door Suze de Jongh van Damwoude. Bussum, C.J.W. Grentzebach, 1903.’ Werd
in 1941 herdrukt in de bundel ‘Proza’, Bibl. der Ned. Letteren.
Henry David Thoreau (1817-1862) transcendentalistisch dichter en essayist,
zeer bevriend met Emerson, bij wie hij jarenlang in huis woonde. In Maart 1845 begon hij een
hut te bouwen op de noordwestoever van de Walden Pond, op het land van Emerson, hiertoe
aangespoord door zijn vriend Ellery Channing, die hem o.m. schreef: ‘... build yourself a hut,
and there begin the grand process of devouring yourself alive. I see no alternative, no other
hope for you...’ Hij woonde in zijn hut van 4 Juli 1845 tot 6 Sept. 1847. Hij beschouwde zijn
verblijf aldaar als een experiment om te bewijzen dat zekere transcedentalistische doctrines
voor een eenvoudig leven zo nodig in de practijk toegepast konden worden en dat men als
beschaafd mens onafhankelijk van de commercialisatie en van de mededingingsstrijd kon leven.
Zijn boek ‘Walden’ oefende grote invloed uit, zowel door de uiterst fijne natuurbeschrijvingen
als door de aanvallen op de kunstmatigheid van maatschappij en regeringswijze.
| |
| |
r. 3: jaren ... maanden; Vl. en 1e dr.: jaar ... maand
/ r. 6: gelegen ontbrak in Vl. en 1e dr. / r. 9: De
onlangs verschenen Nederlandse vertaling; Vl.: Deze vertaling.
blz. 274 r. 7: hen; Vl.: ze / r. 14: was het; Vl.: was helaas weer het / r. 21: dat individualisme; Vl.: dat armzalige individualisme / r. 2 v.o.: kwaad; Vl.: erg.
blz. 275 r. 6: jaren ... maanden; Vl. en 1e dr.: jaar ... maand.
blz. 276 r. 1: wanneer; Vl. en 1e dr.: als /
r. 2: tot: Vl.: ter / r. 15: met; Vl.: rond / r. 2 v.o.:
rondom zich; Vl. en 1e dr.: om zich heen.
blz. 277 r. 4: doordat; Vl. en 1e dr.: omdat
/ r. 7: groot; Vl. en 1e dr.: goed / r. 8: Edward Carpenter (1844-1929); Engels schrijver; oorspronkelijk Anglikaans geestelijke,
trad echter wegens gemoedsbezwaren uit de kerk en volgde de richting van Walt Whitman / r. 14:
terugbrengen; Vl. en 1e dr.: brengen / r. 2 v.o.: op ...
invloed heeft; Vl. en 1e dr.: ... beïnvloedt / l.r.:
stelt in de plaats; Vl. en 1e dr.: neemt er de plaats in.
blz. 278 r. 3 en 4: kweken we ... in ons op; Vl.: kweken we in ons ...
op / r. 8: die de mensen voorhouden; Vl. en 1e dr.: er
de menschen aan herinneren zal / r. 10: thans; Vl. en 1e dr.: nu / r. 12: van; Vl. en 1e dr.: voor / r.
18: slot-afrekening; Vl. en 1e dr.: eindelijke afrekening
/ r. 4 v.o.: wat; Vl. en 1e dr.: ietwat.
blz. 279 r. 1: naast; Vl. en 1e dr.: nevens /
r. 4: voortkomt; Vl. en 1e dr.: wast.
blz. 280 r. 2: jaren ... maanden; Vl. en 1e dr.: jaar ... maand / Ik word; Vl.: Ik ben / r. 3: jaren ... maanden; Vl.
en 1e dr.: jaar ... maand / r. 15: toch; Vl.: dan toch / r. 17: los; Vl.: af.
blz. 281 l.r.: van de; Vl. en 1e dr.: der /
De noot luidde in Vl.: De vertaling, nog al slordig en onvolledig (blz. 363), wordt hier door mij verbeterd.
blz. 282 r. 1: als; Vl. en 1e dr.: lijk / r.
18: Kalidasa ... Sakontala; Vl.: Calidasa ... Sacontala / Kalidasa: groot
Indisch dichter (dramaticus, epicus en lyricus) uit de 5de eeuw na Chr. Het drama Sakontala in
7 bedrijven is zijn bekendste werk, de stof is ontleend aan de Mahabharata / r. 19: door; Vl.:
met.
| |
| |
blz. 283: Hollandse en Vlaamse Literatuur.
Opgenomen in Vlaanderen, 1904, 2e jrg, blz. 30-36 en
84-91. Het eerste gedeelte uit ‘Vlaanderen’ (blz. 30, 31 en 32) werd in Verz. Opst. weggelaten
en volgt hieronder:
Op het kleine boekje over Guido Gezelle, dat Mej. C.A.B. van Herwerden in ‘Mannen en Vrouwen van beteekenis in onze
dagen’ heeft uitgegeven (noot: Haarlem, Tjeenk Willink en Zoon, 1903), had ik al lang
de aandacht der Vlaamsche lezers moeten vestigen, want het lijkt me wel de volledigste studie
die den dichter tot nu toe gewijd werd; een poging, om niet alleen enkele trekken, maar het
beeld van zijn geest vóór onzen geest te stellen, al wat hij was tot een vasten omtrek en
in-eens-zichtbare gestalte saamgevat; en meer nog: Gezelle in zijn omgeving, samenhangend met
zijn land en zijn godsdienst, met de maatschappelijke toestanden van zijn volk, de literatuur
waar hij uit groeide en waar hij op afsteekt, - niet alleen den hoogen zang die door de lucht
zweeft waar de wind hem henen draagt, maar Gezelle wortelend in zijne wereld, begrepen van uit
zijn Vlaamsche wereld. Mej. van Herwerden heeft geen moeite gespaard: ook het blaadje
‘Rond den Heerd’ heeft zij doorgewerkt, de prozaboekjes en taalkundige
geschriften van Gezelle, en veel dat rond hem verscheen. En daar zij dit alles gedaan heeft met
tactvolle genegenheid en levendig verstand, heeft zij achter de wondere geluiden-plastiek van
den kunstenaar, de diepere stem vernomen uit het innerlijkste gemoed van den
dichter, van den mensch Gezelle. Zij wijst ons niet uitsluitend op het klanken- en rythmenspel
der natuurbeschrijvingen, op de frissche weergave der gewaarwordingen, maar blijkt ook iets te
voelen van de zielsaandoening, die de fiere en weigere en zwijgende dichter in zijn binnenst
meende opgesloten, maar die vanzelf opwellend zoo menig gedicht draagt en beweegt. Of Mej. Van
Herwerden daar genoeg van gevoeld heeft? Zeker nog niet genoeg van gezegd,
naar mijnen zin. Wanneer we hare studie beoordeelen van uit de wereld der tegenwoordige
Hollandsche literatuur in 't algemeen, dan mag 't als een niet geringe verdienste gelden, dat
zij het diepmenschelijke van Gezelle's poëzie heeft benaderd, en haar vergeven | |
| |
worden, dat zij dat diep-menschelijke nog niet gehéél in zich heeft opgenomen en
uitgesproken.
Het is me een graag-aanvaarde gelegenheid, om wat Hollandsch en Vlaamsch werk te vergelijken.
Ik heb hier vóór mij den herdruk van
Rijmsnoer
liggen (Amsterdam, L.J. Veen), de eerste verzen van Caesar
Gezelle, Guido's neef (
Primula Veris
, Bussum, C.A.J. van Dishoeck), de
Wandelingen
van Willem Gijssels (Amsterdam, L.J. Veen),
De Kristaltwijg
van Albert Verwey (Amsterdam, W. Versluys), een bundel van
Is. P. de Vooys (Van de Armen, ibidem),
De Gouden Poort
van Jan Apol (Bussum, C.A.J. Van Dishoeck),
Het Stille Gesternte
van Herman Teirlinck (Ibidem), het pas-verschenen dikke
boek van Streuvels (
Minnehandel
, Amsterdam, L.J. Veen), die zoo gauw voortbrengt dat de criticus haast niet gelijken
tred kan houden, en die heerlijke
Feesten
van Jacob van Looy (Amsterdam, S.L. van Looy), waar ik
zoolang van genoten heb, dat ik er niet kalm-onderscheidend over schrijven kan. Afwisseling
genoeg, zeker, in die bent van kunstenaars, elk een vrijgevochten individu, - maar nog meer
word ik door sommige overeenstemmingen getroffen. Dat anderen nu, wie die bezigheid aanstaat en
die er meer recht toe meenen te hebben dan ik, aan ieder zijn juiste maat talent toekennen, en
eerste en tweede prijzen uit deelen, ik ben nogal geneigd met Mallarmé te zeggen: ‘Les vers,
c'est toujours bien...’ Maar wat me dan het meest treft, van alle bizonderheden afgezien, is
weer het verschil tusschen de Hollandsche productie en de Vlaamsche. Dat verschil nu is zoo
dadelijk niet vast te stellen, en de goedjonstige lezer moet er maar vrede meê nemen, als ik
hem langs omwegen leid, en mijn beschouwingen wat diep ophaal: een benaderende duidelijkheid is
in de behandeling van dit onderwerp anders niet te bereiken.
blz. 283 r. 2: met die; Vl. en 1e dr.: bij die.
blz. 284 r. 1: te worstelen, Vl.: aan 't worstelen / r. 2:
ineensluitend; Vl.: samensluitend / r. 3.: de komma achter geheel was in Verz. Opst. 2e dr. weggevallen, hersteld naar 1e dr. en Vl. / r. 8: verschillende; Vl. en 1e dr.: verscheiden / r. 23: onvermeesterbaar; Vl.: onbemeesterbaar.
blz. 285 r. 2: slechts; Vl. maar / r. 5: hem
ontbrak in Vl. / r. 20: | |
| |
wakker geschud; Vl.: opgeschud / r. 22:
eigen; Vl.: haren / r. 25: den samenhang; Vl.: dien
samenhang.
blz. 286 r. 3: zoals; Vl.: als / r. 6: tot gevolg; Vl.: voor gevolg / r. 2 v.o. (noot): nieuwe; Vl.: nieuwere.
blz. 287 r. 5: is stond cursief in Vl. / r. 12: rondom ons; Vl.
en 1e dr.: om ons heen / r. 18: 1862; Vl. en 1e dr.: 1860 / r. 18-20: in Amerika ... en in Rusland ...; Vl. en 1e dr.: in Rusland ... en in Amerika .../ r. 22: natuur en
menselijkheid; Vl. en 1e dr.: menschelijkheid en natuur /
r. 23: in Vl. en 1e dr. stond eerst de alinea: Bij
Dostojevski ... 4 v.o.: het heelal; Vl.: heelal.
blz. 288 r. 6: reeds nieuwe; Vl.: reeds een nieuwe / l.r.:
Zuid-Vlaanderen; Vl.: West-Vlaanderen.
blz. 289 r. 3: In Vl. nog de volgende alinea: Als we nu naar de
oorzaken van die feiten zoeken en de feiten zelf nader kenmerken, dan zal ons al menig
verschil tusschen Vlaamsche en Hollandsche literatuur duidelijker worden. / r. 14:
schuldig; Vl.: plichtig / r. 25: eisend de verdrukking; Vl.: eischend verdrukking / r. 28: dat; Vl.: als.
blz. 290; r. 1: van bestaan; Vl.: op bestaan / r. 7: deel; Vl.:
stuk / r. 25: intellect; Vl. en 1e dr.: intellectualiteit / nauw; Vl.: vernepen / r. 5 v.o.: hetgeen; Vl.: wat.
blz. 291 r. 9: allen voor gelijk staan; Vl. en 1e dr.: alleman voor gelijk staat / r. 17: na behield in Vl. nog; waar geen enkele grootindustrieele stad groeide en
waar bijna geen.../ r. 24: vormelijkheid; Vl.: overgeleverde vormelijkheid /
l. r.: romanticus; Vl en 1e dr.: romantiker.
blz. 292 r. 4: rondom hem; Vl.: rond hem heen / r. 6: toe komen, ...; Vl. en 1e dr.: toe komen om... / r. 12: betrekking; Vl. en 1e dr.: voeling / r. 20: anderen; Vl: eersten / r. 24: naar eigen wil verwringt; Vl. en 1e dr.: naar eigen
gril tot strakke kunstmatigheid verwringt.
blz. 293 r. 1: Hier is er een; Vl: Mej. van Herwerden dunkt het wel,
dat de Kerkhofblommen, ‘door geloofsgenooten en leerlingen vaak boven hun waarde bewonderd’
worden, en zij acht het ‘maar half vergefelijk’, dat er van de Zielgedichtjes ‘alleen eenige
der tusschen '80 en '90 gedichte van waarde zijn’. Laat me er een uit aanhalen:
blz. 294 r. 8: haar eenvoud; Vl.: zijn eenvoud.
| |
| |
blz. 295 r. 5 en 6: kunst en algemeen dagelijks leven; Vl.: algemeen
dagelijksch leven en kunst / r. 6 en 7: op ... vlakken; Vl. en 1e
dr.: in ... plannen / r. 12: achter danken in Vl. nog: zooals Mej. van Herwerden gelooft / r. 23: de menigte; Vl.: die menigte.
blz. 296 r. 5: Vergeleken met; Vl. en 1e dr.: Vergeleken bij / r. 20: gevoeld; Vl. en 1e dr.: gevóeld / r. 21: uit sprak; Vl. en 1e dr.: uitsprák.
blz. 297 r. 8: Ik bedoel ... tot r. 15: En dat
is ..., ontbrak in Vl. Er stond slechts de zin: Men voelt er nog, bijna
lichamelijk, de trillende warmte in van 't gevoel dat het schiep / r. 20: naast; Vl. en
1e dr.: nevens / l.r.: ambacht; Vl. en 1e dr.: stiel.
blz. 298 r. 1: wat meer ontbrak in Vl. / l.r.: tot slot stond in
Vl. nog de zin: Deze beschouwingen zijn, helaas, wat algemeen gehouden; ik hoop ze spoedig door konkrete voorbeelden duidelijker te maken.
blz. 299: Prof. De Ceuleneer en de academiscbe Ploertocratie.
Opgenomen in ‘Vlaanderen’; 1904, 2e jrg, blz. 185-192.
Prof. Dr. Adolf de Ceuleneer, (1849-1924), onder-bibliothecaris
Universiteit te Luik (1875) en docent Kunstgeschiedenis en Latijnse epigraphie, hoogleraar aan
de Faculteit Wijsbegeerte en Letteren te Gent sedert 1882; van 1908-1909 was hij secretaris van
de Academische Raad.
r. 6: verbeterlijk; Vl.: verbeterbaar / r. 8: ge ... moet verdedigen; Vl.:
tegen hunne aanvallen moet worden verdedigd / r. 10: aandachtig; Vl.: met aandacht.
blz. 300 r. 2: op; Vl.: tegen / r. 3: of dat ik hem beschimpen
wil; Vl.: of dat ik hem veracht / r. 4: en van; Vl.: en tevens van / r. 5: we voor; Vl. en 1e dr.: we nu
voor / r. 9: hij het recht niet, om te; Vl.: hij geen recht tot; 1e dr.: hij geen recht van / r. 16: in Vl. en 1e dr.: voor gevallen nog: als ik / r. 21: uit
lichten; Vl.: uit oplichten / r. 23: inzien; Vl.: voelen /
r. 25: gevoel; Vl. en 1e dr.: gevoelen.
blz. 301 r. 10: is; Vl.: wordt / r. 12: op; Vl.: achter / r. 26: pardoes ontbrak in Vl.
blz. 304 r. 3 en 4: zo nauw verbonden is; Vl.: haar voorkomt zoo nauw
verbonden te zijn / r. 5 v.o.: zo iets; Vl.: zulke dingen / r. 4 v.o.:
is; Vl.: zijn / r. 3 v.o.: ding; Vl.: factum.
| |
| |
blz. 305 r. 10: in Vl. voor Die heeft ook eens ... nog: ... Hij heet Sermon, zoo vertelt men, Hendrik Sermon. Zie ook blz. 131 van dit deel.
/ r. 2 v.o.: toenmaals; Vl. en 1e dr.: toen.
blz. 306 r. 14: Coopman, De Vreese, wie weet ik nog?; Vl.: Coopman,
Bols, De Vreese, Janssens? / Prof. Dr Willem De Vreese (1869-1938),
hoogleraar en hoofdbibliothecaris aan de Universiteit te Gent (1895), bibliothecaris te
Rotterdam (1919-1934) / r. 17: vóórdat; Vl. en 1e dr.: vóór.
blz. 307 r. 1: sprake; Vl.: spraak / r. 12: En toch; Vl.: Maar toch / De noot luidde in Vl.: W. de Vreese beoordeelde de
tooneelletterkunde van het driejarig tijdvak 1895-97: hij stelde vast dat de
algemeene toestand van ons tooneel nooit zoo goed geweest was, noemde Starkadd van Hegenscheidt het beste stuk van dat beste tijdvak, en besloot ... dat de prijs
niet mocht toegekend worden. (Zie van Nu en Straks, Aug. '98, blz. 192)
(dit deel blz. 131 e.v.). / r. 25: wat ze zijn; Vl.: waaraan ons te houden.
blz. 308 r. 1: achter A. Snieders in Vl. nog: S.
Daems / r. 16: Zuiverder; Vl.: Betere / r. 21: anders; Vl.: eigenlijk / r. 4 v.o.: onbekend; Vl. en 1e dr.: nog onbekend / r. 3 v.o.: Ik herhaal dat ... is; Vl.: Ik herhaal het, Prof.
de Ceuleneer is ... / l.r.: vergenoege met; Vl.: beperke tot.
blz. 310: ‘Het stille Gesternte’ van Herman
Teirlinck.
Opgenomen in ‘Vlaanderen’, 1904, 2e jrg, blz. 284-288. In
1941 herdrukt in de bundel ‘Proza’, Bibl. der Ned. Letteren. Vergl. ook andere art. over Teirlinck: ‘Heildronk op Herman Teirlinck’ (dit deel blz. 538 e.v.), ‘De
Man zonder Lijf van Herman Teirlinck’ (Het Volksblad, 20 Dec. 1924).
r. 2: terugdenken aan; Vl. en 1e dr.: terugdenken naar
/ jaren; Vl.: jaar / r. 18: dat; Vl.: dit.
blz. 311 r. 6: zonder acht te slaan op; Vl.: achteloos voor / r.
7: blijft er toch iets; Vl.: er blijft iets / r. 9: Met ‘literatuur’ meen ik;
Vl.: Dit meen ik met ‘literatuur’ / r. 14: of; Vl. en 1e
dr.: en / r. 22: vermeesterd; Vl.: bemeesterd / r. 25:
Vandaar dat me ten slotte ... lijken; Vl. en 1e dr.: Daarom
zijn me ten slotte ...; / r. 4 v.o.: rondom; Vl.: rond / l.r.: Vandaar
ook dat ... wending blijft; Vl. en 1e dr.: Daarom ook blijft
er ...
| |
| |
blz. 312 r. 4: opgeëist; Vl. en 1e dr.: geëischt / r. 5: zijn; Vl.: worden / r. 8: voortspruit; Vl.: spruit / r. 15: met; Vl.: tot / r. 24: over; Vl.: op.
blz. 313 r. 4: een; Vl.: eene / r. 7 en 8: schoon gemaakt; Vl.:
gekuischt / r. 19: nauwgezet; Vl.: gewetensvol / r. 23:
zich; Vl. en 1e dr.: haar.
blz. 314 r. 16 en 21: vergroeid; Vl. gegroeid.
blz. 316 r. 4: staan we midden in het dadelijk reële; Vl.: zijn we
bevangen in het dadelijk reële.
blz. 317:
Stijn Streuvels
' ‘
Minnehandel
’.
Opgenomen in ‘Vlaanderen’, 1904, 2de jrg, blz. 231-240. In 1941 herdrukt in de
bundel ‘Proza’, Bibl. der Ned. Letteren. Vergl. ook de bespreking van ‘Het
Uitzicht der Dingen’, (dit deel blz. 417 e.v.).
r. 1: zijn doorgaans; Vl.:, door den band, zijn / r. 4: onlangs; Vl.: op blz. 32-36 van dezen jaargang (dit deel blz. 283-298) r. 10: ‘op het
Kasteel’; Vl.: aan 'k weet niet welken Baron / r. 11: leutig; Vl.: eens leutig / r. 13: in Vl. achter mensen: (zie
hier boven, blz. 36).
blz. 318 r. 5: óm; Vl. om / r. 6: persoonlijke verhouding; Vl.:
persoonlijk verband.
blz. 319 r. 8: laat; Vl.: doet / r. 2 v.o.: zijnen gang; Vl.: zijn gangen.
blz. 320 r. 10: slechts; Vl.: maar / r. 16: ware; Vl.: was.
blz. 321 r. 5: hoge; Vl. en 1e dr.: hoogere /
r. 15: geheel; Vl.: geheele / r. 20: in stond in Vl. curs.,
in 1e dr. gespatieerd / r. 23: heel lijf; Vl.: heele
lijf.
blz. 322 r. 6: in 't geen; Vl.: in wat / r. 13: dradigen; Vl.:
draderigen / r. 22: zulke; Vl.: zoo'n.
blz. 323 r. 22: midden in; Vl.: midden / r. 4 v.o.: die op zich
zelf; Vl. en 1e dr.: die, afzonderlijk genomen, / r. 2
v.o.: geheel; Vl.: geheele.
blz. 324 r. 4: om ons; Vl.: rond ons / r. 6: menig; Vl.: menige / r. 12: nog toe; Vl.: nu toe / r. 20: verscheiden; Vl.: verschillende / r. 24: plans; Vl. en 1e dr.: plannen / r. 4 v.o.: volledig; Vl.: volledige / veelzijdig; Vl. en
1e dr.: verscheiden / r. 3 v.o.: zoals; Vl.: als.
| |
| |
blz. 325 r. 3: vlak; Vl. en 1e dr.: plan / r.
4: lot ... lot; Vl.: leven ... leven / r. 20: 't ontbrak in
Vl. / r. 22: Zie maar; Vl.: Zie maar al / feestlucht; Vl.: feestelucht.
blz. 326 r. 16: het begin; Vl.: den inzet; 1e
dr.: de inzet / r. 18: ademforse; Vl. en 1e dr.: ademstruische / r. 21: in ontbrak in Vl. / r. 22: uit de; Vl.: uit
die / r. 3 v.o.: afzonderlijke stukken blijven het;. Vl.: het
blijven afzonderlijke stukken.
blz. 327 r. 3: plans; Vl. en 1e dr.: plannen
/ r. 14: moeilijk; Vl.: lastig / r. 17: doordat; Vl. en 1e dr.: omdat / r. 21: slechts; Vl.: maar / r. 5 v.o.:
slechts ... kenmerken hen; Vl.: wordt slechts gekenmerkt door een paar eigen
trekken / r. 4 v.o.: hun; Vl.: zijn / r. 3 v.o.: sprake; Vl.: spraak.
blz. 328 r. 2: helaas; Vl.: eilaas / r. 8: telkens als er; Vl.:
iedermaal er / r. 16: als ontbrak in Vl. / r. 18: zulke;
Vl.: zoo'n / r. 22: op ontbrak in Vl.
blz. 329 r. 2: er ontbrak in Vl. en 1e dr. /
r. 19: rondom; Vl. en 1e dr.: rond / r. 4 v.o.:
binnenste; Vl.: binnenst / r. 3 v.o.: zal ons weldra ... lijken / Vl.: zal
ons toch ... lijken, weldra, / l.r.: meê; Vl.: van.
|
|