Verzameld werk. Deel 2
(1951)–August Vermeylen– Auteursrecht onbekend
[pagina 827]
| |||||||||||||||
aant.BibliographieI. Het BoskenHet || Bosken van H.I. || Van der Noot. Inhouden- || de verscheyden Poëtixe || wercken; || Met Gratie ende || Privilegie.
8o van 10½ vel, met signatuur; tussen ½ vel A en vel B is het portret van den dichter ingeplakt (houtsneê). J.F. Willems (Muzenalmanak v. 1830) bedoelt waarschijnlijk dit boekje, wanneer hij Poët. Werken van 1565, in 8o vermeldt. (Haarlem, Sted. Bibl. - Gent. Univ.-Bib., onvoll). In 't gents ex. ontbreekt het portret, en verder twee bladen. In 't haarlemse ex. werd ook een ander titelblad later bijgevoegd: Het eerste || bosken van H. Ian || van der Noot, inhov- || dende verscheyden Poëtixe vvercken: || des Duerluchtighen en Hoochgheboren || Vorst, H. Willem, Hertoghe tot Gulich, || Cleue, Berghe, &c. Graue van der || Marck, ende Rauensberch, &c. || Heer van Rauenstein &c, || Oudste sone Karle || Fredrick toe- || gescreuen. || [Vignet samengesteld uit typografische versieringen] Met gratie ende || previlegie. [Het geheel is omgeven door een uit typographische versieringen samengestelden rand.] De Heer J.W. Enschedé, Bibliothecaris der Stad | |||||||||||||||
[pagina 828]
| |||||||||||||||
aant.Haarlem, heeft gepoogd te bepalen wanneer die bladzijde kan bijgevoegd geweest zijn, en zijn onderzoek bracht hem tot verwonderlijken uitslag: ‘Daar hier elk jaartal, elke duidelijke aanwijzing om het met zekerheid te zeggen ontbreekt, moest een weg ingeslagen worden om tot eenig aannemelijk resultaat te geraken: die weg is de “letter” kundige. En dien volgende komt het mij voor dat het bijgevoegde titelblad dateert uit het laatst van de 17e of begin der 18e eeuw. De kapitalen van de drie eerste regels zijn ouder; de stijl van de cursijf is niet ouder dan het begin der 17e eeuw. De letters van “Met gratie ende previlegie” dateeren uit het laatst der 17e eeuw, terwijl het middelste ornament van den rand dagteekent uit ± 1700. Vroeger dan circa 1690 kan het titelblad niet bijgevoegd zijn, wel later. Niettemin blijf ik het bijvoegen stellen op omstreeks 1700. Wie dat titelblad heeft bijgevoegd, en waar die anonymus zijn gegevens opgespoord heeft om te concludeeren dat Van der Noot zijn werk opdroeg aan den zoon van Hertog Willem, moet in het duister blijven.’ Vergelijken we de typographische uitvoering, dan schijnt Het Bosken niet gedrukt bij Jan Daye, die de franse uitgave van Het Theatre drukte (1568) alsook De Psalmen Dauidis, in Nederlandischer sangs-ryme, door Ian Wtenhoue van Ghentt (1566). ‘Ik geloof niet,’ schrijft me de Heer Enschedé, ‘dat het mogelijk is, Het Bosken aan de persen van Daye toe te schrijven. Want terwijl de letters van de Psalmen een geheel engelsch karakter hebben, welke voor zoover ik weet hier te lande niet gebruikt werden, heeft Het Bosken geheel het uiterlijk van in Nederland of in België gedrukt te zijn. Wie die Dietsche drukker zou geweest | |||||||||||||||
[pagina 829]
| |||||||||||||||
zijn, bleek mij niet; in Engeland, in casu te Londen, schijnt mij de druk niet geschied te zijn.’ De Heer Enschedé gaat uit ‘van het standpunt, dat in die dagen slechts één nederlandsche hervormde drukkerij te Londen was.’ Doch er waren er meer, althans wat vroeger. Zo vind ik in de verzameling van den heer A. Willems: Den Val der Roomscher Kercken met alle haer afgoderie... Gedruct tot Londen by Steven Mierdmã. Anno 1553 . (Steven Mierdmans drukte in 1544 nog te Antwerpen.) Verder: Een cort begryp eñ slot der ganscher Heilegher Scriftuere... Anno Domini. 1553... Ghedruct te Londen by Nicolas vanden Berghe . Doch het Bosken schijnt even min uit deze drukkerijen te komen. Paul Bergmans, les Imprimeurs belges à l'Etranger (Gent 1897) meldt nog: 1554, Gillis vander Erven; 1566-84, Henry Bynneman (?); 1558-1590, Hans Stell. Hebben zij vlaamse werken uitgegeven? | |||||||||||||||
II. Het TheatreA. Het || Theatre oft || Toon-neel, waer in ter een- || der de ongelucken ende elen- || den die den werelts gesinden || ende boosen menschen toeco-|| men: ende op dander syde || tgheluck, goet ende ruste die || de gheloovighe ghenieten, || vertoont worden. Niet min || profijtelyck dan verheuche- || lyck voor alle liefhebbers des || goddelycken woorts, der Poë- || teryen ende schilderyen. || Deur H. Ian vander Noot.
80, betekend [A] - [Niiij], met 20 koper-platen. Opdracht van 18 September 1568. | |||||||||||||||
[pagina 830]
| |||||||||||||||
(Brussels, Kon. Bib. - Id. Verzameling A. Willems. - Haag, Kon. Bib. - Haarlem, Sted. Bib., onvoll.). In 't haarlemse ex. (dat door A. Verwey voor zijn uitg. der gedichten gebruikt werd) ontbreekt het derde sonnet naar du Bellay: Voirts sach ick noch een poincte reyn geslepen... enz. De platen werden ook afzonderlijk uitgegeven, in minder goede proeven, met bijvoeging van een versierd titelblad en portret: Figvrae || aliqvot desumptae ex || Libello quod Theatrvm in- || scribitur, compositum per || Nobilem, egregium, nec || minus Doctum virum || D. Ioannem van || der Noot, 1571. (Brussel, Kon. Bibl., onvoll., ontbreken twee platen.)
B. Le || theatre av- || quel sont exposés & mons- || trés les inconueniens & || miseres qvi suivent les || mondains & vicieux, ensemble les plaisirs & con- || tentements dont les fide- || les ioüissent, Matiere non || moins profitable, que de- || lectable à tous amateurs || de la parolle de Dieu, de || la Poësie, & de la pein- || ture. Par le Seigneur || Iean Vander Noot. Imprimé en la ville de Londres, chez Iean Day, 1568.
8o., betekend A-OIV. Platen der vlaamse uitgave. Opdracht van 28 October 1568. (Haag, Kon. Bib. - Londen, Brit. Mus. - Wolfenbüttel, Grossherz. Bib.).
C.A Theatre || wherin be repre- || sented as wel the miseries & ca- || lamities that follow the vo- || luptuous Worldlings, || As also the greate ioyes and || plesures which the faith- || full do enioy. || An Argument both profitable and || | |||||||||||||||
[pagina 831]
| |||||||||||||||
delectable, to all that sincerely || loue the vvord of God.|| Deuised by S. Iohn van- || der Noodt. Seene and allovved according || to the order appointed. || Imprinted at London by || Henry Bynneman. || Anno Domini 1569. || Cvm Privilegio.
8o. ff [30] + 107 + [1], betek. A-S2. Goth. letter. Platen der vlaamse uitg. Opdracht van 25 Mei 1569. (Londen, Brit. Mus.).
D. Theatrvm || das ist/ || Schawplatz/ darein die ei- || telheit der jrrdischen vnnd vergenckli- || chen dingen vnd die vbertrefflickste Gottli- || che vnd Himlische sach getzeigt vnd er- || kleret wird/ nicht weniger lustig || vnd lieblich/ als nützlich || vnd anweiszlich/ || Allen liebhabern des Göttlichen Worts/ || der Poeterey vnd Mälerey. || Durch || H. Johan von der Noot Edelman ausz || Brabant/ erstlich in Brabandisch beschrie- || ben/ jetz aber in Oberlendisch teutsch || vbergesatzt/ durch Balthasarn || Froe Rechenmeistern || zu Cöln. || Anno M.D.LXXIl 4o. betek. [A] - [Pij]. Goth. letter. Versierd titelblad, portret en platen der vl. uitg., in hout gesneden (de plaat voor het 3e sonnet nog eens herhaald tegenover het 4e, in het brussels ex.) en houtsneê-versieringen, veranderend schier van blad tot blad, rond elke bladzijde. (Brussel, Kon. Bib. - Londen, Brit. Mus.). | |||||||||||||||
III. De OlympiadeA. 1o. Cort || Begrijp || der XII. Boecken || Olympiados || Beschreuen devr I. Ian vander Noot, || Patritivs van Ant- | |||||||||||||||
[pagina 832]
| |||||||||||||||
vverpen. // Abregé || des douze livres || Olympiades || Composez par le S. Iehan vander Noot, // Patrice d'Anvers. || En Anvers, De l'Imprimerie de Giles vanden Rade. || L'an M.CCCCC.LXXIX.
Fo. pp. (XVI) + 87 + (1), betekend [A] - [N4] (bij vergissing A3 voor B3). Portret, en 17 platen in koper gesneden. Het merk voorkomende op blz. 13 en 45, bij Brulliot, Dict. des Monogr. I, 1325; doch de platen zijn waarschijnlijk niet getekend door Crispijn van de Passe, zoals men vermoedde; zij werden gestoken door D.V. Coornhert (zijn merk insgelijks op blz. 13 en 45). Vo laatste blz., de plaat (houtsneê) van 't gehele Monument (het merk toegeschreven aan Pieter Huys stemt overeen met dat van een duits kunstenaar: zie Nagler, Monogrammisten, III, no. 853). (Brussels, Verzam, A. Willems - Gent, Univ. Bib. - Antwerpen, Stadsbib. - Haag, Kon. Bib. - Amsterdam, Univ.-Bib., onvoll. - Id. Bibl. der Kon. Acad. v. Wetenschappen - Leiden, Bib. der Maatsch. d. Ned. Lett.).
2o. Id., zonder portret (Brussel, Kon. Bib. - Gent, Univ.-Bib. - Antwerpen, Mus. Plantijn).
3o. Id., met inlassing van 4 ongenummerde en onbetekende bladen, bevattende gedichten aan aartshertog Matthias opgedragen (Brussel, Kon. Bib. - Parijs, Bib. Nat. - Wenen, K.K. Hofbib. 2 ex.). In een der twee ex. van Wenen is de typographische versiering aan 't slot dier vier bladen vervangen door: | |||||||||||||||
[pagina 833]
| |||||||||||||||
Uvver vorstelycker ghenaden, Onderdanighe Dienaer, Ian van der Noot. In 't Parijs ex. is de plaat van blz. 27 op blz. 29 verplaatst, en vice-versa.
4o. Id., op ro van 't portret-blad, tienregelige approbatie van Walterus van der Steegen. De 2 koperplaten van blz. 57 en 69 ontbreken, hun plaats is in 't wit gelaten (Catal. Olivier 1880, no 1057).
5o. Id., met approbatie op ro van 't portret, en slechts 6 der koperplaten; de plaats der 11 andere oningevuld (Catal Olivier, no 1059).
6o. Id., zonder portret, en met slechts 8 koperpl., de plaats der 9 andere oningevuld (Parijs, Bib. Nat.).
7o. Id., zonder portret, en met slechts 5 koperplaten, de plaats der 12 andere oningevuld (Leiden, Bib. Thysiana.)
J.F. Willems (Verhand. over de Nederl. tael- en letterk., Antw. 1819, I, 290) meldt een uitg. van het Cort Begrijp der XII. B. Olymp. 1574. A. Snellaert (Verhand. over de nederl. dichtk. in België, 1838, Mem. cour. Ac. r.p. 222) en het Biograph. Wdbk der Nd en Zd Ned. Lett. melden insgelijks die uitg., terwijl H. Helbig (Ann. de la Soc. d'Emul. de Liège, 1867, p. 165) haar bestaan loochent. J.F. Willems heeft zich waarschijnlijk vergist: in zijn uitg. van 1579 verzoekt ons de dichter, de fouten te willen verbeteren, ‘gedachtigh wesende dat geen boeken heel volmaeckt en syn, ten minsten in den | |||||||||||||||
[pagina 834]
| |||||||||||||||
eersten druk: in de tweede editie sullen wy beter toe sien...’ Een uitg. van 1580 is, schijnt het, vermeld in Catal. Rouquette, Paris, juillet 1878, no 881.
B. 1o. Das || Buch Extasis || beschrieben durch || den Edlen und Ern || vesten. J. Johann || von der Noot Pa || tricium von Antorff. Na de inleiding in proza: Gedruckt zu Cöllen bey Felix Röschlin/ in der Schmirstrassen. Aan 't slot van 't gedicht: Gedruckt zu Cölln/ bey Heinrich von Ach.
Fo. (IV ff.) + 26 pp. + (44 ff. betek. A-[KIV]). Goth. letter, ene versierde letter aan 't hoofd van elke blz. Titelblad en portret in koper gesneden, dit laatste met jaartal 1573; de graveur van het titelblad was waarschijnlijk een Vlaming: zie een vlaams gedicht van hem, blz. 6-7. Verder de 17 platen van 't Cort Begrijp der XII B. Olymp., en aan 't slot, op omslag, het beeld van 't Monument, doch slechts gedeeltelijk voorgesteld (de top van 't Monum., met ring en dolfijn, ontbreekt). (Berlijn, Kön. Bib. - Göttingen, Kön. Univ. Bib.). In 't Berl. ex. werd in de paginering gemist: de 12e en 13e plaat moesten in de 10e en 8e plaats komen; het stuk aan ‘Allen... Edelen... Herren auch... Frawen und Jungfrawen,’ met de gedichten aan Jan Van der Noot, die 't boek openen, zijn in dat ex. aan 't slot verplaatst.
2o. Id., zonder portret. Onmiddellijk na het titelblad, inschrift in grote kapitalen: VENERABILI || NEC | |||||||||||||||
[pagina 835]
| |||||||||||||||
NON DOC- || TO VIRO ET DO- || MINO D. THEO- || DOR. COCO CA- || NONICO S. A- || POSTOLORUM || AMICO SUO IN- || TIGERRIMO I.V. || NOOT P. ANT- || VERPIEN. GRA- || TITUDINIS CAV- || SA VOVEBAT || CONSECRABAT- || QVE XX. APRI- || LIS ANNO || 1576. De typograph. vergelijking der gedichten aan Van der Noot, waarvan de eerste hier op keerzijde der opdracht gedrukt zijn, bewijst dat wij niet met twee verschillende oplagen te doen hebben. (Upsala, K. Univ.-Bib. Uit dat ex. werden ongelukkiglijk de bladen der 17 platen weggescheurd).
De platen werden ook afzonderlijk uitgegeven, met een ander portret. Catal. Olivier 1880, no 1060: ‘Das Buch Extasis... etc. in 4o cartonné, sans texte aucun. Recueil de 20 planches sur cuivre, dont 17 ont servi à l'ouvrage: Abrégé des 12 livres Olympiades, de 1579, précédé d'un portrait du poète avec la date de 1577. Le titre également sur cuivre et la dernière planche, où est figurée la moitié du Monument symbolique, sont des planches nouvelles; elles appartiennent à un ouvrage entièrement inconnu. Exempl. unique, provenant du comte de Renesse.’ | |||||||||||||||
IV. Lofsang van BrabandLofsang || van Braband, || Beschreuen deur I. Ian vander Noot, || Patritius van Antwerpen. || Hymne || de Braband, || Composé par le Sr I. vander Noot, || Patrice d'Anvers. || En Anvers, || De l'Imprimerie de Giles vanden Rade. || L'an M.CCCCC.LXXX. | |||||||||||||||
[pagina 836]
| |||||||||||||||
aant.Fo. pp. (VIII) + 33 + (III). Portret (houtsneê.) Blz. 9 een houtsneê getekend P. HVYS en P. THYS. Blz. 25, de wapens van Brabant (houtsneê.) Aan 't slot, op den omslag, het Monument. (Brussel, Kon. Bib. 2 ex. - Id. Verz. A. Willems. - Leuven, Univ.-Bib. - Gent, Univ.-Bib. - Antwerpen, Stadsbib. - Id., Mus. Plantijn, 2 ex. - Amsterdam, Bib. der Kon. Acad. v. Wetensch. - Parijs, Bib. Nat. - Londen, Brit. Mus. - Wenen, K.K. Hofbib.). | |||||||||||||||
V. De Poeticsche WerkenOver de wijze van uitgave dier verzamelingen van afzonderlijk gedrukte, ongenumm. en onbetek. fo. bladen (met uitz. der uitg. 1588), zie begin van hfdst. VI. A. Verscheiden || Poetixe Wercken || Van H.J. Van der || Noot || Edelman vvt Brabant || Geprint tot Coelen, int jaer ons Heeren || M.D.LXXII. (Naar een hs. aantekening der Haagse Bib. Die uitg. kon ik nergens vinden, doch houd haar voor waarschijnlijk).
B. Groep van 1580-1585.
1o Verscheyden || Poeticsche || Werken || van I. Ian vander Noot, || Patri. van Antwerpen. || Divers || Oevvres || poetiqves || Du Sr I. vander Noot, || Patrice d'Anvers. || En Anvers || De l'Imprimerie de Giles van den Rade. || L'an M.CCCCC. LXXX. | |||||||||||||||
[pagina 837]
| |||||||||||||||
Die uitg. is van 1581. (Zie blz. 758). 12 ff. (= 24 blz.; in de opsomming der ff. reken ik altijd omslag en portret meê). Portret in hout gesn.; aan 't slot, het Monument. (Gent, Univ.-Bib. - Wenen, K.K. Hofbib.; in dit ex. is het gedicht aan Arn. Sasbout vervangen door een ander aan Daniel Danwitz, ‘Premier Chambrelin de Son Alteze’).
2o. Id. L'an M.CCCCCLXXXI.
Al de ff. der uitg. die 't jaartal 1580 draagt zijn hierin opgenomen.
3o. De || Poeticsche || Werken van || myn Heere || Van der Noot || (∴) || T' Antwerpen, || By Gillis vanden Rade. || CIƆIƆ.LXXXIIII.
Samengesteld uit ff. der uitgaven van 1581.½ omslag op velijn met titelblad in hout gesneden, door Pieter Huys (zijn merk P.H. bovenaan) naar motieven van het titelblad van D. Buch Extasis , + 34 ff. Geen portret. In 't sonnet aan Peeter Coppenol (Meester Peeter, de Deughdt... enz.) is de naam Coppenol weggevallen. | |||||||||||||||
[pagina 838]
| |||||||||||||||
(Antwerpen, Mus. Plantijn, onvoll.)
4o. Id. CIƆ.IƆ.LXXXV.
Omslag en titelblad als in de vorige uitg.; geen portret; aan 't slot, het Monument. Samengesteld uit ff. der uitgaven van 1581, doch het sonnet aan Peeter Coppenol is vervangen door een ander aan ‘de Corte Roeyen van Antwerpen’. (51 ff.: Amsterdam, Bib. der Kon. Ac. v. Wetensch. - 44 ff.: Cassel, Ständische Landesbib.). A. Snellaert (Verh. over de nederl. dichtk. in B.) meldt ‘Verscheyden Poeticsche Werken, Antw. 1571, in fo.’, een uitg., die, naar H. Helbig, nooit bestond. J.F. Willems (Belg. Muzenalm.) meldt P.W. 1879: een hs. aantek. van A. Snellaert, op de Univ.-Bib. van Gent, verwijst naar Catal. N. Roelofs, blz. 6. Willems (Verh. over de ned. tael- en lett. 1819, I, 290) gewaagt van ‘gedichten, in het Nederduytsch en Fransch’ 1582, Antw. fo. In zijn Muzenalm. v. 1830 is van die uitg. geen spraak meer.
C. De || Poeticsche Wer- || ken van myn Hee- || re vander Noot. || Les Oevvres poe- || tiqves dv Sr. Ian || vander Noot.|| T' Antwerpen, || By Daniel Vervliet. || 1588.
In hout gesneden titelblad der vorige uitg., een klein portret (htsn.) met bouwkundige motieven omlijst en door een ‘Musarum Dialogismus’ begeleid; aan 't slot, het Monument. Elk blad is omgeven door een omlijsting met onderstel en geveldak, en is genummerd. Bij de | |||||||||||||||
[pagina 839]
| |||||||||||||||
meeste gedichten is een toelichting in drie of vier talen gevoegd. Van die gewichtige uitg. bevindt zich alleen, in de Univ.-Bib. te Leuven, een zeer onvolledig ex. Buiten omslag en portret vindt men daar slechts blz. 1-2, 109-112, 176-179, 260-263, 274-277 (in plaats van 277 drukte men bij vergissing 281). Volgen 5 bladen gedichten in hs. door Van der Noot aan den bisschop van Antwerpen Lieven Torrentius opgedragen. Enige losse bladen dier uitg. bevinden zich in de Kon. Bib. v. Brussel (onder no 61838): de blz. 109-112, 176-179, Buiten hier en daar een versje dat herdrukt wordt is de inhoud van den bundel nieuw.
D. Groep van 1589-94 (= 1590-1595).
1o. De || Poeticsche Wer- || ken van myn Hee- || re vander Noot. || Les Oevres poe- || tiqves dv Sr. Ian || vander Noot.|| T' Antwerpen, || By Daniel Vervliet. || 1589.
Die uitgave is van 1590. (Zie blz. 758). Dezelfde uitvoering als in 1588, maar de ff. ongenumm. Op het titelblad is onderaan het inschrift: Magnanimos fortes enz. vervangen door: Deficiet nunquam generoso in pectore virtus. Aan 't slot, in de plaats van 't Monument, nieuwe htsn., verbeeldende vier monumenten, met jaartal 1590 (die omslag ontbreekt in het Haags ex., dat gebonden is). Portret van 1588, met anderen tekst: Musarum Symbolum. Nieuwe platen in het boek: Melpomene, en Apollo, getekend door Marten de Vos | |||||||||||||||
[pagina 840]
| |||||||||||||||
en in hout gesneden door Antoon van Leest, en niet van Londerzeel (Max Rooses, Art. van Leest, in Biogr. Nat. XI). Verder ene htsn. ondertekend Otto V.G., waarschijnlijk van Otto Venius, den meester van Rubens (hij was schilder van Alex. Farneze; in 1594 werkt hij mee aan de versiering der stad voor de intrede van aartshertog Ernst. Zie zijn merk in Brulliot). In den tekst, acht hout-vignetjes verbeeldende Rosina, Cassandra, Laura, Marfira, Penelope, Corinna, den Poëet en Olympia. Bijna al de gedichten dier uitg. verschijnen hier voor de eerste maal. 39 ff. : Wolfenbüttel, Stadsbib. Een minder volledig ex. van 16 ff. in den Haag, Kon. Bib.).
2o. Id., 1590.
32 ff. Samengesteld uit bladen der vorige uitgave, slechts 4 ff. nieuwe gedichten bijgevoegd. Zelfde titelblad en portret als in 1589. (Brussel Kon. Bib. - Catal. Olivier 1880 no 1066, meldt een minder volledige uitg. van 15 ff.).
3o. De || Poeticsche Wer- || ken van Myn Heer || vander Noot. || Les Oevvres Poe- || tiqves dv Sr. Ian || vander Noot. || T' Hantwerpen, || By Arnoud s' Conincx || Anno, 1591.
33 ff. Samengesteld uit bladen der vorige uitgaven, bij Vervliet gedrukt. Portret met de omlijsting van 1588. Het inschrift op onderrand van het titelblad werd in dit ex. afgeknipt. | |||||||||||||||
[pagina 841]
| |||||||||||||||
(Gent, Univ.-Bib.). Uit de besluiten van den Raad van Antwerpen, 26 Sept. 1586 (Antw. Archievenblad, IV, 361) leren wij dat Arnoud Conincx al eens opgeroepen geweest was omdat hij gedrukt had ‘sekeren duytschen boeck De verscheyden lessen van Petri Messie; sonder behoorlycke gratie oft previlegie van den Hove daertoe verworven te hebben, sonder dat hy oock is gesworen ende geadmitteert drucker.’
4o. De || Poeticsche || Werken van || miin heer van- || der Noot. Les Oevvres poe- || tiqves dv Sr Ian || vander Noot. || T' Hantwerpen, || By Arnoud s' Conincx. || Anno, 1592.
37 ff. Samengesteld uit bladen der vorige uitgaven van Vervliet, met bijvoeging van 16 ff. nieuwe gedichten. Approbatie op het titelblad. Portret van 1588, met bouwkundige omlijsting, en lat. verzen van Guil. Sweertius. Nieuwe houtsneden: Clio, getek. door Marten de Vos en gesn. door Ant. v. Leest, en 4 vignetjes uit het duitse Theatrum. (Antwerpen, Mus. Plantijn. - In de Stadsbib. v. Antwerpen, een minder volledig ex., met slechts 10 ff. nieuwe gedichten, en 27 ff. van Vervliet).
5o. 1593.
Samengesteld uit bladen der vorige uitgaven, met bijvoeging van 6 ff. nieuwe gedichten. Nieuwe houtsnede: Euterpe, van Marten de Vos en Ant. v. Leest. Approbatie op het titelblad. Portret als in 1588. | |||||||||||||||
[pagina 842]
| |||||||||||||||
45 ff.: Brussel, Kon. Bib.; 41 ff.: Gent, Univ.-Bib.).
6.o De|| Poeticsche Wer- || ken van miin Heer || vander Noot. || Les Oevvres poe- || tiqves dv Sr Ian || vander Noot. || T' Antwerpen, Bij Daniel Vervliet. || 1593.
Samengesteld uit ff. der vorige uitgaven, zowel van Conincx als van Vervliet, waarbij 13 nieuwe ff. (10 in 't ex. van Gent, 7 in dat van Brussel). Approb. op titelblad. Portret v. 1588 in den tekst gelast, zonder bijschrift. Nieuwe houtsneden: Thalia (van M. de Vos en A.v. Leest) en ene zuil, welke de genuese natie in 1585 opgericht had. (44 ff.: Brussel, Kon. Bib. - Minder volledig ex., van 31 ff., in Gent, Univ.-Bib.)
7o. Id. 1594.
Die uitg. is van 1595. (Zie blz. 758 en 788). 92 ff., waaronder 26 nieuwe. Approbatie op het titelblad. Portret van 1588 in den tekst gelast, zonder bijschrift, en verder hetzelfde portret met het ‘Musarum Symbolum’. Nieuwe houtsneden: twee trofeeën, een vuurwerk, 4 nieuwe vignetten uit het duitse Theatrum, en Polymnia van M. de Vos en A.v. Leest (deze zou dus niet in 1592 gestorven zijn, zoals het F. Verachter, oud-archivaris der stad Antwerpen, in den catal. der collectie Terbrugghen beweert. Vg. Biogr. Nat., art. v. Leest, XI). (Brussel, Kon. Bib. - Een uitg. van 32 ff. bevindt zich | |||||||||||||||
[pagina 843]
| |||||||||||||||
aant.in Antwerpen, Mus. Plantijn, doch zij is uitsluitend samengesteld uit ff. van vroegere uitgaven.)
Een werk van Jan Van der Noot, dat ik niet vinden kon, is vermeld in Catal. Olivier 1880, no 1070: Epitalameon, || Oft Houwelycx sanck, || Beschreven deur H. Ian || vander Noot, Patritius || van Antwerpen: ter Eeren van den E. wijsen, || ende seer veursinighen Heere H. Otto || Van Vicht: ende der E. Jongh-vrouwen || Cornelia van Balen. || T' Antwerpen, || bij Jan Verwithagen. Met Previlegie van X. Jaren. || Anno 1583. ‘In 16, de 32 pp. sur vélin, reliure molle du temps. Probablement unique. Van der Noot y a fait ajouter son portrait, sur bois, au vo du 2e feuillet... 1 p. non cotée contient un petit poëme en l'honneur du mariage de O. van Vicht par Nicolas van Homerdonck. A la p. 24, une ode de J. Walraven van Vlierdonck en l'honneur de Van der Noot.’
Eindelijk zijn enige gedichten van Jan Van der Noot verschenen als inleiding tot de vier boekdelen van Pegasides Pleyn van Houwaert (Plantijn, 1582-83). Namelijk:
Het sonnet aan Houwaert (P.W. 1581-85) is opgenomen in De Vier Wterste (Plantijn, 1583). |
|