Verzameld werk. Deel 1
(1952)–August Vermeylen– Auteursrecht onbekend
[pagina 445]
| |
aant.MisanthropieMensen zijn lelijk, met hun lijf mismaakt
Door 't zwoegen, 't droevig kleed en de eeuw'ge ziekten;
Hun geest is laf, of zij voor 't leven schrikten,
't Ondoofbare, dat rond uw schijn-zijn waakt,
Verkracht smartvlees, dat nooit de banden braakt
Waarin u wevers van den dood verstrikten
Uit duistren nacht! Vleesogen die uw blik ten
Hemel nooit hieft, en maar wat stoflijks raakt!
Uw beendren zijn verkankerd door de zonde;
'k Zou, als 'k uw bleke mom afscheuren konde,
'n Beestmuil zien grijnzen. Dóód zijt gij; gesmoord,
Dóód is uw vlam. Rondtastend draait ge, als beesten
Verplet ge elkaar, te zoeken naar één Woord,
Dat lang vergeten is uit mensengeesten.
|
|