teren stand waard! En Frans verstaat, dat ze bij al hun twisten elkaar toch niet graag zouden missen.
Maar dat alles gaat aan hem voorbij als een romannetje dat hem even interesseeren zou maar buiten hem blijft, alsof het maar weinig verband met Mathilde hield; Mathilde is thans het eenige wat zijn geheel wezen in beslag neemt. Hij herhaalt het zichzelf: in haar heeft hij den zin van het leven gevonden! Zij is het ware, de vaste grond! Hun liefde is zoo diep, dat ze 't niet noodig achten er over te spreken. Eens dat Mathilde bij de lamp in halve schaduw stond, zoo dat het wezenlijke van haar trekken naar voren kwam, heeft hij al geraden hoe ze er in haar ouden dag uitzien zou, een edele verschijning, geen enkele lijn die niet geest geworden is; hij zal haar het leven lang kunnen liefhebben.
Bij een bezoek aan hun huisje te Ukkel heeft hij ze na hartstochtelijke kussen gesmeekt, zich aan hem over te geven. Hij hield ze in zijn armen omklemd, en bekende zichzelf dat de poëzie van het geval totaal ontbrak, maar het stilde zijn geweten, als hij om het ‘principe’ de plichtplegingen van stadhuis en kerk daarbij alle waarde ontnam. In haar blik was er zulk een schrik, zulk een gebed, zulk een helderheid van reine liefde, dat hij losliet.
Ze drukte zich tegen hem, kromp tegen zijn borst ineen... Maar hij heeft haar om niets meer verzocht. Indien dat niet zoo prentjesachtig romantisch was, had hij voor haar kunnen buigen en haar voetjes kussen.
...Frans en Mathilde zijn in de vroege lente getrouwd. Zij hebben alles nogal koddig gevonden, en in de kerk is er eenige verwarring geweest met de ringen, doordat Frans al het geldstuk in zijn hand hield, dat hij den koster geven moest.
Bij het diner zitten slechts de twee families aan, met Mark, die als getuige van Frans heeft gefungeerd;