geklommen... Het leven is een zwijnerij... Ik wil me door niets meer laten beetnemen...
- You are two jolly good fellows! neuriet de meid, terwijl ze op den rand van de tafel klavier speelt, dit juist op het oogenblik dat de twee vrienden somber zwijgen.
- No, zegt Mark met een ijzigen blik naar haar toe, we are not.
- Mark, brengt Frans plots in het midden, al wat ge hier uitkraamt gelooft ge zelf niet, in den grond... Ja, laat me zeggen, ge liegt als een hoer. Als er iets is dat we niet betwijfelden, dan toch dit: dat we de eenheid van ons wezen moesten...
Hij zoekt naar het woord: ‘Be-werk-stelligen,’ helpt hem Mark potsierlijk doctoraal.
- Och spot niet... We hebben altijd getracht naar de eenheid van ons zelf... en nu, met uw theorie van de snol, vervalt ge weer in dat... dualisme, ja, het christelijk dualisme van lichaam en ziel...
- Kwestie of dat niet de werkelijkheid is. Ge zweeft in Episychidion, en dan gaat ge toch naar de w.c....
Dat is Mark niet meer! Het is Sus in zijn deerlijkste dagen! Hij is diep ongelukkig, denkt Frans, ongelukkig omdat hij meent, mijn liefde kwijt te zijn...
‘Eigenlijk hebt ge geen ongelijk, Mark, in dezen zin dat we stommeriken zijn, als we per se willen vasthouden aan een eenheid die wij zelf met ons verstand gefatsoeneerd hebben; dan is daar weer een dualisme, tusschen datgene wat we werkelijk, wat we onvervreemdbaar zijn, en de theorie of het... ideaal, dat we met ons armzalig brein verzonnen hebben... Logica en leven zijn hetzelfde niet. Wat ons allen vereenigt heeft met redeneeringen niets te maken...’
- Goed! Hoofdzaak is, dat we 't eens met ons zelf blijven...
- En daarbij rekening houden met wat er werke-