- Als ge dat eerst in de puntjes moet weten, dan vertrekt ge nooit... Wat we willen? Voorloopig is het voldoende, dat we akkoord gaan over al datgene dat we niet meer willen! We willen niet meer, dat het geld alleen meester is, over alles, dat de groote hoop onderdrukt wordt, uitgezogen, in ellende omkomt... dat de kleine kinderen van gebrek krepeeren... dat de heele wereld onder ongerechtigheid lijdt... en verknechting... en leugen, leugen... Wat we niet willen, dat weten we bepaald...
- Braaf! Wind u niet op! Maar als alles in puin ligt, wat komt er in de plaats?
- Al was het maar wat meer ruimte, lucht en licht! En wat komt er in de plaats, als ge de cholera afschaft?
- Comparatio claudicat! Of is onze cultuur een ziekte? Dan is het menschdom altijd ziek geweest. En gij zult het genezen!!
Vader Kervaan heeft een tic, wanneer hij wat driftiger praat: het plots optrekken van de linkerwang, waardoor het linkeroog tot een knoopsgat versmalt. Hij vaart zenuwachtiger uit:
‘Zoo redeneerden ook een eeuw geleden de mannen van de Fransche Omwenteling, en wat is daarop gevolgd? Napoleon, de Restauratie! Uw vertrouwen in de natuurlijke wijsheid van bevrijde geesten is heel mooi, drommels mooi, - Jean-Jacques Rousseau!... Maar de menschen zijn beesten en blijven beesten.’
- Stel dat we ons vergissen, professor, brengt Frans in het midden, dan is het toch beter zich zóó te vergissen dan...
Mark valt hem in de rede: ‘Ons vergissen? Mogelijk... We gelooven niet per se aan een vaste leer, we zijn geen marxisten... Maar ik zal u zeggen wat in geen geval een vergissing is: we willen op waardige wijze leven... voor een hoog doel... ik zou niet anders kunnen leven...’