Variaties
Ik moest aan een litterairen vriend, wien de muziek is een groot en donker spel van raadselen, uitleggen wat "variaties" zijn.
Duidelijk genoeg: kies een thema, geef van het thema een reeks veranderingen, verdraai het, wring het in kronkels, verleng en verkort het, zet het op zijn kop, speel ermee, vecht ermee, knoei er mee, zoo veel ge wilt, dat thema hoeft niet eens herkenbaar te blijven, als het geraamte maar op een of andere wijze kan aangetoond worden. Eene heel oude rhetorische formule, de vergrooting, de projectie van de oefeningen der lagere school: "Zeg op twintig verschillende manieren: Ik ben rijk."
Dit was inderdaad genoeg voor den woordkunstenaar. Hij beschouwt musici echter als heel primitieve, bijna onbeschaafde wezens en schijnt deze opinie gedeeltelijk te gronden op den stijl, waarin doorgaans de muziek-critieken geschreven worden. Maar wat hij nu vernam, dat serieuze menschen, onder wie van zestig-, zeventig-jarigen leeftijd, hunne dagen doorbrengen met charades in den trant der weekbladen voor de jeugd, met het spelletje hoe men in muziek dezelfde zaak op tien, twintig andere wijzen uitdrukt, dat ging zijne verbazing en zijne verachting mateloos te boven.
Ik kon niets verdedigen, niets vergoelijken. Een echt componist immers is niet rustig zoolang er onbeschreven notenbalken in zijn huis of in zijn stad zijn. Er bestaan in de toonkunst handgrepen, volgens welke men onfeilbaar eminente muziek maakt, ideeën of geen ideeën. Men kan zich niet zoo ziels-berooid, verdord, machteloos en slaperig voelen of er bestaan kansen