Jannette Walen - Thomas Canivez
Canivez heeft een intieme natuur; hij is melancholicus, rijk-voelend, doch zacht en subtiel, met vlagen van idealistisch opbruisen, niet zwaar en sterk, maar even droomerig en wat stil. Hij is een Fransch type, naar den aard van de Musset, Chopin, minder uitbundig evenwel, misschien omdat hij eenigszins buiten 't leven staat van onzen tijd en in zijn soort den mooien nabloei vertegenwoordigt van eene vroegere periode. Een ander zou die intenser omvatten en de ziel er van voller doen opleven, als kunstenaar is Thomas Canivez in ieder geval een persoonlijkheid.
De hoedanigheden van mej. Jannette Walen's pianospel zijn in zekeren zin analoog met die van den violoncellist, maar ze blijven artistieke eigenschappen en geraakten nog niet tot eene individualiteit. Dit stoort zeer zelden, omdat de cello veelal de meeste aandacht vraagt; men zou zelfs kunnen zeggen dat het de eenheid van hun spel hier ten goede kwam. Rythmisch was deze voortreffelijk, in klankvolumen bleken de twee uitvoerenden iets minder op elkaar berekend en wij twijfelden af en toe of er wel bij een vleugel was ingestudeerd, daar 't violoncel-geluid soms vervaagde in den samenklank waar men liever plastiek gemerkt had.
Van Beethoven's tweede Cello-sonate miste men het specifieke. Beethoven's kunst, dat is het hoogste enthousiasme, het innigste gevoel. Die uitersten van menschelijke aandoeningen dreven den componist, 't zij hij een sonatine maakte of eene symphonie, en men vooronderstelt ze graag bij den vertolker.
Bijna alles wat Beethoven schreef voor piano is brillant en minstens groot uitgevoerd, en we zagen deze schittering noode ontbreken bij mej. Walen en bij Canivez. Hun streven echter reikte zooveel te gemakkelijker tot Saint-Saëns' Violoncel-sonate in C-klein, interessant werk, luchtig verglijdend van het begin naar het einde, ijl gezet, werk waarin het fraaie, zijige coloriet, dat Canivez' toon bezit in het piano, het best kleurde. Trouwens Canivez bekoort meer met een licht-aangestreken klank dan met een straf forte, en ook mej. Walen's zachten aanslag hoorden we liever dan een forschen greep in de toetsen. Het teer-poëtische van klaar-ruischend harp-timbre, dat vooral de Franschen weten te leggen in hunne klavier-begeleidingen (men raadt er dikwijls de later uitgevonden Célesta) heeft zij uitmuntend weergegeven.
Het hiervoor genoemde werd aangevuld door de Sonate No. 2 (in d gr.) van Bach en drie Fantasie-Stücke van Robert Schumann, voor beide instrumenten. Het publiek was niet heel talrijk doch de stemming gul, met veel applaus en voor de pianiste bloemen.