Ilona Durigo
Wat iedere Hongaarsche vrouw min of meer heeft, een zigeuner-temperament, eene kunstenares uit Boedapest bezit het a priori. Zij vormen mede het levensfelle type der George Sand's, Anna Karenina's, Loreley's en Carmen's, met de donkere glinsteroogen en de volle lippen zwaar-rood op het zacht-bruine gelaat; het type der wilde hartstochtelijkheid, van 't gulle geven en zengende verlangen. En in die mate boeit Mevrouw Ilona Durigo van af men haar ziet, zij boeit nog sterker wanneer men haar hoort. Allen wist zij te vangen met een voordracht, waarvan expressie en coloriet vooral hevig opklonken en oplaaiden en spontaniteit immer de verwachting spande en spitste op het komende. Men zag van alle kanten de hoofden goedkeurend knikken en den mond nippen als bij fijnen smaak; er rees ook gedurig een groot applaus. Wij begrijpen dat, ofschoon Ilona Durigo nog niet het hoogste bereikt in haar genre. Want al merkt men duidelijk de verbazende vorderingen welke hare prachtige altstem maakte in het verloopen jaar ('t vorig seizoen trad Mevr. Durigo hier voor 't eerst op), in de klankvorming vindt men nog altijd een licht tekort en de dictie kon gearticuleerder zijn; doch dit worden details, naast de bloeiende overgave en gulle uitstorting van hare boordevolle natuur.
Wanneer wij haar een raad mogen geven, waarvan zij nut kan hebben naar onze meening: Zij zinge liever niet meer van Schumann of van Brahms; hare gloeiende ziel kan niet reiken tot hun hoog asketisme, of wel verloochening van den schoonen waanzin en 't Bacchantische element. ‘Mondnacht’ slaagde goed en ook ‘Am jüngsten Tag’. De rest, een zevental, vonden wij niet gelukkig, omdat Brahms en Schumann een andere bekoorlijkheid hebben, dan zij er in zocht. Hugo Wolfs liederen daarentegen lukten voortreffelijk, van 't eerste tot het laatste. Onbeduidende stukjes van Bjerulf (uit Synnöve-Solbakken), van Leander Schlegel (Wo ich bin, mich rings umdunkelt) kon zij echter niet aannemelijk maken. Terwijl ze met Diepenbrock's lied ‘Kann ich im Busen heisse Wünsche tragen?’ voor elken verstaander bewees, welk een ademhalingstechniek, geluidskracht en voordrachtskunst haar op dit oogenblik ter beschikking staan; het goed-vertolkte lied toch stelt de zangeres bijna onoverkomelijke bezwaren.
Mevrouw Ilona Durigo imponeerde zoodanig, dat haar buitengewoon artistieke begeleider, Evert Cornelis, wat op den achtergrond raakte; of deed hier de eenheid de timbres vervloeien? Ook deze eenheid was buitengewoon, een te vroege inzet der zangeres (maar fluks getoomd en handig!) in Schlegels lied uitgezonderd.