Sonaten-avond [door Willem Gerke]
Willem Gerke speelde gisteravond eene C-moll viool-sonate van een onbekende. Het werk is te modern om door te kunnen gaan voor arbeid van een ouden Italiaan, b.v. uit de omgeving van Corelli, het is te droog om te kunnen gelden als vertegenwoordiger der Mannheimer school, welke sentiment minde en bekoorlijkheid, het zou kunnen zijn van een niet zeer krachtig tijdgenoot van Philip Emanuel Bach. Al ware ons eene sonate van Stamitz tienmaal liever geweest, wij erkennen niettemin de goede zijde van zulke archeologisch snuffelarij en 't uit de oude doos halen van lang vergeten composities. Nooit ter wereld stond een groot kunstenaar geïsoleerd in zijn tijdperk. Van de beroemde musici is dit echter nog lang niet bekend genoeg. En men leert tenminste van dergelijke voordrachten, dat Johann Seb. Bach een Oeraniër was, doch niet alleen den Olympus bestormde in zijn eeuw.
Van de vier deelen der sonate leek ons 't derde, een Siciliano, het belangrijkst; 't is een melodieus stukje met aardige echo-werkingen van forte en piano, welke vooral in dien tijd zeer geliefd werden. Mej. Dora Pas begeleidde den violist aan den vleugel, en naar ouder gewoonte wist zij ook nu voor vriendelijke, zachte en gemoedelijke muziek de passendste voordracht te vinden. Het repertoire der viool-sonaten is bijzonder uitgebreid en daarom blijft er altijd keus genoeg, zij 't voor honderd reeksen sonaten-avonden, welke de heer Gerke nog zal arrangeeren, in werken, die vlotter bij haar lieven en gevoeligen aard passen dan Beethovens brillante en sterk gemarkeerde opus 30 No. 2. Ook de heer Gerke vertolkte minder diviene muziek veel voortreffelijker. Het samenspel van het tweetal overigens bereikte allengs eene zeer merkwaardige eenheid, zoowel van uitvoering als van opvatting.
Mejuffrouw Anna van Hoorn debuteerde als altzangeres met liederen van Schubert, Schumann, Brahms en Grieg. Mej. van Hoorn bleek sterk onder den indruk van haar eerste optreden, en wanneer dat zoo in 't oog valt is men immer geneigd tekortkomingen toe te schrijven aan onbeheerschte zenuwen. Wij kunnen het evenwel niet enkel daaraan toeschrijven, dat de vocalen nooit klaar klonken en dat het geluid de woorden verzwolg; het ligt aan hare vorming, welke bovendien niet af is. Zij bezit een zeer mooie stem, waarmee zij veel schoons zal kunnen geven, zoodra zij de techniek beheerscht.